Spoor van Abraham Kuyper in Zwitsers dorp
De vrouw van Abraham Kuyper vond hier in 1899 haar laatste rustplaats. En een Hollander imiteert in hetzelfde dorp ruim een eeuw later superspeurder Sherlock Holmes. Sinds jaar en dag drukken Nederlanders een stempel op het Zwitserse Meiringen.
Klokgelui beiert door de straten van Meiringen, een toeristisch bergdorp in het Zwitserse Berner Oberland. Een frisse wind verdrijft de warmte van een hete voorjaarsdag.Verrassend genoeg geeft de tuin van de Evangelisch-reformierte St.-Michaëlskirche blijk van Nederlandse invloeden. Op een prominente plek bij de kerk bevindt zich het graf van de vrouw van Abraham Kuyper, ofwel Abraham de Geweldige, de bekende staatsman, journalist en oprichter van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). De grafzerk is omgeven door een ijzeren hek.
In de verweerde steen zijn een paar Nederlandse zinnen te lezen. „Hier rust het stoffelijk overschot van vrouwe Johanna Hendrika Kuyper, geboren Schaay van Amsterdam, alhier overleden den 25e Augustus 1899 in den ouderdom van 57 jaren. Gerechtvaardigd door het geloof had zij vrede bij God.”
Abraham Kuyper, liefhebber van de bergen, vertoefde meer dan eens in de Alpen om daar op krachten te komen.
Zijn vrouw overleed nadat ze in Zwitserland in een hotel onwel was geworden. De zondag na het overlijden van zijn vrouw preekte Kuyper in Meiringen uit Hosea 14:10. „Wie is wijs? Die versta deze dingen. Wie is verstandig? Die bekenne ze. Want des Heeren wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen.”
Nee, koster Ulrich Abplanalp (56) kan zo niet precies zeggen wie Abraham Kuyper was. Wel weet hij dat jaarlijks diverse Nederlanders de grafsteen komen bekijken. Een enkeling legt bloemen.
Het godshuis biedt Nederlandse gasten in de zomermaanden zondags ruimte voor diensten in de eigen taal. Dan komen er zo’n zeventig Nederlanders. Buiten het toeristenseizoen gaan er zondags zo’n veertig Zwitsers ter kerke. „Maar als het warm is, zijn dat er minder.”
De grafzerk van Kuypers vrouw ligt er niet al te best bij. Koster Ulrich wijst in het voorjaar van 2009 op talrijke barsten en scheuren in de steen. „Het graf zou eigenlijk gerestaureerd moeten worden.”
Ook nu nog zijn er Nederlandse invloeden in Meiringen. Zo zwaait de uit Dokkum afkomstige Ferdinand T. Salverda sinds 2005 de scepter over hotel Du Sauvage in Meiringen, deels opgetrokken in jugendstil.
Tientallen jaren geleden belandde de Fries in de Zwitserse hotelwereld. „Ik ging van 2 meter onder NAP (Normaal Amsterdams Peil) naar 1536 meter hoogte in het Zwitserse Mürren.”
In het „spannende” hotel Du Sauvage is hij in zijn sas. Hij verhaalt hoe er aan het eind van de negentiende eeuw twee keer brand uitbrak in Meiringen. Het verwoestende vuur legde in 1891 400 huizen in de as. „Er brak een schoorsteenbrand uit. De vonken sloegen over. Een droevige geschiedenis.” Hotel Du Sauvage bleef overeind.
Salverda zegt goed te kunnen aarden in Zwitserland. Met zijn fiets gaat hij op gezette tijden de bergen in. De volksaard ligt hem wel. „Mensen zijn hoffelijk en vriendelijk. Er is hier weinig criminaliteit, weinig graffiti.” Te mooi om waar te wezen? Nou ja, hij merkt wel dat de criminaliteit vergeleken met een jaar of twintig geleden is toegenomen en dat de problemen met buitenlanders groeien.
Speciale aandacht in Meiringen is er voor speurder Sherlock Holmes, geesteskind van auteur Sir Arthur Conan Doyle (1859).
Het verhaal is dat Holmes na een ijzingwekkend duel met zijn vijand in de nabij Meiringen gelegen Reichenbachwaterval stort. De superspeurder overleeft de val.
In Meiringen is er een heus standbeeld verrezen van de speurder met pijp en hoed. „Er zijn mensen die geloven dat Sherlock Holmes echt heeft geleefd”, zegt Salverda. „Ze hebben dan gezocht op internet en maken haast ruzie over de vraag of hij heeft bestaan.”
De Nederlandse hotelbaas wil de legende in ere houden. Voor gasten verkleedt Salverda zich als de speurder. Inclusief pijp, mantel, hoed en loep. Met graagte poseert hij naast het Holmesstandbeeld in het dorp. „Er wordt gezegd dat ik op hem lijk.”
In een kelder onder het voormalige Engelse kerkje in Meiringen is een antieke Holmeskamer ingericht. In het vertrek waan je je een eeuw terug in tijd. Het pistool van de grootmeester ligt klaar. De hand van Sherlock Holmes, zo gaat het verhaal, was zo vast dat hij met een serie schoten met de kogelgaten letters wist te vormen.
Een andere attractie in Meiringen is de Aareslucht. In de 1400 meter lange kloof baant het bulderende water zich een weg naar beneden. Via een plateau kunnen bezoekers de watermassa van nabij volgen.
myswitzerland.com; haslital.ch
Een vergeeld zangboekje van zondagsschool
Een vergeeld zangboekje, een oude kapperswinkel, een antieke boomzager. In museum Ballenberg bij Brienz gaan bezoekers terug naar het Zwitserland van tientallen jaren terug.
„Die kaart herken ik”, zegt de 78-jarige Ottmar Grimm. Hij wijst in een oud klaslokaal op een landkaart van Midden-Europa. Zelf zat hij eind jaren dertig in de schoolbankjes. „Landen als Frankrijk en Italië waren voor ons echt onbereikbaar. Je kon er alleen maar van dromen”, zegt Grimm. „In de tijd dat Hitler in opkomst was, zaten we in Zwitserland op een eiland.” „We hadden ook niet veel geld”, mengt een oudere Zwitserse vrouw zich in het gesprek.
Nostalgie overheerst in het lokaaltje. Het grote schoolbord, de houtkachel in de hoek. Een beduimeld zondagsschoolzangboekje ”Lobt und singt” (Looft en zingt). „Lieve kinderen, als we steeds in de zondagsschool horen hoe goed de Vader in de hemel het met ons meent, als Hij ons zelfs Zijn lieve Zoon geschonken heeft, zouden we dan niet danken en loven?”
Een 72-jarige Zwitser wijst lachend naar het opklapbare tafelblad van het schoolbankje. „Als ik wat had uitgehaald, gooide de leraar een sleutel naar me toe. Dan deed ik gauw het houten blad omhoog, zodat die de sleutel tegenhield.”
Het leslokaaltje is een van de tientallen Zwitserse (plattelands)gebouwen op het uitgestrekte museumterrein van Ballenberg, vergelijkbaar met het Arnhems Openluchtmuseum. Ook zijn er in het museum voordrachten over oude ambachten. Jaarlijks weten ongeveer 250.000 bezoekers Ballenberg te vinden. Zo’n driekwart komt uit Zwitserland zelf.
”Befiehl dem Herrn deine Wege und hoffe auf Ihn, Er wird es wohl machen” (Beveel de Heere je weg en hoop op Hem, Hij zal het wel maken”) zo is te lezen op een schilderijtje in een van de oude boerenwoningen.
Hier herleven oude tijden. Op een lessenaar liggen een vergeelde landkaart, een helm, een inktveer, bladmuziek, een zwaard. Wie zat hier ooit te peinzen? Welke militaire strategie dacht hij uit? In dit huis groeide een kind op. In een belendend kamertje staan een ledikantje en een vooroorlogs hobbelpaard.
Elders op het museumterrein waakt Hans-Peter Trauffer over een wateraangedreven houtzaagmachine, 109 jaar oud. „Dit gaat allemaal zonder stroom”, zegt Trauffer, zelf tot 2005 werkzaam in de houtindustrie. Op oude foto’s is te zien hoe bosarbeiders in vroeger tijden zwoegden om bomen in stukken te zagen. In groepen van drie man pakten ze zo’n klus aan.
In een woning op een andere plek op het museumterrein werkt Cécile met vaardige hand aan een soort fijnmazig kleedje. „In de zestiende eeuw hebben de vrouwen deze techniek afgekeken van de vissers”, lacht de vrouw. „Het duurt lang voordat iets klaar is”, zegt Cécile, „maar het is wel leuk werk.”
Rook hangt in een woning uit de regio Berner Mittelland. In het midden van het donkere vertrek staat een antieke vuurplaat. Hans Rudolf en Fritz Thöni wijzen naar tientallen worsten die aan de zoldering hangen. „Als vlees gerookt is, kun je het zonder koeling een halfjaar bewaren.”