De Jongh hoogleraar Angst- en gedragsstoornissen aan UvA
De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft sinds 1 maart een bijzonder hoogleraar Angst- en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk. De 46-jarige A. de Jongh vervult deze plek. Dat liet de universiteit maandag weten. De leerstoel aan de faculteit der Tandheelkunde werd vorig jaar ingesteld in het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA).
De Jongh studeerde in 1985 af in de tandheelkunde en in 1990 in psychologie, beide keren aan de UvA. Hij werkt sinds 1985 als tandarts, waarvan veertien jaar met specifieke aandacht voor de behandeling van extreem angstige patiënten. In 1995 promoveerde hij aan de UvA op het proefschrift Dental Anxiety: A cognitive perspective’.
Volgens de hoogleraar zijn er in Nederland 800.000 mensen bang voor de tandarts. „Dat komt bijvoorbeeld door ervaringen die ze vroeger hebben meegemaakt of door griezelverhalen van anderen. Vroeger waren tandartsen ook nog niet zo goed opgeleid in het begeleiden van bange mensen. Pas in de jaren zeventig en tachtig is dit in het onderwijs betrokken”, aldus De Jongh.
Hij wil in zijn huidige functie meer onderzoek doen naar de oorzaken en gevolgen van angst voor de tandarts. In het verleden zijn er wel proefschriften over verschenen, maar het is volgens hem belangrijk om het probleem nog duidelijker op de kaart te zetten. Ook pleit hij voor beter onderzoek naar gehandicaptenzorg, aangezien daar de afgelopen tien jaar nauwelijks aandacht voor is geweest.
De Jongh had van 1995 tot 1998 als psycholoog een privépraktijk voor de behandeling van psychotraumata. Sinds 1998 is hij directeur van het Centrum voor Psychotherapie en Psychotrauma in Bilthoven en in 1999 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent bij ACTA. Een jaar later trad hij als senior-onderzoeker toe tot de Interuniversitaire Onderzoekschool Tandheelkunde en sinds 2001 is hij hoofdopleider van de driejarige postdoctorale opleiding Tandarts-angstbegeleiding. Die studie is volgens De Jongh uniek in de wereld.