Werkstraf na verkoop radioactief materiaal
De Utrechtse rechtbank heeft gisteren de 69-jarige A. van B. uit Baarn veroordeeld tot honderd uur werkstraf en drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf omdat hij zonder vergunning radioactief materiaal in bezit had en verhandelde.
Justitie nam in juni 2006 ruim 16 kilo aan uranium en thorium in beslag in zijn Baarnse woning en in zijn bedrijf in Bunschoten.De Baarnaar handelde met zijn bedrijf in allerlei aardmetalen, maar hij beschikte niet over de vereiste Nederlandse vergunning om met kerntechnisch materiaal om te gaan. Volgens de rechtbank mocht de man niet vertrouwen op een Europese registratie als bezitter van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal en een ontvangen brief van het ministerie aan vergunninghouders.
De rechtbank sprak Van B. wel vrij van de verdenking dat hij splijtstoffen of radioactieve stoffen in de lucht of de bodem had gebracht bij het opslaan of verwerken. Volgens de rechters was er geen bewijs dat dit daadwerkelijk was gebeurd. De Baarnaar werd bovendien vrijgesproken van het bezit van een deeltjesversneller met daarin een hoeveelheid uranium. Het apparaat stond van april 2003 tot oktober 2006 opgeslagen bij een transportbedrijf in Soest, nadat de verdachte het ongezien op een veiling had opgekocht.
Hoewel de ernst van de feiten een celstraf rechtvaardigden, hield de rechtbank rekening met de leeftijd van de verdachte, zijn blanco strafblad en het feit dat zijn bedrijf inmiddels stilligt.
Tegen Van B. was 200 uur werkstraf en vier maanden celstraf geëist.