Cultuur & boeken

Bidden als hulp

Het boek ”Als de handen van de pottenbakker. Pastoraat en identiteitsvorming” zet me aan het denken en brengt me ook wel in verlegenheid. Hoe doe ik mijn pastorale werk en met welke visie?

tekst Nico van der Voet
25 January 2010 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 09:41

Wat dat betreft, kan ik het dus al direct aanbevelen. Nadenken lijkt me een goed effect van een boek.Ds. Philip Troost (de hoofdauteur) en de anderen die reageren op zijn tekst, bieden stof waar elke pastor of pastoraal werker over na moet denken. Ook hulpverleners die met pastorale vragen te maken krijgen, kunnen hier het een en ander opsteken.

Waarover gaat het? Troost is tien jaar studentenpastor geweest bij de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Sinds kort werkt hij elders. Met dit boek heeft hij zijn visie op de verhouding tussen pastoraat en hulpverlening uitgewerkt. De andere auteurs doen vervolgens hun duit in het zakje.

Studentenpastoraat is een voorbeeld van pastoraat waarbij een hulpvraag het startpunt vormt. Een student klopt niet voor niets aan bij een pastor. Hij of zij zit ergens mee en zoekt een luisterend oor.

Maar er is pastoraat en er is hulpverlening. Als iemand depressief is, mag hij praten met een pastor. Daarnaast gaat hij naar een therapeut. Wat doet de pastor, wat de therapeut? Komen ze op elkaars terrein, of zit er een afscheiding tussen? De pastor bidt en leest uit de Bijbel en de therapeut helpt? Iedereen voelt wel aan dat er een overlap zit. Bidden en Bijbellezen kunnen ook hélpen als iemand depressief is. Als de therapeut zijn werk goed doet, kan de depressieve cliënt daarna waarschijnlijk ook weer met meer vreugde bidden en Bijbellezen. Pastoraat en hulpverlening hangen echt met elkaar samen.

Troost pleit voor een blijvend praktisch onderscheid tussen pastoraat en hulpverlening. Een pastor en hulpverlener hebben eigen kwalificaties. Verder gaat Troost niet. Het principiële onderscheid dat sommigen maken, gaat volgens hem mank bij een theologische onderbouwing. Een mens is nooit een mens los van God. Als een student zich afvraagt „wie ben ik” moet hij niet op zichzelf zien, maar op God, om daar achter te komen.

Daarmee moet zowel de pastor als de hulpverlener rekenen. God is in Christus onze Vader en Schepper Die zich met ons gewone leven, ook het psychische, wil verbinden. God is in Christus Verlosser, Bevrijder en Genezer. Dat heeft ook zegenrijke gevolgen bij psychische nood. Bevrijding van zonden is niet alleen een gelovige notie. Als een mens uit genade en vergeving leeft, zal dat ook zijn mens-zijn omvormen. Psychosociale thema’s krijgen zo een plek in de navolging van Christus.

Troost werkt dit diepgravend en boeiend uit. Hij komt aardig in de buurt van Leanne Payne, aan wie in dit boekje ook een hoofdstuk wordt gewijd. Sommige coauteurs stemmen met Troost in, anderen houden wat meer afstand en benadrukken het blijvende onderscheid, ook principieel, tussen pastoraat en hulpverlening.

Ik heb slechts één zucht over dit boekje: het is te gereformeerd (vrijgemaakt). Het is bijna een intern gesprek van mensen die elkaar kennen en dezelfde bronnen bestuderen. De auteurs doen niet hun best om zich verstaanbaar te maken in bijvoorbeeld de bevindelijk gereformeerde kringen. Ook Troost zelf niet.

Intussen komt een deel van de hulpvragers daar wel vandaan, zowel in het studentenpastoraat als bijvoorbeeld bij Eleos. Bovendien biedt die kring boeiende stof als het gaat om verwevenheid van theologische en psychologische vraagstukken. Nu moet ik zelf nog aan de slag om op zich verrijkende inzichten om te zetten naar mijn eigen reformatorische gesprekspartners, die de gereformeerde theologische opvattingen van Troost niet altijd delen.

Als handen van de pottenbakker. Pastoraat en identiteitsvorming, ds. Philip Troost e.a. uitg. Vuurbaak, Barneveld, 2009; ISBN 978 90 5560 425 8; 186 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer