„Verlengen Uruzgan volksverlakkerij"
DEN HAAG (ANP) – „Het is volksverlakkerij als de missie in Uruzgan nog een keer zou worden verlengd". Dat zei Tweede Kamerlid Voordewind van de ChristenUnie zaterdag in het radioprogramma Tros Kamerbreed. De kleinste regeringspartij is en blijft net als coalitiegenoot PvdA tegen een langer militair verblijf in Uruzgan. De coalitie is verdeeld over de kwestie maar Voordewind verwacht dat het kabinet er goed uitkomt, zei hij.
De top van het kabinet praat al maanden over Afghanistan met de drie meest betrokken bewindspersonen, omdat de missie in augustus afloopt. De ChristenUnie vindt dat de Nederlanders, met beperkte aantallen, wel elders in Afghanistan verder kunnen.Maar wat hem betreft „moet je niet gekke Henkie gaan spelen of het bordje verhangen en dan nog een keer in Uruzgan doorgaan ", aldus de fractiespecialist voor defensie en buitenlandse zaken.
Volgens hem is de oplossing om het „goede werk” dat de Nederlandse militairen in Uruzgan hebben verricht, voort te laten zetten door een andere NAVO–bondgenoot. Toen de missie de eerste keer werd verlengd, van 2008 tot 2010, is dat afgesproken, aldus Voordewind. Hij wees erop dat Nederland al eerder een missie verplaatste binnen Afghanistan. Een aantal jaren geleden zat een klein aantal Nederlandse militairen in het noorden van het land. Het is voor zijn fractie wel belangrijk dat ontwikkelingssamenwerking door blijft gaan. Overigens is zijn partijgenoot, minister Van Middelkoop (Defensie), wel voor de voortzetting van een kleinere missie in Uruzgan.
Voorzitter Wim van den Burg van de militaire vakbond AFMP herhaalde in hetzelfde programma dat hij het niet eens is met een missie elders in Afghanistan. Volgens hem is zijn achterban tegen een verlenging vanwege de zware belasting voor het personeel en het materieel. Maar als het kabinet dan toch besluit dat Nederland in kleinere omvang in Afghanistan blijft, dan het liefste in Uruzgan, zei Van den Burg. Hij wees op de vele risico’s die de militairen lopen als ze verkassen: ze kennen het nieuwe gebied niet en verliezen hun informatiepositie, die ze in Uruzgan hebben opgebouwd. Ook is het volgens hem duur en lastig om allerlei materieel te verplaatsen.