Goede voornemens moeten ook geloofwaardig zijn
Goede voornemens zijn belangrijker dan ooit. En dan heb ik het niet over de voornemens die u met Nieuwjaar heeft gemaakt; die zijn even belangrijk als altijd. En wellicht heeft u ze al weer verbroken. Nee, dan gaat het vooral over de goede voornemens van overheden om hun begrotingen weer op orde te krijgen.
We hebben de afgelopen tijd kunnen zien wat er gebeurt als een regering niets, of in de ogen van kredietbeoordelaars (rating agencies) als Fitch en Standard & Poors te weinig, doet om de overheidsfinanciën weer in het gareel te krijgen.Dan wordt de beoordeling (rating) neerwaarts bijgesteld, met als gevolg dat de rente die overheden betalen op hun staatsschuld oploopt. Nu al betaalt de Griekse overheid bijvoorbeeld 3 procentpunt meer dan de Duitse overheid om voor tien jaar een lening af te sluiten. Ook de rentes die de Italiaanse en de Ierse overheden betalen (laat staan de IJslandse overheid) zijn de afgelopen tijd behoorlijk opgelopen.
In het geval van Griekenland bleken goede voornemens alleen niet genoeg. De beloften over het terugbrengen van de schuld, maar ook de gerapporteerde cijfers bleken keer op keer niet te kloppen. Zo was het begrotingstekort geen 6 procent, zoals eerst gerapporteerd, maar het dubbele.
Natuurlijk gaat een vergelijking met de Griekse overheid voor Nederland niet op. Nederland is in Europa een braaf jongetje: de overheidsschuld is hoog, maar niet hoger dan in andere landen. Het tekort op de rijksbegroting is, met dit jaar naar verwachting meer dan 6 procent, wel zeer groot, maar ook niet groter dan elders.
Daarom wordt door kredietbeoordelaars ook niet moeilijk gedaan over het overheidstekort in Nederland. In vergelijking met andere landen doen we het niet slechter.
Nagenoeg iedereen is het er echter ook over eens dat helemaal niets doen aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën geen optie is. Immers, wat kredietbeoordelaars er ook over zeggen, de schuld zal linksom of rechtsom door huidige of toekomstige generaties moeten worden terugbetaald.
Dus alleen goede voornemens zijn op langere termijn niet genoeg. En hoe langer we wachten met goede voornemens om te zetten in daadwerkelijk beleid, hoe groter de schuld wordt die we naar komende generaties doorschuiven.
Niet voor niets zijn er vorig jaar met Prinsjesdag negentien ambtelijke werkgroepen ingesteld die nadenken over bezuinigingsmogelijkheden, waarbij alles bespreekbaar is. Maar zoals iedereen weet kosten structurele hervormingen in Nederland tijd. Veel tijd.
Natuurlijk geldt het voorgaande ook in meer of mindere mate voor andere landen, maar Nederland heeft, meer dan elders, ‘last’ van een grote financiële sector. Daar is nu relatief veel geld in gestopt, waarbij het maar de vraag is wanneer en of het terugkomt in de staatskas.
Daarnaast is het vergrijzingsprobleem groter dan in andere landen. Daar staan weliswaar ook relatief grote pensioenbesparingen tegenover, maar de vergrijzing blijft als een donkere wolk boven de overheidsfinanciën hangen.
Goede, geloofwaardige voornemens voor het beleid op lange termijn kunnen op korte termijn al geld opleveren. Goede voornemens om het tekort te reduceren zorgen er in ieder geval al voor dat de beoordeling van rating agencies niet verslechtert. Dit zorgt er weer voor dat de risicopremie niet te veel oploopt en de rentebetalingen niet fors toenemen.
Goede voornemens maken houdt ook in dat de overheid niet meteen drastisch bezuinigt. Dat zou de economische opleving dit jaar direct smoren.
Het gaat er vooral om dat de financiën op termijn op orde komen en daar mag je ook best één of twee jaar de tijd voor nemen. En dat is ook wel zo handig, want dan kunnen de voornemens bij het aantreden van een nieuw kabinet worden omgegoten in wetgeving.
Want goede voornemens zijn de komende tijd waarschijnlijk erg lastig hardop uit te spreken in Nederland. Met de gemeenteraadsverkiezingen op komst zullen politici niet graag roepen hoe en waarop ze de komende jaren willen bezuinigen. En daarna komen nog de Tweede-Kamerverkiezingen, ook niet echt een geschikt moment om het te hebben over pijnlijke hervormingsmaatregelen.
Voor dit jaar kan de Nederlandse overheid volstaan met het maken van goede, geloofwaardige voornemens. Maar met goede voornemens alléén komen we er niet.
De auteur is econoom bij Rabobank Nederland.