IJsland borrelt, kookt en spuit

’s Nachts lekker wegdommelen bij het noorderlicht. Overdag een zware wandeltocht maken over rotsige, gladde bergpaadjes en langs diepe vulkaankraters. Of toch liever tot rust komen in een eindeloze zwarte woestijn, of genieten van de machtige oceaangolven? IJsland, voor wie afwisseling en extremen zoekt.

H. van den Berge
10 March 2003 08:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:11
De geiser Strokkur komt ongeveer iedere acht minuten tot leven. Soms spuit hij wel 35 meter hoog. - Foto’s RD
De geiser Strokkur komt ongeveer iedere acht minuten tot leven. Soms spuit hij wel 35 meter hoog. - Foto’s RD

Voorzichtig rijdt de Toyota-jeep het riviertje in. Snel moet de bestuurder zijn route via de ondiepste plaatsen bepalen. Het linkervoorwiel zakt ineens in een kuil. Een waterzuil spat omhoog. Gas geven! Stoppen maakt de kans groot dat de auto vast komt te zitten. De motor gromt, het terreinwagentje krijgt weer vaste grond onder de wielen.

Het is begin september en het vakantieseizoen loopt ten einde. De tocht naar de warmwaterbronnen van Landmannalaugar, in het zuiden van IJsland, duurt al een paar uur. De route voert langs rotsige heuvels, blauwe riviertjes en zwarte zandvlaktes.

Langs de weg staan waarschuwingsbordjes. Tijdens een storm is het beter om hier niet te komen, want dan kan de auto door het zwarte basaltzand worden gezandstraald. In de verte torent de vulkaan Hekla met zijn witte besneeuwde top hoog uit boven de omgeving. Op verschillende plaatsen langs het pad staan seismologische meters, want in de Hekla rommelt het. Nog in 2000 was er een uitbarsting.

De bergen worden grilliger. Ineens voert het pad omhoog. Boven op de top wordt het diepe kratermeer van de uitgewerkte vulkaan ”Lelijke Plas” zichtbaar. De rode wand loopt steil naar beneden. Verderop rijzen machtige tafelbergen omhoog. Vlak voor Landmannalaugar duikt de jeep nog een keer het water in. Toeristen baden op hun gemak in het warme bronwater. Overnachten kan hier alleen in de eenvoudige hut of met een tentje of camper.

Geologisch wonder
In deze omgeving met haar kleurrijke bergen kunnen prachtige wandelingen worden gemaakt. De tocht door het rotsige lavaveld gaat over smalle en soms gladde paadjes. Uit de bergen kringelt op sommige plaatsen stoom. Van afstand lijken het net kokende waterketels, al ruikt de geelachtige zwavellucht bepaald niet lekker.

IJsland mag gerust een geologisch wonder worden genoemd. Het eiland is gevormd door vulkaanuitbarstingen. Daardoor zijn uitgestrekte lavavelden ontstaan, die soms prachtig met dik, zacht mos zijn begroeid.

Indrukwekkend zijn ook de zwarte woestijnen van basaltzand, richting het binnenland. Vroeg in de ochtend rijden we een stukje de zandvlakte in. In het heuvelachtige gebied gaat de asfaltweg al snel over in een hobbelig gravelpad. Zover het oog reikt, ligt er alleen maar zwart zand.

Gids Solveig Thorbergsdötter wijst naar een grote, witte gletsjer in de verte en geeft een stopsein. Uitstappen. En dan een poosje de woestijn in. Individueel. „Dat laat ik toeristen altijd doen, omdat het een bijzondere ervaring is. Op zo’n manier kom je echt tot jezelf.” De gids heeft gelijk. De titel van het bekende boek ”Alleen op de wereld” komt al snel naar boven. Er is hier nauwelijks een teken van leven te bekennen. Heel af en toe is er een plukje mos of een armetierig struikje te zien, maar daar houdt het mee op.

Jarenlang kwamen Amerikaanse astronauten naar deze streken om te trainen vanwege de gelijkenis met het maanlandschap. „Later zeiden ze dat het hier meer op de maan lijkt dan op de maan zelf”, zegt Solveig glimlachend.

Geisers
Het vulkanische IJsland borrelt, kookt en spuit nog steeds. Dat is goed te zien bij de beroemde geisers, een paar uur oostwaarts rijden van de hoofdstad Reykjavik. De bekendste is de Geysir, waarvan de naam geiser afkomstig is. Vroeger spoot hij ieder halfuur een waterstraal van 40 tot 60 meter soms minutenlang omhoog, maar door de gewoonte van de beheerders om wasmiddel in de geisers te gooien stopte IJslands visitekaartje, zo blijkt uit een toelichting in het vlakbij gelegen bezoekerscentrum.

Hierdoor trekt de geiser Strokkur, op 100 meter van de Geysir, inmiddels alle aandacht. Ongeveer iedere acht minuten komt hij tot leven, zo staat in de folders. Gespannen afwachten dus, met de camera in de aanslag. Het water komt toch nog onverwacht. De Strokkur spuit het tientallen meters de lucht in. Een machtig gezicht, zo’n waterzuil.

Hetzelfde geldt voor de Gullfoss, een van IJslands mooiste watervallen, die circa 10 kilometer verderop ligt. Het water valt in twee trappen, die haaks op elkaar staan, ruim 32 meter naar beneden. Door de kracht hangen er boven de waterval grote nevelwolken.

Het toeristenseizoen op IJsland begint ongeveer in april en duurt tot half september, vertelt Jon Harry Njardarson, die in de buurt van de geisers en de waterval het kleine hotel Brattholt beheert. „Er komen hier vooral Fransen, Italianen en Duitsers, maar ook steeds meer mensen uit andere landen zoals Nederland.”

IJsland is met name aantrekkelijk voor sportief ingestelde mensen die van avontuur houden. Zij nemen de hoge prijzen, het wisselvallige weer en de muggen op de koop toe, omdat het eiland veel te bieden heeft. Wandelen, fietsen, met een sneeuwscooter op de gletsjer of wildwaterkanoën in de riviertjes, het kan allemaal.

Bijgelovig
Eeuwenlang was IJsland onbekend. Er kwam en woonde niemand. De eerste viking die zich permanent op IJsland vestigde, was Ingolfur Arnarson in 874 na Christus. Na een paar jaar streek hij neer in het zuidwesten, aan de oceaankust. Omdat hij overal rookpluimen zag -het ging om stoom van warme bronnen- noemde hij deze plaats Reykjavik, ofwel rookbaai.

Meer dan de helft van de ruim 280.000 IJslanders woont in of in de omgeving van de hoofdstad. Elders op het eiland -2,5 keer zo groot als Nederland- zijn dus nauwelijks mensen te bekennen. Op het platteland is af en toe een dorpje te zien, met een luthers kerkje. Veel belangstelling hebben de vriendelijke, vrijzinnige IJslanders daar niet voor. „Bijna iedereen is wel lid, maar het kerkbezoek is minimaal”, aldus Jon Harry. „IJslanders zijn overigens behoorlijk bijgelovig. Ze geloven vaak ook in spoken en elfjes.”

IJsland is een bijzonder land, ook als het donker is. ’s Avonds laat ontwikkelt zich plotseling een prachtig schouwspel. De sterren steken scherp af tegen de zwarte lucht, maar dan duiken er ineens allerlei kleuren op aan het firmament. Het lijken wel zilveren, groene en gele gordijnen, die als een soort vitrage een kwartier lang door het luchtruim schuiven. Ook het noorderlicht is IJsland.

Voor informatie: Icelandair Amsterdam, tel. 020-6270136; www.icetourist.is; www.ijsland.nl; www.farmholidays.is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer