Uit dat onderzoek blijkt onder meer dat twee derde van de ondervraagden denkt dat het ingezamelde geld niet goed terechtkomt. „Zeker 30 procent meent dat deze hulp wel op de juiste manier wordt besteed. De helft (54 procent) heeft weinig vertrouwen in de uitvoering van particuliere initiatieven en 38 procent ziet dit wel positief in", aldus het onderzoek.„Wij merken dat er vragen zijn bij de Nederlandse bevolking. Daarom hebben we dinsdagavond ook een chat georganiseerd om rechtstreeks met de Nederlanders te communiceren over de hulp. Dan zie je dat er veel kritische vragen zijn, zeker naar aanleiding van de tsunami", zegt Karimi.

Naar aanleiding van de noodhulp aan de bevolking in Haïti denkt ze erover om te zijner tijd nieuwe communicatiemiddelen te gebruiken om de bevolking te vertellen hoe hulpgelden worden verdeeld. „We moeten ook in het begin direct goed aangeven wat we wel en niet kunnen, gewoon realistisch zijn".

Vrijwel al het geld gaat volgens haar nu puur op aan het redden van levens: water, voedsel, dekens en tenten. „We zijn daar nu niet om ontwikkelingssamenwerking op te zetten of economische groei te creëren. Omdat we geen hulpafhankelijkheid willen creëren, willen we ook zo snel mogelijk overgaan naar wederopbouw".

Karimi noemt Haïti de moeilijkste operatie voor hulporganisaties tot nu toe, omdat vrijwel alle overheidsstructuren zijn weggevaagd. „Het zal lang duren voordat je niet alleen het puin hebt opgeruimd en huizen hebt opgebouwd, maar ook weer overheidsinstellingen hebt kunnen opzetten".