Buitenland

‘Oranjeteam’ strandt op Curaçao

De hele wereld stuurt hulp naar Haïti. Het Nederlandse USAR-team vertrok donderdag naar het zwaar gehavende land, maar strandde op Curaçao.

Riekelt Pasterkamp
15 January 2010 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 09:37
EINDHOVEN - USAR-team strandde op Curaçao. Foto ANP
EINDHOVEN - USAR-team strandde op Curaçao. Foto ANP

Acht honden en zestig mensen telt het Urban Search and Rescue Team (USAR) dat donderdag vanaf de vliegbasis Eindhoven naar Haïti vertrok. In het laadruim van een KDC-10 van de Koninklijke Luchtmacht gingen ook 15 ton aan hulpgoederen mee.Haïti werd echter niet bereikt. Door de chaos op het vliegveld van de hoofdstad Port-au-Prince moest het vliegtuig uitwijken naar de Dominicaanse Republiek en vandaar naar Curaçao. Het team was vanmorgen in afwachting van een mogelijk vertrek naar het zwaar getroffen land.

Het is de derde keer dat de gespecialiseerde eenheid, die in februari 2004 operationeel werd, naar een buitenlands rampgebied wordt gestuurd om hulp te bieden.

De mannen en vrouwen willen op Haïti zoeken naar nog levende slachtoffers van de aardbeving die onder het puin bedolven liggen. Hiervoor is het team uitgerust met zeer geavanceerde technische hulpmiddelen.

Keuken

Directe aanleiding voor de komst van het Urban Search and Rescue Team waren de rampen in Volendam en Enschede. Het ’Oranjeteam’ –de medewerkers zijn gehuld in oranje met zwarte kleding– bestaat uit maximaal 65 mensen: artsen, verpleegkundigen, brandweerlieden en militairen. De eenheid heeft ook acht speurhonden tot zijn beschikking om slachtoffers op te sporen.

De totale groep hulpverleners kan in vier teams worden gesplitst die binnen een afstand van 5000 kilometer in 24 uur op de plaats van bestemming kunnen zijn. Het team is, onder meer door de aanwezigheid van keukenpersoneel, in staat om ook in afgelegen gebieden volledig zelfstandig te opereren.

Enkele weken nadat de eenheid operationeel werd, kreeg USAR zijn vuurdoop in Marokko ,dat begin 2004 door een zware aardbeving werd getroffen. Hoewel USAR daar geen slachtoffers vond, sprak de leiding van het team bij terugkomst in Nederland toch van een geslaagde missie omdat de eenheid zich nuttig maakte met hulpverlening en verkenningstochten. In oktober 2005 werd USAR na een aardbeving naar Pakistan gestuurd. Haïti moet dus de derde buitenlandse inzet worden.

Adrenaline

Inzet van het team in Nederland, Aruba of de Nederlandse Antillen wordt beoordeeld door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor inzet in het buitenland valt de coördinatie van USAR onder het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Snelle inzetbaarheid is het kenmerk van USAR. Zeker bij een aardbeving telt immers ieder uur. Een uitruk duurt, uit en thuis, maximaal tien dagen. Zodra er maar ergens op de wereld een natuurramp plaatsvindt, gaan de harten van de USAR-mensen sneller kloppen.

Na de zeebeving op Tweede Kerstdag 2004 in Azië mocht het Oranjeteam niet uitrukken. „De adrenaline kolkt door mijn lichaam”, zei landelijk commandant Rob Brons destijds in een interview met deze krant. De brandweerman was graag gaan helpen in Azië maar zijn team werd niet gevraagd. „Thuisblijven voelt niet goed.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer