Megakerk verschiet van kleur
„Elf uur zondagmorgen is het meest gesegregeerde tijdstip van de week”, aldus Martin Luther King in 1963. Bijna vijftig jaar later zijn de kerken in de VS nog steeds grotendeels langs raciale lijnen opgedeeld. Er lijkt echter een kentering zichtbaar.
Volgens prof. Michael Emerson van Rice University, die veel onderzoek doet naar ras en geloof, is het aantal kerken in de VS met een andersgekleurde minderheid groter dan 20 procent, de afgelopen negen jaar blijven steken op 7,5 procent. Een opvallende uitzondering zijn evangelicale gemeenten met meer dan duizend bezoekers. Zij laten een groei zien van 6 procent in 1998 naar 25 procent in 2007, becijfert Emerson.Een voorbeeld van deze ontwikkeling is de bekende Willow Creek Community Church. De megakerk in Chicago –ruim 23.000 leden, kerkgebouw met 7800 zitplaatsen– stond vorige week in de schijnwerpers van het tijdschrift Time (oplage 3,4 miljoen). ”Kunnen megakerken de raciale kloof overbruggen?” luidt de kop boven het artikel.
Toen Willow Creek begon, wees in ieder geval niets in die richting. Bill Hybels, die nog steeds voorganger is, zette de gemeente in 1975 op met enkele vrienden. Doel was om zo veel mogelijk onkerkelijke inwoners van Chicago te bereiken. De kerk groeide explosief, onder andere door toepassing van het principe dat mensen graag naar de kerk gaan met mensen die op hen lijken in leeftijd, inkomen en ras. Een geheel blanke gemeente was het gevolg.
Tien jaar geleden veranderde dat. Toen Hybels met vakantie ging, gaf de enige Afro-Amerikaanse medevoorganger van Willow Creek hem een boek in handen van de eerdergenoemde Michael Emerson, ”Divided by Faith: Evangelical Religion and the Problem of Race in America” (Gescheiden door het geloof. Evangelicale religie en het rassenprobleem in Amerika).
Evangelicalen hadden minder kennissen onder andersgekleurde minderheden dan niet-evangelicalen, stelde Emerson op basis van eigen onderzoek. De meeste evangelicalen beschouwden raciale ongelijkheid als iets dat niet bestond of als een gevolg van persoonlijke zonden, in plaats van een gebrek in de maatschappij. Deze en andere aannames creëerden een kerkelijk klimaat dat deelname van minderheden ontmoedigde, concludeerde Emerson.
„Een blikseminslag”, noemt Hybels het effect dat het boek op hem had. „Als ik vandaag bepaalde Bijbelteksten lees die mij raken als het gaat om raciale verzoening, vraag ik mij af hoe iemand ze over het hoofd kan zien. Toch was ik zelf jarenlang zo iemand.” Het boek van Emerson overtuigde hem ervan dat „raciale verzoening wezenlijk hoort bij het Evangelie.”
Vanaf dat moment verwees Hybels in zijn preken geregeld naar de rassenproblematiek in de Amerikaanse geschiedenis en de ongelijkheid die gekleurde minderheden nog steeds ervaren. Het bereiken van mensen van een ander ras is een deel van hoe Willow Creek als kerk wil zijn, vertelde hij zijn gemeente. „Als het geen deel kan zijn van hoe u bent, moet u wellicht een kerk gaan zoeken die zwijgt over dit onderwerp.”
Als gevolg van de koerswijziging telt Willow Creek nu 20 procent kleurlingen. Het leiderschap wordt nog wel gedomineerd door blanken. „Zeer frustrerend”, noemt Hybels dat. De leidende posities worden bekleed door mensen die al lang bij de kerk betrokken zijn, en die zijn overwegend blank, geeft hij als verklaring. Voor veel blanken is het wellicht nog een te grote stap om door een zwart iemand de Schrift uitgelegd te krijgen, suggereert Time.
Het voorbeeld van Willow Creek is „bemoedigend”, schrijft de zwarte gereformeerde baptistenpredikant Thabiti Anyabwile op zijn weblog. Willow Creek heeft het echter relatief gemakkelijk als grote kerk in een multiculturele omgeving, denkt hij. Het zou nog indrukwekkender zijn als deze ontwikkeling ook te zien zou zijn in kleine kerken in een omgeving die historisch en sociaal langs etnische scheidslijnen is opgedeeld.
Wat daar vooral voor nodig is, is „evangelische heiligmaking”, meent Anyabwile. „We hebben de genade nodig van de bekering die de Heere zo te zien aan Hybels gegeven heeft. We moeten werken aan een kerk waarin plaats is voor alle volken.”
Kleurlingen in het leiderschap zijn daarvoor cruciaal, stelt de zwarte voorganger. „Zwarte mannen en vrouwen hebben al lang geleerd om zich te onderwerpen aan het leiderschap van degenen die een andere etniciteit hebben. Zolang blanke mannen en vrouwen niet hetzelfde leren, zullen we geen werkelijke verscheidenheid zien.”