Woord en daad horen bij elkaar
Woord en daad mogen niet gescheiden worden, reageert dr. C. S. L. Janse op Wilco Boender. Dan doet de boodschap die het Leger des Heils brengt er wel degelijk toe.
Is het verdedigen van de refozuil iets anders dan het verdedigen van de gereformeerde leer? Dat is zeker het geval, al staan die twee niet los van elkaar. In de verschillende reformatorische organisaties gaat het ook om de ethiek, om de concrete levenswandel. Het gaat om de uitwerking en concretisering van de gereformeerde beginselen. Hoe geven wij het redactionele beleid van een RD gestalte? Hoe stellen we ons in de politiek op? Welke regels gelden op een reformatorische school? Hoe dient het leefklimaat te zijn in een reformatorische instelling voor gehandicaptenzorg?Vervolgens lanceert Boender de stelling dat veel kenmerken van de zuil jammer genoeg haaks staan op de gereformeerde leer. Ook dit is weer een stelling waarvan de onderbouwing ontbreekt. Zit hier een andere omschrijving achter van het begrip gereformeerd dan in bevindelijk gereformeerde kring gebruikelijk is? Dat zou een verklaring kunnen zijn.
Dan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De les daarvan zou moeten zijn dat hulpverlening en welzijnswerk niet langs dogmatische lijnen lopen. Laten we dat eens even analyseren. De strekking van de gelijkenis is dat onze verantwoordelijkheid voor de naaste de grenzen van volk en godsdienst (en andere grenzen) overschrijdt.
Maar is die gelijkenis een argument om Woord en daad te scheiden? Zo is dat nooit opgevat. In het klassieke bevestigingformulier voor ambtsdragers staat dat de diakenen met „troostelijke redenen uit het Woord van God” hulp moeten bewijzen. Trouwens ook het Leger des Heils ging uit van de drieslag ”soup, soap and salvation”. Maar dan is ook relevant welke heilsboodschap gebracht wordt.
Wat valt te zeggen over de verhouding van het materiële en het existentiële? Ons bestaan heeft een materiële zijde, daarover kunnen we het eens zijn. Maar geld en bezit vormen heel gemakkelijk ook een groot gevaar. Zowel voor mensen die er veel van hebben als voor hen die er nauwelijks iets van bezitten. Moeten dan kunst en cultuur daartegenover als alternatieven worden aangeprezen? De Bijbel weet van een beter alternatief. Het gaat om de spijs die blijft tot in het eeuwige leven (Joh. 6:27).
Kleding
Dan wijst Boender nog op een kledingadvertentie die geen goed zou doen aan het orthodox-christelijke leven. Dat lijkt mij echter overdreven. Uit het oogpunt van zedelijkheid en klimaat hebben we kleding nodig. Liefst fatsoenlijke kleding, zonder dat dat meer geld kost dan nodig is. De advertentie sluit daar tamelijk bij aan.
Ten slotte de verhouding tussen katholieke breedte en bevindelijke diepte. Daar is zeker een samenhang tussen. Het gaat daarbij wel om de ware bevinding, niet om spiritualiteit in het algemeen. De Bijbelse, gereformeerde leer moet met het hart verstaan worden. Dan is zalig worden aan onze kant onmogelijk, maar is er een onbevattelijke ruimte in God.
De auteur is oud-hoofdredacteur van deze krant.