Onderaards schoon
De Franse Dordogne is prachtig boven de grond. Maar ook onder het aardoppervlak is er veel moois. Grotten zijn er genoeg. Twee uitersten: Padirac en Domme.
Domme is een typische bastide. Zo’n vesting was in onrustige tijden een uitvalsbasis voor handelaren en soldaten. Kenmerkend in het kleine stadje is het schaakbordachtige stratenpatroon. Domme ligt aan de rivier Dordogne en werd aan het eind van de 13e eeuw gebouwd.
De Dommenaren wisten toen niets van de grotten onder het stadje. In 1912 ontdekten kinderen die. In de jaren vijftig werden ze toegankelijk voor toeristen.
Midden op het marktplein onder het 17e-eeuwse stadhuis begint de rondleiding met Olivier Le Boucher. Hij werkt bij de gemeente Domme.
De grotten zijn Le Bouchers kindje. In zijn vrije tijd verdiept hij zich in het ontstaan en de ontwikkeling van grotten. Doel van zijn activiteiten: strijden tegen bestaande mythes. Het is bijvoorbeeld niet zo dat een stalactiet maar 1 of 2 centimeter per eeuw groeit, aldus Le Boucher. Hij kan zich boos maken om gidsen die alleen wijzen op bijzondere vormen in de gesteenten: beesten, smurfen en andere figuren. Nee, hij wil zijn bezoekers iets leren: over stalactieten en stalagmieten, over kolommen en pijlers, over draperieën en spleten.
En dat doet Le Boucher met verve. Hij houdt van dit onderaardse. Met lede ogen ziet hij dat toeristen in vroeger tijden stalagtieten afbraken en meenamen als souvenir. „Stelen is dat, niets anders.”
De grotten van Domme hebben vier zalen. De lengte is totaal 400 meter. Le Boucher is zuinig op ‘zijn’ grotten. Lampen mogen er niet te lang aan: door licht en warmte groeit alg. ’s Zomers leidt de gids toeristen rond, ’s winters pleegt hij onderhoud. Domme promoot de grotten niet. „We moeten vaak mensen wegsturen omdat de groepen te groot zijn.”
Gouffre de Padirac is totaal anders dan Domme. De grotten zijn er een grote toeristische trekpleister. Eenmaal voorbij de kassa begint de afdaling. Via een lift en verschillende trappen gaat de tocht een schacht in van 110 meter diep. Beneden begint een galerie, uitgesleten door een onderaardse rivier.
De eerste paar honderd meter zijn per voet af te leggen, daarna moet het per boot. In een krappe platbodem gaat de tocht verder. Het is fris en vochtig, zo diep onder de grond. Overal klinkt gedrup.
Na 600 meter varen laat een gids het mooiste deel van de grotten zien: enorme stalagtieten van tientallen meters lang, bijzondere figuren in de rotspartijen en als kers op de taart een zaal die zo groot is als een kathedraal: 94 meter hoog is deze ruimte. Het dak ligt maar 5 meter onder het aardoppervlak.
De voertaal van de rondleiding is Frans. Af en toe probeert de gids iets in het Engels duidelijk te maken. Dat lukt gedeeltelijk. Of het aan zijn gebrekkige talenkennis ligt? Zelfs het Franse woord voor 1889, het jaar waarin de grotten werden ontdekt, kan hij amper uitspreken. En hij loopt ook niet al te recht.
www.franceguide.com/nl; www.ot-domme.com; www.gouffre-de-padirac.com.
Inscripties in de poort
Domme is gebouwd in 1280. Religie was geen kernactiviteit in Domme. De kerk staat niet aan het marktplein maar wat achteraf.
Domme heeft twee stadspoorten. Een daarvan is de Porte des Tours. Daar zaten van 1307 tot 1318 zeventig tempeliers gevangen. Zij werden door Filips de Schone beschuldigd van ketterij. In de muren graveerden de gevangenen christelijke tekens. De poort met inscripties is te bezichtigen.
In 1562 begon in Frankrijk de eerste godsdienstoorlog. In de streek rond Domme nam het aantal hugenoten snel toe. Domme bleef lang katholiek. In 1588 nam de hugenoot Geoffroi de Vivans de stad in.