Vals spel in de Alpen
Zonder zwoegen de berg op? Wie redelijk ontspannen met de tweewieler de Alpen in wil, neme de E-bike, de elektrische fiets. Vals spel is het natuurlijk wel.
Is het verbeelding? Of is er iets te lezen van afkeuring in de ogen van de man op de tractor, daar in de Zwitserse Alpen, niet ver van bergdorp Meiringen?Onmiskenbaar heeft het iets potsierlijks. Met een elektromotortje op je fiets de bergen in. Een flinke accu boven de kettingkast, een reserveaccu op de bagagedrager.
De E-bike (te huur voor ongeveer 20 euro per dag) geeft je een duwtje in de rug. Weliswaar moet je trappen, maar op steile hellingen voelt het alsof een reuzenhand je voortstuwt.
Startpunt van de 35 kilometer lange E-biketocht is bergdorp Meiringen. De Aare-Route, vernoemd naar de rivier, voert richting Interlaken. Zodra de weg flink omhoog gaat, gaat de hendel op de hoogste stand.
Net als in Nederland kent de fiets met trapondersteuning ook in Zwitserland een flinke opmars. „Voor mensen die niet zo sportief zijn en toch in de bergen willen fietsen, is de E-bike geschikt”, zegt Christine Flück van het toerismebureau in de regio Haslital, in Berner Oberland.
Schuldgevoelens liggen op de loer. Op een fors stijgende weg leunt een klein meisje met haar fiets tegen een vangrail. Dat kind heeft vast geen trapondersteuning.
Het Zwitserse bergland is fraai. Rechts de Brienzersee, een meer tussen de bergen. In de verte besneeuwde toppen. Hier een groene Alpenweide –met koeien met bellen–, daar een fleurige bloembak, ginds een daverende waterval. Een houten bordje bewijst eer aan de Schepper. „Kommet her und sehet an die Werke Gottes, der so wunderbar ist!” (Kom hier en aanschouw het werk Gods, die zo wonderbaar is”).
Op dag twee van de fietstoer is de E-bike verruild voor een mountainbike. Zonder accu. Zo’n 35 kilometer van de Panorama Bikeroute naar Thun staat op het programma.
Startpunt Waldegg, een bergdorpje, is deze morgen gehuld in de mist. Het zicht reikt nauwelijks een paar honderd meter. Klimmen, dalen, ploeteren. Over glibberige paden, door dampend bos, langs alpenweides. In een wereld van nevel, modder en geurend hout.
Vanuit de mist doemen vakantiegangers Heinz en Ursula Späth uit Neurenberg op. Ze zijn in hun sas. Ursula: „Hier in de buurt zit de Von Dänikenweg, vernoemd naar een dichter. Hij noemde dit gebied de mooiste plek ter wereld. Ik kan me dat best voorstellen.”
Pech! Een uur na de start in Waldegg knapt de ketting. Er zit niets anders op dan met de fiets aan de hand terug te gaan naar het startpunt. Een vriendelijke monteur krijgt de mountainbike binnen een halfuur aan de praat. Ieder nadeel heeft zijn voordeel, want bij de herkansing vanuit Waldegg blijkt dat de mist flink is opgetrokken.
Niet iedere fiets is geschikt voor een tocht in de bergen. Dat merkt Doug Wenger (39) uit de Amerikaanse staat Texas, die samen met zijn vrouw Rayma op wereldreis is. In Bern hebben ze een paar goedkope brikken gekocht. De twee duwen hun stalen ros de berg op. „Holland zal vlakker zijn”, stelt de Amerikaan vast.
Eindigde de E-bikedag in stromende regen, een lange, mooie afdaling naar Thun vormt de finale van de mountainbiketour.
Zwitserland kan ook onverwacht plat zijn. De derde dag van de fietstocht, van Thun naar Bern, waan je je af en toe in Nederland. Uitgestrekte weides met roodbont vee. Schoolkinderen skeeleren over het asfalt.
Zestiger Heinz Streit kent de omgeving als zijn broekzak. Jaarlijks trapt hij rond de 22.000 kilometer weg tussen Thun en Bern. Weer of geen weer. „Dit is een wonderlijk mooie omgeving.” Zijn beweeglijkheid komt zijn gezondheid ten goede. „Ik woog eerst 120 kilo en ben afgevallen naar 84.”
Tot vlak voor Bern is het landschap groen. Maar dan komt, na zo veel rustige bergweggetjes, dat onverbiddelijke stoplicht. De finish is per slot van rekening in de stad.
swisstravelsystem.ch; swisstrails.ch; MySwitzerland.com, of telefonisch 0080010020030 (gratis); NSHispeed.nl, de hogesnelheidslijn ICE International rijdt dagelijks verschillende keren naar Basel in Zwitserland.
Thun worstelt met water
Water is vriend én vijand van Thun, een Zwitserse stad aan de monding van de Thunersee.
„Als het in de bergen heftig onweert en er veel regen valt, kan het water in een paar uur flink stijgen”, zegt Karin Scheiwiller van het toerismebureau in Thun. Op een zachte voorjaarsavond wijst ze over de eeuwenoude stad.
Thun is de flessenhals van de Thunersee. Het meer mondt uit in de rivier de Aare. Die splitst de stad in tweeën. Beide rivierarmen, enkele meters breed, doorkruisen de oude binnenstad, om later weer bij elkaar te komen.
Als de zon schijnt, laten jongeren zich op warme dagen meesleuren op een snelstromende rivierarm, toeristen vermaken zich op het meer.
Hoe anders is het als natuurkrachten loskomen. Bij overvloedige regenval –in combinatie met smeltwater uit de bergen– wast het water van de Aare verraderlijk snel. In 1999 en 2006 rees het water boven de kades van de rivierarmen. „De binnenstad stond onder water. Heel gek”, vertelt Schweiwiller.
In de strijd tegen stijgend water besloten de autoriteiten in Thun een tunnel aan te leggen. Die is bedoeld als opvangreservoir en kan zo de beide rivierarmen van de Aare ontlasten.
Blikvanger in Thun is het kasteelslot. De torens rijzen boven de stad uit. Grondlegger van het eeuwenoude kasteel is de invloedrijke adellijke familie Von Zähringen. Oorlog bleef de burcht gespaard. Wel ging het er soms heftig aan toe. Bijvoorbeeld toen Eberhard von Kyburg zijn broer in 1322 tijdens een ruzie om een erfenis uit een raam smeet. De man overleefde het niet.
In het slot zijn onder meer oude uurwerken, muziekinstrumenten en militaire uitrustingen te bewonderen.
Een andere attractie in Thun is het Wocher Panorama. In het ronde gebouw zijn metershoge schilderingen van de uit Basel afkomstige schilder Marquard Wocher te zien van Thun uit de periode 1809-1814.
Bern vreest vuur
De inwoners van Bern waren vroeger zeker zo bang voor vuur als voor vijandelijke troepen. Nu nog is een uitslaande brand in de monumentale stadskern een nachtmerrie voor de autoriteiten.
„Tien jaar geleden was er een kleine brand in de binnenstad”, zegt stadsgids Ursula Schoch. Vanuit de klokkentoren (Zygtlogge), een van de bekendste attracties van de Zwitserse hoofdstad, wijst ze naar de wirwar van eeuwenoude panden in het historische stadscentrum. „Gelukkig sloeg het vuur niet over.”
In 1405 ging het wel flink mis. Het vuur legde 600 houten huizen in de as. „Vanaf toen zijn de huizen in steen gebouwd.”
De klokkentoren vormde in vroeger tijden aan westelijke zijde een uitkijkpost. Wachters moesten vijandelijke troepen in de gaten houden, maar ook alarm slaan bij brand. De stad had aan een westelijke muur genoeg. Aan de andere kanten van Bern zorgde het water van de rivier de Aare, die in een U-vorm om de oude stad heen loopt, voor een natuurlijke verdedigingslinie.
De brede hoofdstraat in de stadskern, nog altijd dé winkelstraat van de Zwitserse hoofdstad, geldt al eeuwen als handelsplaats. „Stadsoprichter Von Zähringen wilde ruimte om markt te kunnen houden.”
Bern mag dan regeringscentrum zijn, de inwoners houden niet van koude drukte, zegt Schoch. Ze legt de link met de beer, verwerkt in het stadsembleem. „Net als een beer is iemand uit Bern wat langzaam, bedachtzaam. Mensen uit Bern zijn zeer solide, bescheiden ook. Vroeger al werden de rijken onder eenzelfde eenvoudig houten kruis begraven als de boeren.”