„Hogere AOW–leeftijd stap in goede richting”
DEN HAAG (ANP) – De verhoging van de AOW–leeftijd moet niet gezien worden als het eindpunt in een reeks van maatregelen om ervoor te zorgen dat oudere werknemers langer betaald werk verrichten. „Het is een volgende stap in de goede richting", stelt de hoogste ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, Chris Buijink, in het traditionele nieuwjaarsartikel in het economenvakblad ESB. Hij pleit onder meer voor verkorting van de duur van de WW–uitkering.
Buijink, die vorig jaar in het 52e nieuwjaarsartikel aandrong op verhoging van de AOW–leeftijd, ziet het besluit hierover als een doorbraak. Maar daar mag het niet bij blijven. Hij benadrukt dat Nederland vergrijst en dat we ondanks de huidige economische situatie en oplopende werkloosheid afstevenen op een krapte op de arbeidsmarkt in 2020.Uit het artikel blijkt dat het de goede kant opgaat met de ouderen op de arbeidsmarkt, maar voor Buijink is het niet genoeg. Sinds 2006 is de arbeidsparticipatie in de groep 55– tot 60–jarigen gestegen van zo’n 55 procent naar ruim 62 procent. Bij de 60–plussers nam dat toe van 20 naar 26 procent. Maar de topambtenaar stelt ook vast dat slechts een kwart van de werkloze 55–jarigen binnen een jaar een baan vindt. „De baan–baan–mobiliteit van werknemers van 55 tot en met 59 jaar is vier keer zo laag als die van 40– tot 44–jarigen".
Extra arbeidskortingen en een doorwerkbonus om ouderen langer aan de slag te houden gaan op termijn zo’n 2 miljard euro per jaar kosten. Buijink vindt dat de echte oplossing gezocht moet worden in „een beter functionerende arbeidsmarkt".
Voor oudere werknemers is het nog steeds aantrekkelijk om via de WW uit te treden. Voor de werkgever die iemand ontslaat maakt het niet uit of die snel weer werk vindt. Buijink vindt dat werkgevers financieel geprikkeld moeten worden om te investeren in de inzetbaarheid van werknemers. Hij pleit ervoor de hoogte van de WW–premie voor de werkgever te laten afhangen van scholing, of de WW voor een deel te vervangen door een periode waarin de werkgever het loon moet blijven doorbetalen. Ook oppert Buijink de mogelijkheid om mensen de kans te geven zichzelf te verzekeren voor een korte periode van werkloosheid en de WW alleen te laten gelden voor werkloosheid die langer duurt.
Buijink stelt verder vast dat in Nederland vaak de lonen sterk stijgen met de leeftijd van de werknemers. Bovendien wijst hij erop dat het voor werkgevers duur is om een oudere werknemer te ontslaan, omdat de ontslagvergoeding stijgt met het aantal dienstjaren. Dit kan ertoe leiden ertoe leiden dat werkgevers graag van deze dure werknemers afwillen door ze vervroegd met pensioen te sturen, aldus Buijink.