Inspectie boekenoogst Calvijnjaar
Nog een dag te gaan en het Calvijnjaar is passé. Symposia en debatavonden regen zich aaneen, Calvijnwijn vloeide rijkelijk, Calvijnmokken werden gevuld. Maar vooral het aantal publicaties over de reformator liep in snel tempo op. Calvijnkenner dr. W. de Greef inspecteert de boekenoogst.
Op de huiskamertafel in Leusden heeft dr. De Greef (70) zíjn Calvijnjaaroogst uitgestald. Een hele verzameling – niet alleen Nederlandstalige, maar ook Duitse, Engelse en Franse boeken en boekjes.Hij houdt het allemaal bij. Al vanaf het moment dat hij als hervormd predikant in 1984 promoveerde op ”Calvijn en het Oude Testament”. Vervolgens voor het boek ”Johannes Calvijn. Zijn werk en geschriften” uit 1989.
Maar vooral na zijn emeritaat in 2001 stortte de predikant zich op de Calvijnstudie. Hij startte de website Centrum voor Calvijnstudies, waarmee hij het Calvijnonderzoek wil stimuleren. Minutieus brengt hij de internationale literatuur over de reformator in kaart. Als vrucht van zijn studie verscheen in 2006 het boek ”Calvijn en zijn uitleg van de Psalmen”. Ook publiceerde hij in dat jaar een update van het boek uit 1989. Daarvan verscheen dit jaar in Neukirchen een Duitse vertaling.
Over de vraag welke recente publicatie rond Calvijn er voor hem uitspringt, hoeft dr. De Greef niet lang na te denken: de nieuwe vertaling van Calvijns ”Institutie” (zie eerste kader). Ook de tweede keus komt vrij snel: het lijvige boek dat onder redactie van dr. W. Balke, J. C. Klok en dr. W. van ’t Spijker bij Kok verscheen (zie tweede kader).
Voor zijn derde keus heeft dr. De Greef iets meer tijd nodig. Uiteindelijk grijpt hij een deftig boekje dat nog maar net uit is. Nieuwe vertalingen van geschriften en preken van Calvijn (zie derde kader). „Door de titel moet je even heen. Maar de inhoud, met name de twee preken: dat doet je echt wat.”
Gewone man
Weinig Nederlanders kan het ontgaan zijn dat Calvijn het afgelopen jaar –eigenlijk begon het herdenkingsjaar al in oktober vorig jaar– in het centrum van de belangstelling stond. Op allerlei manieren is de reformator aan de man gebracht: van een hypermoderne glossy, tot een serieuze poging van prof. dr. H. J. Selderhuis om de méns Calvijn vanuit vooral zijn brieven voor het grote publiek te tekenen.
Is de reformator inderdaad dichter bij de mensen gekomen? Dr. De Greef: „Vooropgesteld, er is heel wat verschenen; elke uitgever wilde wel wat doen. Groen kwam met het boekje ”Calvijn spreekt” onder redactie van dr. J. Hoek. De Banier publiceerde van dr. M. A. van den Berg ”Van Noyon tot Genève”, met prachtige foto’s. Zelf heb ik met dr. M. van Campen de Boekencentrumuitgave ”Calvijn na 500 jaar” verzorgd.
Maar het blijkt nog lastig om Calvijn dicht bij de gewone man te brengen. Dr. Mirjam van Veen schreef het boekje ”Koppig profeet en een werelds geleerde”. Volgens de achterflap is het eindelijk een boek over Calvijn voor gewone mensen. Maar hoe kun je Calvijn recht doen in 76 pagina’s!”
Dr. De Greef noemt de radiolezingen die dr. W. F. Dankbaar in de jaren 50 over Calvijn hield, later uitgegeven als ”Calvijn, zijn weg en werk”. „Dát was Calvijn voor de gewone man, op een objectieve manier. Maar als ik uit de oogst van dit jaar een titel moet noemen voor gewone mensen – ik zou het niet goed weten.”
Buitenland
Vooral in het buitenland zijn publicaties verschenen waar dr. De Greef erg blij mee is. Op tafel liggen twee kleine boekjes van uitgeverij Vandenhoeck & Ruprecht in Göttingen. Allebei nog geen 150 pagina’s. Maar toch juweeltjes, vindt de predikant. „Peter Opitz schildert in ”Leben und Werk Johannes Calvins” de reformator in zijn context. Hij is een groot kerkhistoricus in Zwitserland. Een ontzettend goed boekje!” Het andere is van Georg Plasger: een inleiding in Calvijns theologie. „Eveneens een topwetenschapper, die Calvijns denken uitstekend weet te verbinden met nu.”
Ook als het gaat om een goede biografie over Calvijn, komt De Greef in het buitenland terecht. Hij wijst op een mooi uitgegeven geschrift van Bruce Gordon: ”Calvin”. „Een prachtig boek van een eminent kenner van de Zwitserse Reformatie van Yale University. Hij is heel goed op de hoogte van wat er speelt in het Calvijnonderzoek. Het mooie is dat hij Calvijn helemaal schetst in de context van zijn tijd. Dat betreft dus de situatie in Genève en Zwitserland, en Calvijns contact met andere hervormers. Dat mis je nog wel eens in andere boeken. Maar als je die context niet kent, begrijp je weinig van Calvijn. Wat mij betreft wordt Gordons biografie hét boek over Calvijn. Het zou prachtig zijn als het in het Nederlands vertaald kon worden.”
Wensenlijstje
Over vertalingen gesproken: op dat punt heeft dr. De Greef nog wel een wensenlijstje. „Er wordt in het Nederlands zo weinig van Calvijn opnieuw vertaald. Hier en daar zijn stukken gedaan. Bijvoorbeeld het boekje met Calvijns preken over Jakob en Ezau, bezorgd door dr. S. van der Linde. Of de vertalingen met inleidingen door dr. Reeling Brouwer in ”De handzame Calvijn”. Zelf heb ik in ”Het geloof dat wij belijden” Calvijns eerste catechismus uit 1537 vertaald en ingeleid.”
Dr. De Greef noemt ook het recente boekje van dr. H. van den Belt over overheid en godsdienst bij Calvijn: ”De Messiaanse kus”. „Hij geeft een aantal relevante teksten van Calvijn weer in hedendaags Nederlands, om er vervolgens conclusies aan te verbinden. Zo’n opzet vind ik mooi: je laat Calvijn zelf aan het woord.”
Toch kunnen deze goede initiatieven de leemtes niet opvullen. „Er is bijvoorbeeld schreeuwend behoefte aan een nieuwe vertaling van de Bijbelcommentaren in modern Nederlands. Wat we nu hebben, zijn de bekende bruine banden. Maar die vertalingen zijn sterk verouderd, sommige stammen zelfs uit de zestiende eeuw en zijn alleen qua spelling later aangepast. Ter gelegenheid van het herdenkingsjaar heeft De Groot Goudriaan het Psalmencommentaar van Calvijn weer opnieuw uitgegeven. Een prachtige uitgave in twee banden. Maar het is nog gewoon de oude vertaling.”
Er zijn zo veel theologen in Nederland met Calvijn bezig. Is zo’n vertaalproject niet te realiseren? „Het is waarschijnlijk veel te duur om zo’n plan op te zetten. Uitgevers zien dat niet zitten. Daarbij: het Nederlands taalgebied is zo ontzettend klein.”
Dood van Servet
Overziet dr. De Greef het Calvijnjaar, dan is hij aan de ene kant verrast. „Als je kijkt wat er allemaal gebeurd is: ik had niet gedacht dat er zo breed op ingegaan zou worden. Daar ben ik op zich blij mee, want Calvijn leek slechts iemand uit een ver verleden.”
Maar of het beeld van Calvijn blijvend is bijgesteld, betwijfelt hij. „Als het eenmaal in de hoofden van de mensen zit dat Calvijn schuldig was aan de dood van Servet, dan blijft dat erin zitten. Het beeld dat men van hem heeft is meestal gebaseerd op geruchten, niet op kennis. Dat verandert alleen als ze Calvijn zélf gaan lezen. Maar ik geloof niet dat dat veel gebeurt.”
De naam van Calvijn heeft een betere bekendheid gekregen. „Maar als ik kijk naar bijvoorbeeld het dagblad Trouw, dan ging het meer over het calvinisme en de C-factor dan over Calvijn zelf. Trouw heeft niet eens over het verschijnen van de nieuwe vertaling van de ”Institutie” geschreven. Nota bene een historische gebeurtenis!”
Voor de Calvijnkenner staat intussen de actuele betekenis van de reformator als een paal boven water. „Niet omdat hij nu met zulke nieuwe ideeën kwam. Maar omdat hij een man van het Woord was, met een fabelachtige kennis en een enorm geheugen. Dagelijks was hij bezig om de boodschap van de Schrift over te brengen naar de mensen. Daarin oefende hij een enorme invloed uit. Daarin ligt ook zijn blijvende betekenis.”
Vijfde vertaling ”Institutie”
Op eenzame hoogte staat voor dr. De Greef de vertaling die dr. C. A. de Niet van Calvijns ”Institutie” maakte. „Alle lof voor uitgeverij Den Hertog, die deze uitgave aandurfde.” Hij noemt het een „ontzettend belangrijk” en „grondig” werk. „Het is de vijfde vertaling in het Nederlands. Jan Dyrkinus, die in 1560 de eerste verzorgde, klaarde de klus in een jaar tijd. De Niet heeft er acht jaar over gedaan.” Volgens dr. De Greef, die als meelezer bij het project was betrokken, was de vorige vertaling –van dr. A. Sizoo– echt niet meer te doen. „De Niet heeft goed gezien dat het Frans voortdurend meespeelt in Calvijns Latijnse manier van zeggen. Hij heeft vervolgens die brontaal heel mooi omgebogen naar de doeltaal. Hier en daar had het van mij nog wel iets meer spreektaal mogen zijn.”
Zijn werk, zijn leven
Van de Nederlandstalige boeken over Calvijn vindt De Greef de uitgave ”Johannes Calvijn. Zijn werk, zijn leven” (uitg. Kok, Kampen) de beste. De hoofdmoot van dit boek wordt gevormd door een grondige beschrijving van Calvijns leven door dr. W. van ’t Spijker – de oorspronkelijke Nederlandse tekst van een Duitse uitgave uit 2001. Daarnaast hebben dertig deskundigen uit binnen- en buitenland bij wijze van uitstapjes over allerlei thema’s uit Calvijns theologie een bijdrage geschreven, waarmee de lezer een dwarsdoorsnede van het Calvijnonderzoek krijgt. Middenin is een groot deel gewijd aan Calvijns Schriftuitleg. „Ontzettend belangrijk”, zegt De Greef. „Want dat wás Calvijn: Schriftuitlegger. Dat was het belangrijkste deel van zijn dagtaak en het hart van zijn bezig-zijn. Mooi dat dit boek daarop inzoomt.”
Eeuwige voorbeschikking
Als derde boek dat er voor hem uitspringt, noemt dr. De Greef de uitgave ”De eeuwige voorbeschikking Gods” (uitg. Boom, Amsterdam). Het gaat om drie teksten van Calvijn, vertaald door de filosoof en slavist drs. Willem Visser en ingeleid door dr. W. Balke. Als eerste is opgenomen de zogenaamde Consensus Genevensis: een lezing van Calvijn uit 1551 voor de Geneefse predikanten over de verkiezing, die later (in 1562) met instemming van alle predikanten werd gepubliceerd. Vervolgens Calvijns geschrift uit 1552 over ”De eeuwige voorbeschikking Gods”, dat niet eerder in het Nederlands vertaald werd. Ten slotte twee preken van Calvijn uit 1555 over 1 Timothéüs 1:8-10, ook voor het eerst in een Nederlandse vertaling. Vooral de preken hebben De Greef geraakt. „Als je wilt weten hoe Calvijn naar de mensen toe over de verkiezing spreekt, moet je deze preken nemen. Dan kun je de rest ongelezen laten. Schitterend!”