Cultuur & boeken

Kroongetuige van Nederlandse muziekgeschiedenis

Het houdt al jaren de gemoederen in orgelland bezig: de voorgenomen hereniging van Nederlands oudste orgelkas met het originele binnenwerk. Over dit instrument van Peter Gerritsz verscheen een interessant boek.

A. M. Alblas
23 December 2009 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 09:27

De kas van het orgel bevindt zich in de Koorkerk te Middelburg, het originele pijpwerk ligt opgeslagen in een bunker van het Rijk, dat eigenaar is van het instrument. Het Rijk wil deze oude klankbron opnieuw tot klinken brengen op de locatie waar het orgel tot 1886 heeft gestaan: de Nicolaikerk in Utrecht.Over dit instrument van Peter Gerritsz verscheen in de serie ”Nederlandse Orgelmonografieën” een boek waarvan het grootste deel is ingeruimd voor de geschiedenis van het instrument, dat in 1479/1547 gebouwd is. De historie wordt beschreven door orgelkundige Rogér van Dijk. Wim Diepenhorst, een van de rijksorgeladviseurs, geeft een gedetailleerde beschrijving van het orgel.

Een bescheiden hoofdstuk is ingeruimd voor de geschiedenis van de Nicolaikerk, door cultuurwetenschapper Bini Biemans-van der Wal. ”Het orgel als antiquiteit” werd geschreven door hoogleraar kunstgeschiedenis Jos Koldeweij. Marcel Zijlstra, dirigent van Schola Cantorum Amsterdam, tekende voor het verhaal over het liturgisch gebruik van het orgel in de late middeleeuwen.

Het is een interessant boek. Wel moet gezegd worden dat de geschiedenis van het orgel voor een groot deel al eerder is beschreven, door Jan van Biezen in zijn ”Het Nederlandse orgel in de Renaissance en de Barok” (deel 2, blz. 708-730). Wim Diepenhorst heeft in ruime mate van deze bron gebruikgemaakt. Het is dan ook niet waar dat met dit boek de eerste resultaten van het onderzoek naar dit orgel worden gepresenteerd.

Geen gelopen race

Het is echter nog geen gelopen race dat orgel en orgelkas in Utrecht herenigd zullen worden. De Vereniging van Vrijzinnige Hervormden in Middelburg houdt vast aan een in 1952 met drie ministers gesloten overeenkomst. Daarin is de historische orgelkas voor een periode van honderd jaar voor de Koorkerk aan de vereniging in bruikleen gegeven. Zij heeft dan ook bij de rechtbank beroep aangetekend tegen de door de gemeente Middelburg afgegeven monumentenvergunning.

Opmerkelijk dat in het boek deze bruikleenovereenkomst niet wordt vermeld, maar wel de overeenkomst die het Rijk in 2000 heeft gesloten met de protestantse gemeente te Middelburg. Kerkrentmeester Dick Hoek van de Nicolaikerk mag dan speculeren dat „ons oude orgel weer thuiskomt” en dat „lichaam en geest weer worden herenigd.” Volgens Fons Asselbergs, rijksadviseur voor cultureel erfgoed, zal het nog enige tijd duren voordat die droom werkelijkheid wordt.

Asselbergs acht wel de tijd rijp, zoals hij in het woord vooraf in het boek vermeldt, dat het oudste en bijzonderste orgel van Nederland, „dat in 1886 door de Nicolaikerk bij de vuilnisbak werd gezet”, weer tot klinken wordt gebracht. Hoewel, zo erkent hij, er bij de restauratie onvermijdelijk historisch materiaal verloren zal gaan. Dat laatste is dan ook de reden dat tal van deskundigen een pleidooi voeren het historisch materiaal onaangetast te laten.

Besloten is dat van het orgel een replica wordt gemaakt, dat eerst in de Nicolaikerk zal worden opgesteld en daarna zal verhuizen naar het Orgelpark in Amsterdam. Deze ”studiekopie” is door de zakenman en financierder van het Orgelpark, Loek Dijkman, al bestempeld tot ”Van Stratenorgel”, naar rijksorgeladviseur Rudi van Straten.

N.a.v. ”Het oude orgel van de Nicolaikerk te Utrecht. Kroongetuige van de Nederlandse muziekgeschiedenis”, door Henk Verhoef (red.); serie ”Nederlandse Orgelmonografieën” deel 10; uitg. Walburg Pers, Zutphen, 2009; ISBN 9789057305764; 296 blz.; € 34,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer