Ontvrienden als eigentijds ideaal
Vriendschap is de meest geestelijke soort van liefde, schrijft C. S. Lewis. In zijn mooie boekje ”De vier liefdes” wijdt hij het uitvoerigste hoofdstuk niet aan de ouderliefde of aan de erotische liefde, maar aan de vriendschap.
Een echte vriend, zegt Lewis, is een bondgenoot: hij zal je iets geven of lenen als je dat nodig hebt, tegemoetkomen aan je behoeften, op je letten als je ziek bent, zonder aarzelen voor je opkomen in moeilijke situaties. Maar al die dingen vormen niet de kern van een echte vriendschap – het zijn slechts vanzelfsprekende neveneffecten. In de kern gaat het om iets anders.Vrienden houden van elkaar omdat ze iets met elkaar gemeen hebben, omdat ze graag dingen samen doen, omdat ze de wereld op dezelfde manier zien. Wie ”vrienden maken” als doel in zichzelf ziet, zal nooit echte vriendschap kennen: „Waar zou die vriendschap over moeten gáán? (…) Wie nergens naartoe gaat, kan geen reisgenoten hebben.” Het is de gemeenschappelijke gerichtheid, het gezamenlijke doel waardoor de genegenheid groeit en het wederzijdse inzicht verdiept.
Ik moet aan Lewis’ definitie van vriendschap denken als ik lees dat ”ontvrienden” vorige week door internetstemmers gekozen is tot woord van het jaar. ”Ontvrienden” –het dumpen van virtuele vrienden door ze te schrappen uit vriendenlijstjes op netwerksites– is in de loop van 2009 een trend geworden, en voor dat verschijnsel is een mooi Nederlands woord uitgevonden.
Die trend zegt iets over de devaluatie van het begrip ”vriendschap”. Iederéén kan je vriend worden op internet, makkelijk genoeg, je hoeft alleen maar een virtuele uitnodiging te sturen en je kunt weer iemand aan je lijstje toevoegen. Je kunt fanatiek met al die ‘vrienden’ aan het mailen of twitteren slaan, je kunt er ook voor kiezen om ze alleen maar op je lijstje te zetten en verder weinig van je te laten horen.
Maar nu is er ineens de behoefte aan ontvrienden. Volgens trendwatchers worden steeds meer mensen ”netwerkmoe”. Sommigen lijden zelfs aan ”internetburn-out”. Je gaat mensen ontvrienden als je al dat getwitter en gehyve van vage bekenden zat bent, en weer minder vluchtig en gejaagd contact wilt. Daarmee is ontvrienden dus een positiever verschijnsel dan je zou denken: het wijst op de behoefte aan échte vriendschap.
Zo’n vriendschap in de ware zin van het woord kun je niet met tientallen of honderden mensen opbouwen – eenvoudig omdat dat te veel gevraagd is. Echte vriendschap moet onderhouden worden, en dat kost tijd en inspanning. Te veel vrienden zijn dan een te zware last.
Vriendschap kan voorbijgaan, natuurlijk, als mensen veranderen en uit elkaar groeien, als de gemeenschappelijke gerichtheid niet langer vanzelfsprekend is. Dan is er geen redden meer aan – tijd voor ontvrienden.
Toch geloof ik ook dat vriendschap een geschenk is waar je voorzichtig mee om moet gaan, iets kostbaars dat je niet meteen bij het eerste stootje uit je handen laat vallen. Je kiest geen vrienden met het oog op verstandige connecties die je in je carrière en je sociale leven vooruit kunnen helpen. Vriendschap overkomt je.
Zoals Lewis schreef: „Christus kan met recht tegen elke kring van christelijke vrienden zeggen: „Jullie hebben elkaar niet uitgekozen, Ik heb jullie voor elkaar uitgekozen.” Vriendschap is geen beloning voor onze scherpzinnigheid en goede smaak in het opsporen van elkaar. Het is het instrument waardoor God aan ieder de schoonheid van al de anderen toont. Die schoonheid is niets groter dan van duizend anderen, maar door vriendschap opent God onze ogen ervoor.”
Reageren aan scribent?beeldenstorm@refdag.nl.