Lessen uit Siberië
In april van dit jaar maakte ik een reis naar Siberië. Ik was uitgenodigd door Friedensstimme en maakte de reis samen met mijn oud-leerling Peter van der Dool, adjunct-directeur bij deze organisatie.
Ik moet er nog vaak aan terugdenken. De volstrekte verlatenheid van de ijzige toendra hoog boven de poolcirkel. De troosteloosheid van het Noord-Siberische stadje Tiksi. De intimiderende houding van de grenspolitie.Toch zullen de herinneringen aan de gemeenteleden in Moskou en Siberië me langer bijblijven dan de beelden van het imposante landschap. De ontmoetingen met Andrej, Igor, Ina, Irina, Wolodja, Galina, Anita, Eduart, Nadja. En niet te vergeten de samenkomsten in de kleine gemeente van Tiksi.
Verbondenheid
Verbondenheid met broeders en zusters in Jezus Christus. Die verbondenheid ervaar ik verwonderd aan de avondmaalstafel in het eenvoudige kerkgebouw van onze gemeente in Gorinchem. Diezelfde gemeenschap ervaar je in het keurig opgeknapte appartement van een verder vervallen flatgebouw, waar de kleine gemeente van Tiksi samenkomt en het Woord opengaat.
Op reis naar Siberië waarschuwde Peter me al voor enkele dingen, waaraan wij geen betekenis hechten, maar die in de gemeenten daar als ongepast ervaren worden. Bekend is dat roken en alcohol echt taboe is voor Russische christenen.
De kinderdoop erkennen deze christenen niet. Tijdens een samenkomst van de gemeente werd een jongetje, Tolja, opgedragen aan de Heere.
Ik hoef daar niets over te zeggen. Je mag gast zijn van een kerk die verwaardigd is om door veel verdrukkingen heen staande te blijven. Je voelt je er een kleine en onbetekenende christen bij, en het maakt je zeer bescheiden in contacten met de broeders en zusters in Siberië.
Of je nu wilt of niet, ontmoetingen met een kerk in een andere cultuur en met een ander verleden zetten je aan het denken. Wat kun je leren van de Russische kerk? Het denken daarover vraagt zowel relativeringsvermogen als wijsheid.
Ik wil twee dingen doorgeven: over het gebed in het gezin en over het gebed in de gemeente.
In het gezin waar we waren, was er ’s avonds avondsluiting. Het Woord ging open en daar werd iets over gezegd. Daarna knielde het hele gezin en deed ieder die dat wilde hardop een gebed, na elkaar. Ook de jongere kinderen. Een soort kringgebed in het gezin.
Ik merk dat in onze kerken veel (jonge) ouders er tegenwoordig werk van maken om aan tafel met hun kinderen te spreken over de Bijbel. Er zijn ook mooie boekjes voor. Dat is een goede ontwikkeling.
Het spreken over de dingen van God moet gewoon worden. Jongeren kunnen niet genoeg betrokken worden bij het lezen van de Bijbel. Het lijkt me waardevol als in het gezin ook gezocht wordt naar een manier waarop onze kinderen van jongs af aan daadwerkelijk deelnemen aan het gezinsgebed. Mogelijk brengen we het bidden in het gezin wel te eenzijdig onder bij de priesterlijke taak van de vader.
Gebedsgroep
Dan de tweede gedachte. In Moskou zagen we de ondergrondse kerkruimte. Iedere vrijdagavond kwamen daar ongeveer honderd gemeenteleden samen om gezamenlijk te bidden. Iedere avond was er een ander gebedsthema: de bekering van familieleden, de verdrukte christenen, de nood van de tijd, enz.
Wij labelen in onze kerken gebedsgroepen snel als evangelisch. En er gaat ook veel fout op dat gebied. Maar moet ons dat de ogen doen sluiten voor de grote waarde van het gebed in de gemeente? Is het niet wat karig als het gebed van de gemeente beperkt blijft tot de zondagse eredienst?
Ook in de tijd van Smijtegelt kwamen vromen bijeen om te bidden voor de nood van de tijd. De predikanten Bloemendal en Klaassen schreven vorige maand in deze krant ook een artikel over dit thema en vertelden hoe gemeenteleden van Spurgeon samen kwamen om te bidden. Lees het boek Handelingen over het eendrachtig gebed van de jonge christengemeenten.
Lijken we daar nog een beetje op? Verwachten we wel genoeg van het gelovige gebed? Zouden we in een gemeente geen zegen kunnen verwachten als Gods kinderen regelmatig in de kerk bijeen zouden komen om samen de nood van de tijd, de zorgen van de gemeente aan de Heere voor te leggen.
We kunnen er minstens over nadenken hoe we dat in wijsheid kunnen organiseren, zodat het stichtelijk blijft en uitwassen voorkomen worden.
Kurk
We zijn druk met het organiseren en analyseren van enquêtes over betrokkenheid van onze jongeren. We beleggen conferenties over mediagebruik. Allemaal prima. Maar misschien laten we het belangrijkste liggen, omdat we er niet goed weg mee weten. De nood is hoog.
Het was zeer passend dat vorige week op de jubileumbijeenkomst van het LJC iedere deelnemer een kurk meekreeg, omdat het gebed van de Kerk de kurk is waarop ook de jongere drijft. Als we dat werkelijk geloven, kunnen we de moed opbrengen om na te denken hoe we dat gebed in de gemeenten meer gestalte kunnen geven.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.