UNPO is een niet-gouvernementele organisatie die meer dan vijftig volken, zoals Tibetanen, Papoea’s, Oeigoeren en Mapuche’s, bijstaat. De organisatie is in 1991 opgericht en zet zich in voor ongeveer 120 miljoen mensen, aldus Alptekin. De activiteiten richten zich bijvoorbeeld op behoud van culturele identiteit en leefgebied, mensenrechten en onderdrukte volken.

Alptekin wijt het geldgebrek aan de wereldwijd verslechterde economische situatie. „We kunnen geen geldschieters meer vinden, zodat we de huur niet kunnen betalen.”

Het UNPO-kantoor zit aan de Eisenhowerlaan, vlakbij het Joegoslavië-tribunaal. De volken die zich bij UNPO hebben aangesloten, moeten eigenlijk contributie betalen, maar zijn daarvoor veelal te arm. „We zouden heel erg geholpen zijn als de gemeente een klein kantoortje voor ons zou kunnen vinden.”

Sinds januari vorig jaar kwam een deel van het benodigde geld uit de hoek van Karl von Habsburg, die toen directeur-generaal werd van UNPO. Deze nakomeling van de Habsburgse monarchie is echter volgens Alptekin sinds mei verdwenen. Hij zou ernstig ziek zijn, aldus de secretaris.

Komt er geen geld voor UNPO, dan voorziet Alptekin dat de organisatie voortaan werkt vanuit het tweede kantoor, in Washington.