Geld en geluk
Minder huwelijken, minder geboorten, meer echtscheidingen, meer zelfdodingen. Dat zijn volgens een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de (te verwachten) sociale gevolgen van de economische recessie. Als gevolg van de stijgende werkloosheid zijn mensen minder gelukkig en minder tevreden.
Niemand valt van zijn stoel bij deze uitkomst. Het zou immers echt verbazingwekkend zijn als mensen zich gelukkiger gaan voelen wanneer hun inkomenspositie verslechtert. Dat lijkt een onmogelijkheid.Toch wordt vaak gezegd: „Geld maakt niet gelukkig.” Met andere woorden: geluk wordt niet bepaald door de mate waarin men over financiën kan beschikken. In de praktijk wordt die uitspraak vooral gebruikt wanneer mensen die zwemmen in het geld in sociale of relationele problemen terecht zijn gekomen. Zelden wordt de stelling toegepast op situaties waarin mensen met weinig moeten rondkomen. Terwijl er ook voorbeelden zijn van tevreden en gelukkige mensen die dagelijks elke euro twee keer zullen omdraaien voordat ze hem een keer zullen uitgeven. Maar dan lijkt het toch wat wrang om de stelling te poneren dat geld niet gelukkig maakt.
De problemen waarin ouderen, alleenstaanden of gezinnen terecht kunnen komen als zij werkloos worden, moeten zeker niet worden onderschat. Als men er al in slaagt om met kunst- en vliegwerk de eindjes aan elkaar te knopen, dan nog is de emotionele belasting groot. Schuld- en schaamtegevoelens, het idee te hebben gefaald en waardeloos te zijn geworden voor de samenleving, knagen dan aan mensen. Het is niet zonder reden dat het CDA vandaag in een debat pleit voor maatregelen om mensen die schuldhulpverlening nodig hebben over hun schroom heen te helpen.
Maar daarmee is nog niet gezegd dat minder inkomen per definitie ook minder geluk betekent. Ouderen kunnen met een zekere weemoed terugdenken aan hun jeugd, waarin ze konden genieten van de kleine dingen van het leven. Het bestaan had een zekere knusheid en de saamhorigheid binnen gezinnen was groter.
Het gevaar van terugblikken in de geschiedenis is het verleden te idealiseren. Vroeger was niet alles beter. Maar er is wel iets veranderd in de laatste kwarteeuw. Geluk is vermaterialiseerd. Welzijn wordt vereenzelvigd met welvaart. Een goed inkomen, een mooi eigen huis, het aantal vakanties per jaar, die vormen de graadmeter of iemand gelukkig is. En het is nooit genoeg.
Het is niet nodig te verlangen naar armoede. Evenmin behoeft rijkdom zonder meer afgeschreven te worden. Het gaat er om waar men het geluk in zoekt; waar men tevreden mee is. De wijze koning Salomo vroeg met reden: „Armoede of rijkdom geef mij niet, voed mij met het brood van het mij bescheiden deel.” De mate van welvaart bepaalde voor hem niet het geluk.
Het ging Salomo om de relatie met de Gever. Ligt de oorzaak van de huidige ontevredenheid niet veel meer in de geestelijke leegte dan in de geringere vulling van de portemonnee? De Grieken zeiden al: „Rijkdom die niet in de ziel begint, brengt geen geluk.”