Keuper senior wil best loonwerker worden bij z’n zoon
Tegen de grens met Duitsland is het al generaties lang goed boeren voor de familie Keuper. Maar een vlekkeloze bedrijfsovername door de jongste generatie komt niet vanzelf aanwaaien.
Eén koe in de melkput houdt het niet meer. Met een klaterende straal leegt ze haar blaas. De spetters vliegen zowel journalist als fotograaf om de oren. Tom Keuper en z’n vader lachen. „Moeten jullie maar niet in een leren jas lopen. Daar houden koeien niet van, dat je hun huid daarvoor gebruikt.”Ze zijn twee handen op één buik, Tom (30) en z’n vader Frits (55) Keuper. Terwijl de een de koeien bijeendrijft, maakt de ander de melkput schoon. Samen met moeder Willemien vormt het drietal een maatschap, waarbij het de bedoeling is dat Tom langzaam maar zeker de eigenaar wordt van het melkveebedrijf, dat al een generatie of vier in de familie is.
Wat dé grote hobbels bij de overname vormen, is voor Tom glashelder: de financiën en de belasting. „De verkoopwaarde van een boerenbedrijf ligt enorm hoog, vaak is het miljoenen waard. Zo’n bedrijf kun je natuurlijk nooit voor de werkelijke waarde overnemen. Maar doe je het voor de helft, dan zegt de belasting: Wacht even, dat is winst, dus over het resterende bedrag mag je flink belasting betalen.”
Gelukkig is de regeling in vergelijking met het verleden al wat verbeterd, erkent de jonge Gelderse boer. „Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt heeft die kwestie met succes bij de politiek aangekaart.”
Daar weet Tom alles van: als voorzitter van de Gelderse afdeling, het Gelders Agrarisch Jongeren Kontakt (GAJK), houdt hij zich voortdurend op de hoogte van wat er speelt bij jonge boeren.
En is hij niet druk met het GAJK, dan is het wel de boerderij die al zijn aandacht opeist. Keuper senior: „Ik ben blij dat ik al het papierwerk lekker aan hem kan overlaten. Daarvoor ben ik destijds geen boer geworden.”
Boterhammen
De boerderij in het buitengebied onder Doetinchem ligt op een strook land bij het dorpje Megchelen, dat aan drie kanten wordt omsloten door Duitsland. Vlak voor het melken, aan het eind van de middag, zitten de drie leden van de maatschap in de keuken. Moeder Willemien smeert boterhammen met sandwichspread.
Tom heeft duidelijk plezier in zijn werk. Hij weet dat de boerderij op een dag van hem zal zijn. „Je ziet situaties waarbij opa nog heel lang de touwtjes in handen heeft. Als eigenlijk de kleinzoon aan de beurt is, zegt pa dan: Wacht even, ik ben zelf nog maar net boer.”
Dat probleem speelt niet in huize Keuper. „Ik heb er geen moeite mee om de boel uit handen te geven”, zegt senior. „En als het financieel kan, vind ik het prima om loonwerker in dienst van Tom te worden.” Lachend: „Maar dan wil ik natuurlijk wel vakantiedagen, en dan ga ik geen zware dingen meer tillen en andere vervelende klusjes doen.”
Voor Tom hoeft het nog niet zo nodig. „Tussen mijn vader en mij zit maar 25 jaar leeftijdsverschil. Daardoor kunnen we veel langer samenwerken en samen ook veel meer plannen ontwikkelen.”
Dat wil zeggen: als de verhouding goed is en er overeenstemming heerst over de koers. Juist op die punten ziet Tom het als voorzitter van het GAJK wel eens mis gaan om zich heen.
„Dan ben ik extra blij als ik zie hoe het bij ons gaat. Er dienen zich allerlei grote ontwikkelingen aan in de melkveehouderij. Kies je voor schaalvergroting of niet? Ga je voor melkrobots? Voor de meeste boeren is schaalvergroting heel logisch, maar wij hebben er juist voor gekozen de kosten laag te houden door de techniek van Pure Graze, waarbij de koeien zo veel en zo lang mogelijk in de wei blijven. De koeien geven daardoor wat minder melk, maar uit het oogpunt van kostenbesparing is dit erg aantrekkelijk.”
Tom wijst naar buiten, waar de weidegronden zich hullen in de decemberduisternis. „Zelfs vandaag, terwijl het rond het vriespunt was, zijn de koeien nog buiten geweest. Dat doen niet veel collega’s ons na.”
Koeienmensen
Genoeg gepraat. De koeien wachten. Tom drijft de dieren naar de melkput, z’n vader haalt een doekje over de uiers. Van één koe wordt de melk weggegooid; ze is ziek en krijgt antibiotica.
Hoe Keuper & zn. onthouden welke dat is? Vader Frits wijst naar het bandje om haar poot. „Maar anders hadden we het ook wel geweten, hoor. Daar zijn we nu eenmaal koeienmensen voor.”