De Amerikaanse regering heeft na de aanslagen van 11 september nationale luchtvaartmaatschappijen met 5 miljard dollar gesteund en nog eens 10 miljard dollar beschikbaar gesteld voor leningen. De Europese Unie heeft overheidssteun aan de luchtvaartsector verboden, wat volgens De Palacio tot gevolg heeft dat de effecten van de huidige prijsoorlog in Europa groter zijn dan in de VS.

De eurocommissaris heeft de Amerikaanse minister van Transport, Norman Mineta, gevraagd de Amerikaanse overheidssteun te beperken. Europese luchtvaartmaatschappijen dringen bij hun nationale overheden daarentegen aan op steun vergelijkbaar met die in de VS, maar dat heeft de Europese Commissie afgewezen. Slechts op beperkte schaal zal financiële hulp ter beschikking gesteld mogen worden, voornamelijk om de hogere verzekeringspremies te dekken en om de schade te vergoeden die in de eerste dagen na de aanslagen van 11 september is veroorzaakt door het sluiten van het Amerikaanse luchtruim.