Rondjes lopen rond de muren van Jericho
Kerkelijk Den Haag krimpt in. Gemeenten verdwijnen, worden samengevoegd en vergrijzen. Een van de laatste predikanten in de reformatorische traditie, dr. P. J. Visser, heeft een beroep aangenomen naar Amsterdam. Wanneer doet de laatste christen in de residentie het licht uit? „Ik hoop dat de Heere dat op de jongste dag Zelf zal doen.”
Halverwege de Haagse Laan van Meerdervoort (met 6 kilometer de langste laan van Nederland) staat de Bethlehemkerk. De toren steekt ver boven de hoge bebouwing uit. Vierhonderd meter verderop staat de pastorie van dr. P. J. Visser, predikant van de Bethlehemgemeente (behorend tot de Protestantse Kerk in Nederland).Vanuit het voorraam overziet hij de buurt, en wijst hij naar zijn kerk. „De Bethlehemkerk is voor deze buurt een beeldbepalend gebouw. Als de kerk bijvoorbeeld op monumentendag open is, komen er uit mensen uit de buurt binnen. Die zeggen: „Hé, onze kerk is open. Laten we even gaan kijken.” Het gebouw heeft in deze wijk echt een functie. Scholen maken er voor hun kerstvieringen gebruik van. Rond Pasen worden groepen van basisscholen speciaal uitgenodigd. Ze moesten wel even hun argwaan overwinnen, maar inmiddels komen er jaarlijks zo’n 500 kinderen. Terwijl ze rondkijken, proberen wij hun iets mee te geven van het geheim van het Evangelie.”
Amsterdam
Op 3 januari preekt ds. Visser afscheid van Den Haag. Drie weken later doet hij zijn intrede in de Noorderkerk te Amsterdam. Tot aan de zomer van 2010 verdeelt hij zijn tijd over beide gemeenten. Hoe moet het verder met het protestantisme in Den Haag?
„Ds. X vertrekt. Dat is alles. Natuurlijk heeft dat zijn eigen impact, maar daarmee stort er heus nog niets in. Dat zou ook wel erg zijn, als het welzijn van de gemeente van een dominee zou afhangen. Dan zou het allemaal míjn werk zijn geweest, maar dat is het gelukkig niet. God heeft hier Zelf Zijn werk verricht, en heeft mij niet nodig om Zijn eigen werk voort te zetten. Ik lees in Handelingen dat Paulus en Barnabas een vól jaar in Antiochië mochten zijn. Een vol jaar! Ik heb hier elf jaar mogen zijn. Nu zegt mijn Zender: Het is genoeg.”
Christenen in Nederland hebben kerkelijk gezien de grote stad in de steek gelaten, zegt ds. P. L. de Jong, predikant van de hervormde Pelgrimvaderskerk in Rotterdam-Delfhaven.
„Ik kan dat wel begrijpen. Ik snap daarnaast ook dat gezinnen met kleine kinderen het niet meer zo zien zitten in de grote stad. Aan de andere kant wordt de grote stad wel wat al te gemakkelijk afgeschreven. Vooral reformatorische christenen zijn geneigd van een stedelijke cultuur weg te lopen. In zo’n smeltkroes van allerlei kleuren en culturen gebeuren toch alleen maar nare dingen. Juist vanuit een gereformeerde overtuiging hoeven we echter aan de stad niet te wanhopen. We geloven toch dat God verkiest wat niets is! Laten we dus vooral niet doen alsof God niet meer zou werken in de stad. Het boek Handelingen is er vol van.”
Tim Keller, predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York, stelt dat God vooral de stad op het oog heeft: „God werkt juist in de steden.”
„Natuurlijk geloof ik dat God in de grote stad Zijn werk doet. Maar dat is iets anders dan dat Hij juist de stad op het oog zou hebben. De Heere werkt in de stad, niet om de stad, maar ondanks de stad, ondanks alles van de stad. Er zijn bij Kellers visie echt wel een paar theologische vragen te stellen. In de Bijbel is ook aandacht voor de stad, maar daar gaat het vooral over Jeruzalem, de stad van God, waar mensen van ”all over the world” worden ingelijfd. Dat betekent dat er in de steden van deze wereld, die gekarakteriseerd wordt als het Babylon, ook andere burgers wonen door wie iets van Jeruzalem zichtbaar wordt. Terecht focust Keller op de zegen die dat voor de stad kan betekenen. Maar in onze geseculariseerde West-Europese cultuur is dat lastiger dan in de meer religieuze Amerikaanse cultuur. Strategisch gezien is het belangrijk dat in de stad het geloof niet verdwijnt. Maar we moeten de stad niet verheerlijken. Dat gaat echt te ver. God heeft niet iets met de stad, maar Hij heeft de wéreld lief, de Veluwe, Den Haag en Amsterdam. Hij gaat Zijn eigen Koninklijke gang.”
Mag dat ”welbehagen” heten?
„Waarom niet? God roept mensen, in dorpen en steden. Maar in de stad is iedere vorm van sociale samenhang verdwenen. Wil je kerkelijk overleven in de stad, dan ben je regelrecht aangewezen op de krachtige doorwerking van de Heilige Geest. Daar waar het enkel wereld is, te midden van alle geluiden in de stad, vindt de stem van de Goede Herder toch maar weerklank. Mensen raken, rechtsom of linksom, doordrongen van wat deze stem zegt: Ik ben de Deur en wie door Mij ingaat, ontvangt leven en overvloed. Wie dat niet doet, valt ten prooi aan dood en verderf. Een schaap zonder herder overleeft niet, niet in een dorp, niet in de stad.”
Gereformeerde Bond
De Bethlehemgemeente in Den Haag behoort tot de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. „Daar schamen wij ons niet voor. Integendeel. Maar echt gereformeerd zijn, is wel iets anders dan het vormen van een eigen subcultuur. Echt gereformeerd zijn betekent dat we geworteld zijn in Christus en vernieuwd worden naar Zijn beeld. We zijn ge-re-formeerd als de gezindheid van Christus in ons is. Als we kerk-zijn zonder het hart en de houding van Jezus, zijn we geen knip voor de neus waard.”
Pas werd ds. Visser benaderd door de Haagse Courant met de vraag: Waar zit het succes van de Bethlehemgemeente in? Ds. Visser: „Ik heb toen geantwoord dat het gaat om een duidelijke boodschap, een open houding en vooral veel gebed. De journalist reageerde verrast: „Dus u gelooft nog echt in God. En blijkbaar werkt dat!”
Ds. Visser heeft geen successtory te vertellen. „Want er is genoeg waar je zorgen over kunt hebben, er zijn ook genoeg teleurstellingen geweest, van mensen die kwamen en die toch weer afhaakten en weggingen. Tegelijk begint het gewoon met vriendelijk te zijn jegens alle mensen. Zo schreef Paulus het, en hij kon het weten. Met een chagrijnig gezicht win je geen mensen voor de blijde boodschap. Christus had oog voor de wereld om Hem heen, voor zondaren en tollenaren. Vanuit die diepe verworteling zeggen wij in Zijn Naam: geen mens is ons te min. En vanuit dat geloof hebben we in Den Haag niet anders gedaan dan elf jaar lang rondjes lopen rondom Jericho. In het vertrouwen dat Hij muren slecht en harten overwint”
Dr. S. J. Wierda, predikant van de christelijke gereformeerde Amstelgemeente in Amsterdam, vindt dat een gemeente in de grote stad bereid moet zijn om in liturgisch opzicht alles op z’n kop te zetten.
„Soms kan dat nodig zijn, als ”onze manieren” bijvoorbeeld een hindernis voor het Evangelie vormen. In de liturgie moet de weg gebaand worden voor ontmoeting met en de aanbidding van God. Daar is niet één vorm voor. Er is in onze eredienst trouwens helemaal niet zo veel op z’n kop gezet. Hooguit hebben we hier en daar wat verruiming gezocht. Maar we lezen nog steeds de Statenvertaling. En we zingen nog steeds de oude psalmen. We zingen daarnaast ook gezangen en psalmen in de nieuwe berijming, vooral om tegemoet te komen aan mensen met een andere liturgische achtergrond.
De verruiming die we hebben gezocht, ligt meer op het psychologisch-emotionele vlak dan in het theologisch-principiële vlak. Als het gaat om liturgische vormen binnen de eredienst, moeten we ook niet doen alsof elke traditie van Hogerhand is bepaald.”
Dr. Visser zegt dat hij in de grote stad niet anders is gaan preken dan in zijn eerste gemeente, Bergambacht. „De stad heeft me juist geprikkeld nog duidelijker en directer te gaan preken. Met oppervlakkigheid is niemand gediend, God niet, en de mensen niet. Ik heb in Den Haag geprobeerd uit de doeken te doen wat de Heere op Zijn hart heeft, in het uitzien dat de Heilige Geest ongehinderd Zijn werk kan doen, mensen kan opzoeken, kan aanraken, zo nodig ondersteboven kan werpen, en weer kan oprichten.”
Hoop voor de grote stad is er, volop, zegt dr. Visser. „Het Evangelie is zo wijd, zo breed. Het is niet alleen bestemd voor een bepaald soort mensen, maar het is er voor Jan en alleman. In verkiezende liefde kan God Zelf alle onverschilligheid de baas en mensen de ogen openen. De uitverkiezing is voor mij geen struikelblok, het is mijn enige hoop. Dat betekent: Gods liefde in het kwadraat. God Die Zijn liefde verdubbelde! Als ik dat niet zou geloven, zou ik er vandaag mee stoppen.”
Wonderen
De scheidende predikant van Den Haag ervaart zijn afscheid als heel ingrijpend. „Het doet me heel veel. Er is hier veel gebeurd. We hebben gezien dat God krachtig werkt. De omgang met God is bij velen verdiept. Groter dan de pijn is mijn verlangen dat God aan Zijn eigen werk vervolg geeft.”
Na het afscheid van dr. Visser kan er opnieuw voor een volledige predikantsplaats beroepen worden. Inmiddels is er ook een project gestart met de IZB (vereniging voor zending in Nederland) waardoor er binnenkort ook een missionaire predikant kan worden beroepen. „Twee opvolgers dus. Dat belooft wat.”
Veluwe
Nederland zit niet op God te wachten, zegt ds. Visser, in Den Haag niet en op de Veluwe niet. „Terwijl Hij in Christus heil bereidde, dat regelrecht aansluit op onze existentiële nood. Hoe komt dat toch! De Britse christelijke apologeet G. K. Chesterton zei al: „Het Evangelie is te genadig om te geloven.” De uitgestoken hand van God in Christus schrikt mensen van nature af. Het komt te dichtbij. Het is ons te veel van het goede.”
In een dorp is meer sociale cohesie dan in een stad. „Sociale cohesie houdt mensen soms bij de kerk, ook al houden ze innerlijk de boot af. In de stad is dat echt weg. In de stad kun je niet blijven twijfelen en aarzelen. Je staat hier heel resoluut voor de keus: Kiest heden wie ge dienen wilt.”
Wat is de vrucht geweest in Den Haag?
„Laat ons in de oogst geloven.”