Terechte kritiek VS op Israëlplan EU
Amerika heeft groot gelijk met zijn kritiek op de soloactie van de Europese Unie om Oost-Jeruzalem te willen aanwijzen als voorziene Palestijnse hoofdstad, vindt drs. B. Belder.
„Zijn ze in Europa gek geworden?” Mijn Amerikaanse collega’s nemen inderdaad geen blad voor de mond. Hun grote ongenoegen betrof zaterdag een Europese conceptverklaring over het Midden-Oosten waarin Oost-Jeruzalem tot hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat wordt gepromoveerd. Een stevige opmaat voor de 67e interparlementaire vergadering tussen het Huis van Afgevaardigden en het Europees Parlement in New York, de zogenoemde trans-Atlantische dialoog.Eerlijk gezegd keek ik niet vreemd op van deze Amerikaanse reactie. Enkele dagen eerder was mij in Washington vertrouwelijk een vierde (!) concepttekst van de Europese Raad (EU-regeringen) over het vredesproces in het Midden-Oosten ter hand gesteld. In het document komt Oost-Jeruzalem in drie verschillende paragrafen ter sprake als voorziene Palestijnse hoofdstad.
Navraag over deze volstrekt ongewenste Europese soloactie leerde mij dat de gewraakte passages waarschijnlijk een definitieve tekst niet zullen halen. Voor zowel Amerikaanse als Europese afgevaardigden blijft staan dat dit initiatief bepaald niet de hervatting van de vastgelopen Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen dient.
Vluchtelingen
Met de kwestie Oost-Jeruzalem hadden de Amerikanen trouwens nog niet al hun kruit verschoten. De instemming van een aantal lidstaten van de Unie met het controversiële Goldstonerapport leidde tot striemende kritiek. In dit VN-document heet het militaire optreden van de Joodse staat tegen de rakettenterreur van Hamas in Gaza „een doelbewuste, disproportionele aanval om een burgerbevolking te straffen, te vernederen en te terroriseren.” Een vooropgezette delegitimering van de staat Israël, oordeelden onze Amerikaanse collega’s. Vandaar hun welgemeende felicitaties aan het adres van de EU-lidstaten die tegen het Goldstonerapport hadden gestemd, waaronder Nederland.
Overigens richten de Amerikanen hun pijlen niet louter op Europese doelen. Hun eigen president Obama raakte eveneens in het schootsveld. Zijn eis om de Israëlische bouwactiviteiten op de Westelijke Jordaanoever volledig stop te zetten, was en bleek irreëel. Zo blijft de Palestijnse Autoriteit van Mahmud Abbas helemaal buiten schot.
„En als die Joodse ”nederzettingen” dan zulke onoverkomelijke obstakels zijn voor een Israëlisch-Palestijnse vrede, hoe zit het dan met al die Arabische oorlogen tegen Israël in 1948, 1956, 1967…”, hoonde een Amerikaanse gesprekspartner. „Toen waren er zeker nog geen nederzettingen?”
En passant pakt zij Obama stevig aan. Die had het in zijn speech in Caïro bestaan om de Joodse staat een direct uitvloeisel van de Holocaust te noemen. Zeker nog nooit gehoord van de zionistische beweging of van de Bijbelse overlevering van de historische band tussen land en volk.
Wat moet er gebeuren met al die Palestijnse vluchtelingen in de Arabische landen, bracht een EP-lid in. „De ironie wil dat alle Arabische staten een Palestijnse staat zeggen te beogen en tegelijkertijd al tientallen jaren lang Palestijnse getto’s in stand houden”, kaatste een Congreslid meteen terug. „Als arbeidskrachten zijn de Palestijnen daar welkom, maar niet als volwaardige staatsburgers. Nee, de Palestijnse vluchtelingen worden louter gebruikt om Israël aan te vallen, in staat van beschuldiging te stellen.”
Iran
Scherpe woorden klonken er ook over de nieuwe rol van Turkije. Ankara brandt van verlangen om de grote vredesmakelaar in de regio te zijn. De recente Turkse toenadering tot Syrië en vooral de Islamitische Republiek Iran doet deze ambitie evenwel vooral van Israëlische zijde teniet.
Bovendien is de vrees niet ongewettigd dat in geval van een nieuw streng sanctieregime vanwege Irans dubieuze nucleaire programma Ankara Teheran commercieel soelaas zal bieden. Daarnaast moet Erdogan zeker worden aangesproken op het aanwakkerende antisemitisme in zijn land.
Pal voor de aanvang van de trans-Atlantische dialoog verscheen in The Wall Street Journal een uitgebreide reportage over brute Iraanse pogingen om Perzische ballingen aan weerszijde van de Atlantische Oceaan te weerhouden van sympathiebetuigingen met de binnenlandse oppositie. Inderdaad, de arm van de moellahs reikt onverminderd ver. Brigadegeneraal Jazayeri van de momenteel oppermachtige Revolutionaire Garde gaf dat ook onomwonden aan: Wij weten jullie te vinden!
Dit onverholen dreigement onderstreept nog eens de urgentie van de uitvoering van de motie van partijgenoot Van der Staaij om de Iraanse Revolutionaire Garde op de Europese lijst van terroristische organisaties te plaatsen. Andermaal oogstte Nederland applaus in Amerika.
De auteur is voorzitter van de Israëldelegatie van het Europees Parlement.