Opinie

Iets minder exclusief, maar geen pc-school

Drs. G. A. Hooiveld

27 February 2003 14:08Gewijzigd op 14 November 2020 00:10

ontkent dat het gereformeerd vrijgemaakte onderwijs wegdrijft in de richting van het protestants-christelijk onderwijs, zoals volgens hem de commentator van vrijdag 14 februari in deze krant suggereert. Vrijdag 14 februari presenteerde professor Miedema de resultaten van zijn onderzoek naar motieven van ouders voor de keuze voor bijzonder onderwijs. Aan dit onderzoek was in het Reformatorisch Dagblad van diezelfde dag een commentaar gewijd. In dit commentaar wordt de suggestie gewekt dat het gereformeerd vrijgemaakte onderwijs wegdrijft in de richting van het protestants-christelijk onderwijs. Deze suggestie doet geen recht aan de werkelijkheid.

Gereformeerde scholen hebben de bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften als grondslag. Evenals bij reformatorische scholen werkt deze grondslag door in de dagelijkse onderwijspraktijk. Dat het gereformeerd onderwijs daarin soms andere keuzes maakt is evident. Niet voor niets zijn er in dit land een gereformeerde onderwijsrichting en een reformatorische.

Tot voor kort konden alleen gereformeerd vrijgemaakte ouders lid worden van de gereformeerde schoolverenigingen. Tevens kwamen op gereformeerde scholen alleen gereformeerd vrijgemaakte docenten voor benoeming in aanmerking. Vanwege kerkelijke ontwikkelingen hebben de schoolbesturen van de gereformeerde richting vorig jaar uitgesproken voortaan ook christelijke gereformeerde ouders tot hun verenigingen te zullen toelaten en christelijke gereformeerde leerkrachten benoembaar te stellen. Je kunt stellen dat gereformeerde scholen in dat opzicht een beetje minder exclusief zijn geworden. Maar nog altijd zijn ze uitgesproken exclusief in vergelijking met protestants-christelijke scholen.

Openheid
Wel is het zo dat gereformeerde scholen al jarenlang bezocht worden door leerlingen afkomstig uit andere orthodoxe kerken en evangelische gemeenten. Deze groep leerlingen vormt inmiddels ongeveer 10 procent van het leerlingenbestand (tegen ongeveer 3 procent eind jaren ’80). De oorzaak van de toename van dit aantal niet-gereformeerd vrijgemaakte leerlingen is niet een wijziging van het toelatingsbeleid van de gereformeerde scholen, maar een toename van de vraag onder andere christenen om orthodox-christelijk onderwijs (het protestants-christelijk onderwijs is voor hen inmiddels te vrijblijvend geworden op het punt van omgang met Gods Woord).

Op deze wijze willen gereformeerde scholen niet-gereformeerd vrijgemaakte (en voortaan dus ook niet-christelijke gereformeerde) ouders tegemoetkomen die vanwege de inhoud voor deze scholen kiezen. Daarbij is het niet zo dat deze ouders zonder meer hun kinderen kunnen sturen. Schoolbesturen voeren daarover met hen gesprekken en vragen uitdrukkelijk naar hun motivering.

De onjuiste suggestie die uit het commentaar klinkt kon wel eens voortkomen uit een verkeerde interpretatie van het door professor Miedema gebruikte begrip openheid. Het commentaar stelt openheid gelijk aan vervaging van de identiteit en aanpassing aan de samenleving.

In deze zin gebruikt Miedema dit begrip niet. De door hem geconstateerde openheid bij gereformeerd vrijgemaakte ouders voor bijvoorbeeld de multireligieuze samenleving, wil namelijk niet zeggen dat ouders voor een open toelatingsbeleid zijn. Wel dat zij zich realiseren en accepteren dat zij in een dergelijke samenleving leven. Gereformeerde ouders schrikken daarom niet als op gereformeerde scholen aandacht wordt besteed aan de multireligieuze samenleving. Openheid voor de samenleving staat niet gelijk aan het je uitleveren aan die samenleving.

Gesprek
Gereformeerde scholen willen, evenals reformatorische scholen naar wij aannemen, hun leerlingen bagage meegeven opdat zij als volwassen christenen hun plaats in de samenleving kunnen innemen. Hierbij kunnen we niet om de (geseculariseerde en multiculturele) samenleving zelf heen. De uitdaging waar het gereformeerd onderwijs voortdurend voor staat is vanuit haar identiteit in het onderwijs antwoorden te geven op steeds andere en nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. Geen gemakkelijke opgave.

Graag gaan wij het gesprek aan met de reformatorische richting over het formuleren van deze antwoorden. Op die manier scherpen we elkaar op. De aanstelling binnenkort van een lector christelijke pedagogiek aan hogeschool De Driestar zou een goede impuls voor dit gesprek kunnen zijn.

De auteur is beleidsadviseur van Concent, de besturenorganisatie voor het gereformeerd onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer