Stuurt een goede God mensen naar de hel?
Hoe kan een hel samengaan met de liefde van God? Kunnen we wel geloven in een goede God die mensen naar de hel stuurt?
Bovenstaande vragen kunnen in een ontmoeting met een ongelovige zomaar op tafel liggen. Het zijn overigens niet alleen vragen van ongelovigen, maar ook in het hart van de gelovige komen ze naar boven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ons vaak verlegen voelen met de leer van de hel. In ons hart leeft een onzekerheid over de realiteit van de hel. Is dit niet te erg? Is dit wel naar ongelovigen te verdedigen? We kunnen de realiteit van de hel in mildere woorden omschrijven, zoals: gescheiden zijn van God. Alsof een ongelovige het erg vindt om zonder God te zijn.Laten we vanuit drie invalshoeken naar deze vragen kijken.
Godsbeeld
- Er is een fundamenteel probleem met ons beeld van God. We hebben altijd de neiging om God in het menselijke vlak te trekken. Dan blijft er een minigod over die misschien wel duizend keer zo groot is als een mens, maar toch nog te vergelijken is met mensen.
Daarbij hebben we de neiging om God in het verlengde te zien van onze behoeften. Zo krijgen we het beeld van een God Die altijd zegent en nooit vloekt, Die altijd troost en nooit oordeelt, Die altijd vergeeft en nooit straft.
Vanuit dit godsbeeld hebben we al snel problemen met de God van de Bijbel, in het bijzonder met Zijn heilige toorn. We zien onszelf weliswaar als zondaren, maar God moet niet te toornig worden op onze gebreken. Wij vinden onszelf in ieder geval te goed voor de hel.
De ontmoeting met de God van de Bijbel is confronterend en onthutsend. God denkt heel anders over de zonde dan wij. Hij is niet gewend aan het kwaad, maar Hij vertoornt Zich er verschrikkelijk over.
Zolang we kleine gedachten hebben over God, hebben we ook kleine gedachten over de zonde. Zodra we Gods grote heiligheid ontdekken, kunnen we niet meer klein over zonden denken. We zien de grootheid van ons kwaad. Dit is de enige manier om Gods toorn over ons leven te billijken.
Zo krijgen we trouwens ook een hoge opvatting over het werk van de Heere Jezus. Hij redt ons niet van een griepje, maar van Gods oneindige toorn. Een bleke opvatting over de hel geeft een bleke opvatting over Jezus’ werk. In die zin behoort de leer van de hel tot het hart van de theologie.
Ongestraft
- We zouden de grondvraag voor dit artikel ook kunnen omdraaien: Kun je je voorstellen dat God niet toornt over de zonde en dat de uiteindelijke consequentie van Zijn toorn niet de hel is? Dit zou betekenen dat misdadigers uiteindelijk ongestraft blijven. Stel dat iemand je zus zou verkrachten of dat je levenslang onder het onrecht van een dictator leeft. In de geschiedenis zijn tal van martelaren onschuldig ter dood veroordeeld.
Gaat al dit onrecht in een grote doofpot? Nee! God doet recht. Is dat een kwade kant van God? Nee. Gods rechtvaardigheid is goed. Voor ons besef staat Gods rechtvaardigheid wel eens tegenover Zijn barmhartigheid, maar dat is niet het geval. Het tegendeel van Gods rechtvaardigheid is niet barmhartigheid, maar onrechtvaardigheid.
Gods toorn over de zonde is niet op zo’n manier een uiting van Zijn rechtvaardigheid dat er nog een heleboel andere facetten in God zouden zijn. We hebben de neiging om Gods rechtvaardigheid te neutraliseren door te denken aan Zijn goedheid en genade. Onbewust hebben we de gedachte dat Gods toorn 10 procent van Zijn wezen uitmaakt, maar gelukkig is God voor 90 procent goed. Zo maken we van God een optelsom van rechtvaardigheid en goedheid. Mager, hoor. God is niet 90 procent goed, maar 100 procent goed.
God toornt niet met een klein aspect van Zijn wezen, maar met Zijn hele wezen. Gods toorn is een uiting van Zijn goedheid. God is zo goed dat Hij het kleinste kwaad van de zonde niet kan gedogen. God zou niet goed zijn als Hij het kwaad op z’n beloop kon laten. Kortom, God zou geen God zijn, Hij zou geen goede God zijn als Hij Zich niet met Zijn hele wezen tegen het kwaad van jouw en mijn zonde keerde.
Indringende oproep
- Laten we ons realiseren dat niemand zo veel over de hel heeft gesproken als Jezus. De leer van de hel is niet verkondigd door Paulus, door Petrus, of Johannes, maar door niemand minder dan de Heiland Zelf. Hij is ook in deze boodschap een God van heil. Hij spreekt ons over de hel, omdat Hij niet wil dat we er zullen komen. Het is Zijn bewogenheid om ons er eerlijk en indringend op aan te spreken.
Zijn leer over de hel is niet een soort mededeling over een stand van zaken zondermeer, maar een indringende oproep om ons met God te laten verzoenen. Hij laat ons niet zomaar verloren gaan, maar Hij loopt ons na tot aan de rand van de hel: „Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bad; wij bidden van Christus wege: Laat u met God verzoenen” (2 Kor. 5:20).
De Schotse theoloog Rabbi Duncan zei ooit dat we door het bloed van Christus moeten waden om verloren te gaan. Hoe zullen we ontvluchten als we op zo’n grote zaligheid geen acht slaan (Hebr. 2:3)? Hoeveel zwaarder straf zal hij ontvangen die Gods Zoon vertreedt en het bloed van het Nieuwe Testament onrein acht (Hebr. 10:29)?
Wie in de hel komt, heeft God niets te verwijten. Hij komt er omdat hij ten diepste niet anders wilde. Wie Christus in het Evangelie verwerpt, zal de consequentie daarvan dragen. Wie God zoekt, krijgt God. Wie zonder God wil zijn, krijgt de uiterste consequentie daarvan: eeuwig buiten God. Andersom is het ook waar: Wie God zoekt, krijgt God.
Niet afzwakken
De leer van de hel hangt samen met de kernen van de godsleer, de zondeleer en leer van Christus. We kunnen dit ernstige getuigenis van de Schrift niet afzwakken.
Het is wel van groot belang hoe we erover spreken. Laten we dat doen met de gezindheid van Jezus Christus Zelf: innerlijk met ontferming bewogen.
Dr. W. van Vlastuin, docent apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam.Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl.
Verder lezen over dit onderwerp:
Tim Keller, "In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici", Franeker 2008, p. 85-99.
Ajith Fernando, "Belangrijke vragen over de hel", Apeldoorn 1998.
W. Crockett (ed). "Four Views on Hell", Grand Rapids 1996.
Christopher W. Morgan and Robert A. Peterson (eds.) "Hell under Fire. Modern Scholarship Reinvents Eternal Punishment", Grand Rapids 2004.