Dat de medewerkers van de NPV Thuishulp in Rhenen niet consequent zouden bidden of met de Bijbel in de hand hulp zouden bieden, kon ambtenaar I. Sloot van de gemeente Rhenen zich nog wel voorstellen. Nee, verzekerde ze tijdens de hoorzitting van 25 augustus, zo nadrukkelijk komt de identiteit van de NPV-vrijwilligers natuurlijk niet uit de verf.Tijdens de hoorzitting verduidelijkten de bestuursleden H. J. Roza, K. Klaassen en E. de Reus van de NPV-afdeling Rhenen hun bezwaar tegen een op 13 mei genomen besluit van het college. Het verzoek om de deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers van de NPV Thuishulp te Rhenen met 300 euro te subsidiëren, wees het college af, omdat thuishulp, door een NPV-vrijwilliger gegeven, naar haar oordeel een levensbeschouwelijke activiteit is en het college die nu eenmaal niet subsidieert.

Onterecht, reageerde het bestuur op 25 augustus. De NPV Thuishulp is er immers voor iedereen en behoort daarom, net zoals de thuishulp van de Stichting Welzijn Rhenen, te worden gesubsidieerd.

Een van de leden van de commissie bezwaarschriften, S. M. Hoogendoorn-de Jong zet de discussie over het levensbeschouwelijke karakter van de NPV Thuishulp daarop op scherp, zo blijkt uit het verslag. Zij zegt zich te kunnen voorstellen dat patiënten die in de terminale fase thuishulp krijgen de behoefte kunnen hebben om te praten over de eventuele wens niet langer te leven. Op dat moment gaan de NPV-vrijwilligers zich waarschijnlijk erg levensbeschouwelijk gedragen, houdt zij het NPV bestuur voor.

Goed mogelijk, reageert NPV-bestuurslid E. de Reus daarop, waarbij zij aangeeft te denken dat de NPV-vrijwilligers in dat geval desgevraagd hun Bijbelse visie op euthanasie naar voren zullen brengen. Op dat moment weet de commissie bezwaarschriften genoeg. „Het is voor ons alleszins redelijk te concluderen dat de activiteiten van reclamant voortvloeien uit godsdienstige motieven”, schrijft zij op 28 september aan het college. Oftewel: college, uw besluit om het subsidieverzoek af te wijzen, is conform de gemeentelijke subsidieverordening en dus correct.

Kortom, een dikke plus voor het college? Als het aan de commissie bezwaarschriften ligt niet helemaal. In de afwijzing van de NPV-aanvraag vindt zij het college consequent, maar in het totaaloverzicht van de verstrekte subsidies staan nog verenigingen „die in hun naam verwijzingen bevatten naar mogelijke godsdienstige motieven.” Het college, zo suggereert de commissie, moet dus kiezen: of de subsidieverordening aanpassen, of bewerkstelligen dat op termijn geen enkele levensbeschouwelijke organisatie nog subsidie ontvangt.

Met dat laatste is Rhenen al druk doende, zegt verantwoordelijk PvdA-wethouder M. Guichelaar vrijdag. „Voor een aantal christelijke organisaties hebben we de afgelopen tijd keurig subsidie afgebouwd.”