Kippenvel bij een kathedraal
Ze is er „wég” van. ”Ze” is mrs. Therese Heslop-IJsseldijk, hoofd bezoekersdiensten van de anglicaanse kathedraal van Canterbury. Verrassend: een rasechte Hollandse. En rooms-katholiek. „Ik vind het een voorrecht om bij zoiets belangrijks, zoiets monumentaals ook, te werken. Bijna elke dag gebeurt hier wel iets speciaals.”
„Heel toevallig” kwam ze in Canterbury terecht. Aanvankelijk vestigde het echtpaar Heslop -hij is van Engelse komaf, háár wieg stond in het Gelderse Wilp- zich in Frankrijk. Een drang om te gaan studeren voerde haar en haar gezin naar Groot-Brittannië. Dat was in 1995.
Van studeren kwam niet zo veel. Een personeelsadvertentie van het Cathedral House in Canterbury, waarin sollicitanten werden opgeroepen voor de functie van medewerker bezoekersdiensten, lokte haar wel. In deeltijd dan, naast de studie.
Het werd al snel een voltijdbaan. Na een jaar volgde Heslops promotie tot hoofd van de afdeling. Ze is er veertig uur -„maar vaker zestig uur”- per week in touw. Zeker de voorbereidingen voor de wijding van de nieuwe aartsbisschop hebben, zegt ze, veel tijd in beslag genomen.
Elke dag opnieuw levert de aanblik van de schitterende kathedraal haar „kippenvel” op, ontboezemt Heslop-IJsseldijk (43) op haar werkkamer in het naastgelegen Cathedral House. „Voor 70 miljoen anglicanen is dit de belangrijkste kerk ter wereld. Bezoekers komen dus overal vandaan.”
De kathedraal is dan ook veel meer dan een gebouw van steen, zegt ze. „Bijna elke dag gebeurt hier wel iets bijzonders. Een paar weken geleden nog. Ik klets veel, ga ook elke dag wel even in de kerk kijken. Dat raad ik het personeel trouwens ook aan: even naar de kathedraal te gaan, al is het maar tien minuten per dag. Maar goed, die dag waren er twee mensen die graag een priester wilden spreken. Ik maakte even een praatje, over waarom ze naar de kathedraal waren gekomen. Precies een jaar geleden, zo bleek, was hun vierjarig zoontje overleden.”
„Zoiets”, vervolgt de Hollandse, „gebeurt hier zo vaak. De kathedraal hééft iets, zelfs voor mensen die niet religieus zijn. Je merkt het: hier is iets dat groter is dan wijzelf, iets spiritueels. Als je verdriet hebt, ga je eens rustig zitten. En dan zomaar, plotseling, past alles in elkaar. Dat is misschien nog wel te verklaren ook: op de plaats waar jij nu zit, hebben in de loop van de eeuwen al honderden, duizenden mensen gezeten, met misschien nog wel grotere problemen dan jij.”
„Ja”, zegt ze. „Deze kerk doet iets met je. Neem ook de diensten, die er al minimaal duizend jaar worden gehouden. Met steeds opnieuw dezelfde liturgie, steeds opnieuw die prachtige koormuziek. Canterbury heeft een van de mooiste jongenskoren ter wereld, onder leiding van David Flood. En dan de ondergrondse gewelven niet te vergeten. Je ziet er de monniken als het ware nóg wandelen.”
Jarenlang vormde Canterbury’s bedehuis een enorme toeristische trekpleister. Tot 1995 kwamen er elk jaar zo’n 2,2 miljoen bezoekers. „Vanuit alle delen van de wereld”, zegt Heslop, „maar toch vooral uit Frankrijk, België en Nederland. Canterbury is altijd een goedkope dagtrip geweest. Dover-Canterbury is maar twintig minuten rijden.”
Het was, ook in financieel opzicht, niet vol te houden. „De kathedraal draaide een half miljoen pond, 735.000 euro, verlies per jaar. Want realiseer je wel dat we geen cent subsidie krijgen. Maar iets als het onderhoud, dat altijd nodig blijft, moet wel doorgaan.”
Het leidde ertoe dat er entreegeld geheven ging worden. De kathedraal werd een product, dat Heslop aan de man moest zien te brengen. De bezoekersaantallen verminderden drastisch, tot 1,1 miljoen, ook al omdat dagjesuitjes aanzienlijk duurder werden: de veerdiensten P&O en Stena gingen samen en er kwam een einde aan de belastingvrije verkoop.
„Het is goed zo”, zegt het hoofd bezoekersdiensten. „Het was een gekkenhuis geworden. Er moesten niet meer mensen komen.” Ze is er echter van overtuigd dat degenen die komen, wel wat krijgen voor hun geld. „Neem alleen al de schitterende glas-in-loodramen uit de twaalfde en de dertiende eeuw. Ik zeg altijd: de mooiste collectie van Engeland. Het zijn net boeken: ze vertellen een verhaal. Heel fascinerend. Groepen mogen ook een kijkje nemen in onze steenhouwersfabriek, waar nog altijd, volgens een traditie van zo’n 1500 jaar, steen wordt gehouwen voor de kerk. In juli organiseren we een steenhouwersfestival, voor kunstenaars uit de hele wereld. Overigens, we zoeken nog Nederlanders…”
Toch moeten de bezoekersaantallen ook niet al te ver meer dalen, aldus Heslop. „Vandaar dat we inmiddels ook behoorlijk aan de weg timmeren.”
Over gebrek aan belangstelling had ze gisteren en vandaag in elk geval geen klagen. Al maanden geleden waren alle 2300 zitplaatsen die de kathedraal ter beschikking heeft, gereserveerd. Vanmiddag om 15.00 plaatselijke tijd had de installatie plaats van de nieuwe aartsbisschop van Canterbury, de 104e. Honderden politiemensen en BBC-medewerkers bevolkten gisteren de kathedraal en het omliggende terrein, de ”Precincts”. Gisteren had ook de officiële ”dress rehearsal” plaats, de generale repetitie voor de met zoveel traditioneel ceremonieel vertoon gepaard gaande wijding.
Wie spreekt haar nu het meest aan, als rooms-katholiek? Heslop twijfelt even. „Ik moet zeggen dat ik regelmatig naar een dienst in de anglicaanse kerk ga. Ook de evensongs woon ik zo nu en dan bij. En zo’n nieuwe aartsbisschop doet me veel, niet in het minst door alles wat erbij komt. Maar heel diep in m’n hart, ja, dan heb ik toch nog iets meer gevoel bij de paus. Ja, toch wel.”