Opinie

Defensie zaait twijfel over oorlogsrecht

Uit uitlatingen van naar Uruzgan uitgezonden militairen blijkt volgens Martijn Jurgen Keeman een verontrustend gebrek aan kennis van het oorlogsrecht.

2 December 2009 11:19Gewijzigd op 14 November 2020 09:17

In het tv-programma Pauw & Witteman van 24 november kwamen militairen aan het woord ter promotie van het boek ”Task Force Uruzgan”. De persoonlijke ervaringen zijn indrukwekkend en waardevol. Twee zaken zijn echter verontrustend vanuit het perspectief van de rechtsorde.Zo werd het geval beschreven waarin een officier met zijn manschappen overlegt of ze een zwaargewonde talibanstrijder moeten doodschieten vanwege duidelijk zichtbaar lijden. Een vraag die iedereen hoopt zich nooit te hoeven stellen. Militairen die zich hiermee geconfronteerd zien, hoeven het antwoord echter niet te formuleren zonder leidend kompas.

De wet komt militairen te hulp door het doden van eenieder die buiten gevecht is geplaatst te verbieden. Dit eenduidige, absolute en onomstreden verbod strekt ter bescherming van hen die overgeleverd raken aan de macht van hun vijand. Het verbod staat boven de typering van het gewapend conflict als intern of internationaal, en los van de vraag of de strijder wel of niet rechtsgeldig deelnam aan de gewapende strijd.

Natuurlijk is het ministerie van Defensie op de hoogte van het geldend recht en het boek. Het is zelfs aannemelijk dat Defensie betrokken is bij het optreden van deze militairen in de media. Het ministerie is ervoor verantwoordelijk dat de krijgsmacht het humanitair oorlogsrecht kent en naleeft. Dit is niet alleen in het belang van potentiële slachtoffers, maar van de militairen zelf. Een dergelijke schending kan namelijk worden bestraft met maximaal levenslang.

Gewonde dieren

Het is het ministerie dan ook kwalijk te nemen dat het bij media-aandacht voor dit boek geen duidelijkheid heeft gegeven, terwijl er wel degelijk een duidelijk antwoord is. Nu niet het recht, maar emotionele motivaties het laatste woord krijgen, wordt de indruk gewekt dat de zogeheten ”mercy kill” een concept is waarmee ook het ministerie en de krijgsmacht worstelen. De vergelijking door Jeroen Pauw met het euthaniseren van gewonde dieren hoort alarmbellen te doen rinkelen.

Het tweede voorbeeld betreft een chirurg die voorrang geeft aan een Nederlandse soldaat ten koste van een Afghaans kind. Als dit onderscheid gemaakt werd anders dan op medische gronden, geldt het als een oorlogsmisdrijf. Het prioriteren van eigen personeel omdat dat waardevoller is, wordt krachtig verworpen in het internationaal humanitair recht. Daar komt nog bij dat kinderen wegens hun extra kwetsbaarheid een bijzondere categorie beschermde personen vormen. Het zou zeer kwalijk zijn als deze strafbare handeling tot regel is gemaakt, zoals wordt gesuggereerd in het tv-programma.

Hopelijk komt Defensie alsnog met een correctie en een krachtige herbevestiging van het recht. Anders moet de treurige conclusie getrokken worden dat in tijden van conflict de humaniteit van onze vijand onder vele vermommingen onder vuur ligt.

De auteur is jurist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer