Cultuur & boeken

Vervolging van katharen verwerkt tot roman

Titel:

J. Sinke
26 February 2003 10:53Gewijzigd op 14 November 2020 00:09

”De goede Katharen”
Auteur: Charmaine Craig; vert. Servaas Goddijn
Uitgeverij: Contact, Amsterdam, 2002
ISBN 90 254 1540 7
Pagina’s: 368
Prijs: € 24,90. ”De goede Katharen” is een roman die zich afspeelt tegen de achtergrond van de vervolging van de katharen in de Franse Pyreneeën, die duurde van de twaalfde tot de veertiende eeuw. In het boek wordt vooral het wel en wee van deze groepering beschreven aan het eind van de dertiende en het begin van de veertiende eeuw.

Katharen of ”goede mensen” vormden een ketterse stroming in de Middeleeuwen, die wellicht haar oorsprong vond in Bulgarije. Vooral aan het eind van de twaalfde eeuw waren ze nadrukkelijk aanwezig in het zuiden van Frankrijk, met name rond Toulouse, Cascogne en Albi (katharen werden ook wel Albigenzen genoemd). Met hun afwijkende ideeën vormden de katharen een bedreiging voor de Rooms-Katholieke Kerk. In het begin van de dertiende eeuw werd een groots opgezette kruistocht tegen hen gehouden en velen werden vermoord. De daarna ingestelde inquisitie moest de restanten uitroeien, wat duurde tot ongeveer 1325.

De katharen, van wie ons woord ”ketter” afstamt, geloofden in een goede en een kwade god, die beide eeuwig zijn: God en de satan. God werd gezien als schepper van de geest en het licht, de satan als schepper van de materie en de duisternis. Katharen streefden ernaar goed te leven, wat voor hen een geestelijk leven betekende met verachting van het aardse. Als overgang naar dit nieuwe leven kon men een rituele doop ondergaan. Na deze doop leefde men extreem ascetisch: geen vlees, geen bezit, geen huwelijk.

Voorgangers, zogenaamde perfecti, werden tijdens hun leven gedoopt, en fungeerden als voorgangers en predikers. De meeste mensen, de gewone leden, werden doorgaans vlak voor hun overlijden gedoopt. Door hun afwijkende meningen, zoals hun afwijzing van de roomse kerk, hun afwijzing van de rol van Maria en hun leer van een goede en een kwade god, werden zij door de roomse kerk als afvalligen beschouwd en heftig vervolgd.

Dorpsbewoners
Het boek is geschreven in de vorm van een roman met een historisch grondmotief, zonder dat het een echte historische roman is. Het verhaal beschrijft het leven van enkele dorpsbewoners uit een klein dorpje in de Pyreneeën: Montaillou. Een van de hoofdpersonen is Pierre Clergue, de pastoor van Montaillou. Hij is een ontrouwe kerkdienaar, een dienaar die het niet nauw neemt met het geloof en met zijn levenswandel. Anderzijds vervult hij wel zijn kerkelijke plichten omdat deze positie hem een inkomen verschaft. De ontrouw aan zijn ambt komt in het bijzonder naar voren met betrekking tot zijn belofte van kuisheid, het celibaat: hij heeft namelijk vele minnaressen in het dorp en in de directe omgeving.

Naast het levensverhaal van de pastoor wordt ook het leven van enkele vrouwen, minnaressen van de pastoor, en hun gezinnen beschreven. Een andere verhaallijn gaat over Bernard, de inquisiteur met wie Montaillou te maken krijgt, die zijn leven begint als vondeling bij een dominicaner klooster.

Als laatste personen die beschreven worden noem ik hier Arnaud Lizier, schoenmaker en schaapherder, en zijn echtgenote van Grazida of ”Echo”, die ook minnares was van de pastoor.

Omdat de dorpspastoor niet duidelijk kiest voor Rome of voor de katharen, blijft hij een persoon die niet in één kamp in te delen is en kan hij zijn invloed en macht gebruiken. Omdat sommige dorpsbewoners sympathiek staan ten opzichte van de katharen of zelfs aanhangers zijn van deze stroming, komt de inquisitie ook naar Montaillou.

Uiteindelijk wordt in 1308 het hele dorp gevangengenomen en opgesloten in de burcht van het dorp. Nadat de kinderen zijn vrijgelaten, worden de volwassenen van het dorp wekenlang verhoord. Enkelen worden afgevoerd en verdwijnen in de beruchte gevangenissen van de inquisitie in Toulouse; sommigen van hen worden later verbrand op de brandstapel. De meeste dorpelingen komen echter weer vrij of ondergaan lichtere straffen, zoals verbanning of veroordeling tot het dragen van gele kruisen.

Inquisitie
Montaillou is een typisch bergdorp en heeft een sterke binding met de schaapherders die in de bergen hun kudden hoeden. Tijdens deze roerige tijden vluchten personen die van ketterse ideeën worden verdacht met regelmaat de bergen in of leven verder als schaapherder. Anderen gaan de Pyreneeën over en bouwen een nieuw bestaan op in Spanje.

Veel van de achtergrondinformatie van het verhaal is ontleend aan het archief van de inquisitie dat uit die tijd overgebleven is. In dat archief zijn vele verslagen opgenomen van de verhoren van de dorpsbewoners van Montaillou.

Charmaine Craig schrijft goed en heeft een zeer leesbare stijl. Een mooie vondst is ook dat zij een verhaallijn van één persoon een of enkele hoofdstukken vasthoudt, waarna zij weer overgaat naar een andere verhaallijn maar wel weer even teruggaat in de tijd. Dit geeft een boeiend vlechtwerk van in elkaar grijpende verhaallijnen.

Verder maakt zij uitvoerig gebruik van historisch bronmateriaal. Allerlei details uit het dagelijkse leven zijn terug te voeren op de eerder genoemde verslagen of op andere geschiedkundige bronnen.

Mijn belangrijkste kritiek geldt de inhoud van het verhaal. Zoals gezegd was de dorpspastoor ontrouw aan zijn roeping, met name aan de belofte van het celibaat. In het boek worden op onverhulde wijze de verschillende ontmoetingen tussen de pastoor en de verschillende vrouwen beschreven. Dergelijke beschrijvingen zijn niet incidenteel, maar vormen een belangrijk bestanddeel van de roman. Dit is helaas nogal typerend voor de moderne lectuur, waar vele romans gaan over verhoudingen en relaties, al dan niet buitenechtelijk. Door deze verhalen, die mijns inziens onnodig en immoreel zijn, heb ik het boek niet met plezier kunnen lezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer