Roer bij afzet kip en varkensvlees moet om
Bij Nutreco stokte de motor in 2002 even. Maar na het eigen huis op orde te hebben gebracht, blikt de producent van kip- en varkensvlees, kweekvis en veevoer ook vooruit. „Over drie jaar is de situatie volstrekt anders dan nu.”
Het was even wennen. Na jaren van forse groei maakte Nutreco dinsdag bekend dat de nettowinst met een kwart was gedaald tot 68 miljoen euro, terwijl de omzet stabiliseerde op 3,8 miljard euro.
Weliswaar kwam het bericht niet onverwacht -halverwege 2002 was de teruggang al duidelijk-, maar de tendens is toch opmerkelijk. Nutreco heeft met zijn grote verscheidenheid aan producten immers veel ijzers in het vuur. Hierdoor kan het concern zijn risico’s spreiden. Gaat het met bijvoorbeeld varkensvlees niet goed, zoals in 2001, dan piekt de kip. Bovendien bleek de productie van kweekvis jarenlang het neusje van de zalm.
Maar in 2002 vielen zowel de kip- als de zalmprijzen flink tegen. Bovendien namen de personeelskosten behoorlijk toe. Nutreco moest daarom een pas op de plaats maken. Na de vele omvangrijke acquisities in de afgelopen jaren is in 2002 bewust op de rem getrapt. Volgens topman W. Dekker is het belangrijk dat eerst „het huis op orde is.” In reactie op de problemen bij Ahold zei hij dat „kopen gemakkelijk is. Maar het gaat erom je steeds te realiseren dat je nieuwe mensen binnenhaalt.”
Vorig jaar bleef de teller steken op twee aankopen. Ook voor dit jaar blijft de onderneming voorzichtig. Bovendien passeren de komende maanden alle aankopen sinds 1997 nog eens de revue, aldus financieel bestuurder C. van Rijn. Hij verwacht geen problemen zoals bij Ahold met zijn Amerikaanse dochter. „Wij doen altijd gedegen onderzoek naar de boekhouding van over te nemen partijen.”
Hoewel Ahold een belangrijke klant is, is Nutreco volgens Van Rijn niet al te afhankelijk van de problemen bij het supermarktconcern. „Minder dan 5 procent van onze totale omzet komt van Ahold.”
Ondanks de tegenvallende resultaten in 2002 heeft topman Dekker vanwege de goede spreiding van de activiteiten vertrouwen in de toekomst. Zo profiteert de onderneming met kweekvis van de problemen rond de slinkende visbestanden in zee. In Engeland zijn bijvoorbeeld zeebaars en zeebrasem populair. Verreweg de meeste van deze soorten zijn echter kweekvissen.
De belangrijkste soort tot nu toe is kweekzalm. In de eerste helft van vorig jaar kampte het concern nog met lage prijzen, maar in de laatste zes maanden ging het op twee van de drie zalmmarkten waarin Nutreco opereert, Japan en de Verenigde Staten, weer goed.
Japan eet zo’n 450.000 ton zalm per jaar en Nutreco kon daar veel Chileense kweekvis kwijt wegens tegenvallende ’wilde’ vangst van de Japanse vloot. De Amerikanen zijn dol op zalm, en de Nutreco-bedrijven in Chili profiteren hier optimaal van met groeicijfers van 20 procent.
In Noorwegen en EU-landen verliep de afzet daarentegen aanzienlijk moeizamer. De harde Noorse kroon zat tegen en de marges waren mede door EU-maatregelen rond minimumprijzen voor import gering. Maar dat laatste probleem lijkt bijna achter de rug.
Het concern gebruikt de winst uit de zalmproductie voor financiering van de ontwikkeling van nieuwe soorten. En daar zit perspectief in. Volgend jaar komt de eerste gekweekte kabeljauw op de markt. De tekenen zijn gunstig: in Noorwegen zijn eitjes bevrucht en de eerste jonge vis spartelt al in de bassins. Ook andere soorten kweekvis, zoals heilbot, komen eraan.
Bij de agrarische activiteiten is sprake van sterke veranderingen. Nutreco heeft op het gebied van veevoer, kip en varkensvlees een sterke positie in vooral de Benelux en Spanje. Maar de druk op de veehouderij is groot. In Nederland heeft de onderneming te maken met een flinke daling van de veestapel.
Hierdoor staat de mengvoermarkt, waarin Nutreco een marktaandeel van ongeveer 8 procent heeft, onder druk. „Er zijn nu zo’n 150 aanbieders, maar dat aantal zal gaan dalen. Vooral de kleine spelers hebben het moeilijk vanwege de toenemende eisen op het gebied van voedselveiligheid en de sterke nadruk op kostenbeheersing”, aldus J. Steinemann, die bij het concern verantwoordelijk is voor de agrarische activiteiten.
Of de moeilijke situatie op de markt voor kip dit jaar zal veranderen, durft Steinemann niet te voorspellen. „Wij zijn uitermate voorzichtig. Nederland is sterk afhankelijkheid van zijn enorme export, maar dat zorgt voor een structureel probleem. We hebben te maken met zware concurrenten uit Thailand en met name Brazilië, die veel goedkoper kunnen produceren. De kostenvoordelen van Brazilië -arbeid en erg goedkoop veevoer- zijn zo gigantisch groot dat wij daar niet tegenop kunnen. Zij zitten op 70 procent van onze kosten. En daar komen dan weliswaar de vrachtkosten nog bij, maar dat is niet zoveel.”
Om de concurrentieslag vol te kunnen houden, moet Nederland zich volgens Nutreco specialiseren. Het roer moet om. „De pluimveesector in ons land heeft alleen toekomst als wij speciale -en dan met name verse- producten aanbieden op een manier zoals de handel en de winkelbedrijven dat qua bijvoorbeeld verpakking of productie willen. Over drie jaar zal de sector er dan ook volstrekt anders uitzien. Wij moeten ons aanpassen, want juist door die specialisatie moeten wij onze marges zien te realiseren”, benadrukt de manager.
Een soortgelijk verhaal geldt ook voor de varkenssector. „Voor een standaardvarken is over tien jaar in Nederland geen plaats meer. Daarom moet de hele keten -van veehouder, verwerker tot en met supermarkt- beter samenwerken.” Over de slagingskans is de uit Duitsland afkomstige Steinemann vrij positief. „Nederlanders zijn slim. Ze lopen voor, maar er is nog wel veel te doen.”