Islam bedreigt rechtsstaat en christelijke traditie
SGP’ers die zeggen niets met de islam te kunnen, doen dat niet uit angst voor moslims, reageren Dirk-Jan Nijsink en Jacques Rozendaal op Leonard Walpot (RD van 24 november). De SGP wil de Nederlandse rechtsstaat en de christelijke traditie verdedigen tegen de islam.
Het doorgeschoten gelijkheidsdenken in Nederland leidt ertoe dat het christendom gek genoeg steeds vaker langs de meetlat wordt gelegd van de islam, een aan Nederland wezensvreemde religie. Religies zijn gelijk en moeten gelijk behandeld te worden, zo is de redenering. De heilzame stem van Frits Bolkestein is in de politiek al lang verstorven. Even was deze terug toen Bolkestein dit voorjaar werd geïnterviewd door het Nederlands Dagblad: „Mensen zijn ongelijk en godsdiensten ook.”Het is erg jammer als christenen, zoals Leonard Walpot, dit zelf gaan bagatelliseren. Volgens hem is het „verwerpelijk” om te zeggen dat christenen niets met de islam kunnen en het een valse leer vinden. Dit begrijpen wij niet. Laten christenen die houding eens loslaten.
Het is vreemd dat Leonard Walpot denkt dat conservatieve christenen de islam afwijzen uit angst. Daar hebben zij heel andere redenen voor. Wij wonen in Utrecht en Gouda, de aanwezigheid van de islam is voor ons een gegeven. De vorig jaar overleden socioloog J. A. A. van Doorn zei: „De islam ligt als een brok graniet in ons vlakke religieuze landschap.”
Inderdaad, daar ligt het dan. Het brengt ons in verlegenheid, omdat we niet goed weten wie we zelf zijn. We moeten juist nu onze christelijke cultuur en traditie beschermen, anders gaan ze eraan.
Ongeschreven regels
Belangrijk daarin is de democratische rechtsstaat, waartoe de islam een heel andere verhouding heeft dan het christendom. Nog belangrijker dan onze rechtsstaat is het cultureel fundament van tradities, moraal en regels daaronder, vanouds christelijk. Dit zijn vooral ongeschreven gedragsregels. Juist christenen moeten deze beschermen en dit verhaal vertellen.
Volgens Walpot is het verschil met niet-gelovigen veel groter dan met moslims. Waarom gaan ook christenen de vergelijking maken tussen christendom en islam? Juist de SGP heeft, bijvoorbeeld twee maanden geleden in de persoon van Kees van der Staaij. heel andere woorden gesproken: „In een christelijk-historische benadering (…) houd je wel rekening met andersdenkenden, maar lever je je eigen identiteit niet in. Het wordt hoog tijd dat het even formalistische als kleurloze gelijkheidsdenken wordt afgezworen.”
De islam heeft een groot probleem met het christelijk geloof. Dat het Evangelie Jezus Christus voorstelt als de enige Weg, de Waarheid en het Leven maakt een verschil uit van dag en nacht, van oost en west en van goed en kwaad. Met de moslim moet de kerk het gesprek aangaan, met de islam heeft de kerk een geestelijke strijd te voeren van het Vrouwenzaad tegen het slangenzaad.
Wat maakt het overigens voor de persoonlijke benadering richting moslims uit dat we onze eigen cultuur relativeren en bijkans gelijkstellen aan die van moslims? De relevantie daarvan ontgaat ons.
Wegpesten
De orthodoxe islam heeft een probleem met onze democratische rechtsstaat. Hij duldt geen zelfkritiek en kent met de sharia een eigen rechtssysteem. Bovendien moet het rijk van Allah op aarde gevestigd worden. Het is een universele politieke en maatschappelijke heerschappij. Laten we al helemaal niet beginnen over de vrouwonvriendelijkheid, de moeizame democratie in moslimlanden en de legitimering van geweld.
Wilders wil moslims wegpesten, dat is verwerpelijk. Wij zien maar één weg om helder en duidelijk met de islam om te gaan: hem bestrijden met de middelen van de democratische rechtsstaat. Juist de SGP moet daarnaast opkomen voor een soort christelijke Leitkultur, een gidscultuur.
Nederland is groot geworden met een klassiek christendom, het fundament van ongeschreven regels en tradities onder onze democratische rechtsstaat. Juist de SGP heeft het goud van de christelijke traditie in huis. Die is het waard om te verdedigen. Juist de SGP kan mensen vertellen dat alleen de ”wetten van het Koninkrijk” onze samenleving dragen kunnen.
De auteurs zijn respectievelijk jeugdwerkadviseur en voorzitter van de SGP-jongeren.