De lagere status weerspiegelt het zwakkere financiële profiel van het Zaanse detailhandelsconcern. Verder spreekt analist Hughes de la Presle van S&P van onzekerheden ten aanzien van de liquiditeit, het vermogen van Ahold om op korte termijn aan al zijn financiële verplichtingen te voldoen.

De verlaging van de kredietwaardigheid volgde op de winstwaarschuwing van Ahold eerder op de dag. Het concern liet weten dat de inkomsten bij de Amerikaanse dochter US Foodservice de afgelopen twee jaar 500 miljoen dollar te hoog zijn ingeboekt. Daardoor moet Ahold de financiële gegegens over 2002 en 2001 opnieuw berekenen.

„De liquiditeitspositie blijft in gevaar totdat de gevolgen van de herziene cijfers in de boeken zijn opgehelderd” ondanks het noodkrediet van 3,1 miljard euro dat een bankensyndicaat heeft verstrekt, aldus S&P. Dat krediet heeft een looptijd van een jaar.

November 2000 presenteerde Ahold een driejarenplan om de schuld aanzienlijk terug te dringen, onder meer door de verkoop van bedrijfsonderdelen. Dat door Ahold als agressief omschreven programma zou het concern door de jaren 2003–2005 moeten loodsen. Maandag zei het concern vast te houden aan deze plannen. Als de uitkomsten van alle onderzoeken bij de diverse dochters bekend zijn, komt Ahold met specificieke doelstellingen voor de schuldenreductie.