Vrijheid bij de borg

De eerste sneeuwklokjes priemen door het bevroren gras. Konikpaarden kijken lodderig voor zich uit. Roofvogels scharrelen hun kostje bij elkaar. Landgoed De Ennemaborg in het Groningse Midwolda ontwaakt uit zijn winterslaap.

Ewout van der Staaij
24 February 2003 14:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:09
Landgoed De Ennemaborg in het Groningse Midwolda ontwaakt uit zijn winterslaap. - Foto RD, Sjaak Verboom
Landgoed De Ennemaborg in het Groningse Midwolda ontwaakt uit zijn winterslaap. - Foto RD, Sjaak Verboom

Ingeklemd tussen de kleigebieden van de Dollard en de zandgronden van Winschoten ligt een uitgestrekt landgoed. Een omgracht steenhuis, de borg, vormt het cultuurhistorische hart van het imposante natuurterrein De Ennemaborg. „In de veertiende eeuw woonde er al een familie in”, zegt M. Ellens, vrijwilligster van de stichting Het Groninger Landschap.

Naast de borg omvat het landgoed een koetshuis, twee arbeiderswoningen, een natuurplas en een bos. Het terrein dankt zijn symmetrie aan de Franse barokstijl van de achttiende eeuw. Een kaarsrechte laan van 2,5 kilometer loopt evenwijdig aan twee zijpaden tot achter in het landgoed. „Dat is mooi te zien vanuit de borg”, vertelt Ellens. „In de nok hangt nog een grote bel, die de borgeigenaar gebruikte om de pauze van de arbeiders aan te kondigen. Vanuit het zolderraam kon hij ze goed in de gaten houden.”

Het bos achter de borg is al bijna twee eeuwen oud. De overzichtelijke bomenrijen vormen het bewijs dat mensen de natuur een handje hebben geholpen. Dat is verleden tijd, zegt beheerder S. Puijman, „Sinds 1981 laten we het beheer over aan de konikpaarden.”

De uit Polen geïmporteerde afstammelingen van de Europese tarpanpaarden lopen vrij rond en zijn de trots van Het Groninger Landschap. De noorderlingen haalden de bruine wilde dieren binnen de landsgrenzen omdat de paarden voor natuurlijke begrazing zorgen.

„Dat is het unieke van dit gebied”, meent Ellens. „Dankzij het beleid om de natuur zijn gang te laten gaan, komen steeds meer planten en dieren terug. Het is fantastisch om te zien hoe zo’n klein eilandje in een vlak landschap zich ontwikkelt naar een moerassig gebied met een rijke stinzenflora.”

De grazende kudde koniks trekt zich weinig aan van de lofrede, maar gaat ongestoord haar gang. De dieren wroeten in de bevroren grond, knabbelen aan eikels en kastanjes en knagen gretig aan de bomen. „We hebben geen motorzaag meer nodig”, lacht Puijman. „De dieren doen het werk.”

Omgevallen bomen liggen hier kris kras op de grond. Geen mens zal er meer een vinger naar uitsteken. „Dood hout leeft”, zegt de beheerder en hij duidt op een gevelde beukenboom. Schimmels doen zich te goed aan het hout. Uitwerpselen bewijzen het bezoek van een vos en vogels hebben er hun wintervoorraadschuur. „Wij hoeven geen nestkastjes op te hangen.”

Stormgaten
De roffel van een bonte specht verbreekt de stilte in het natuurterrein. „In deze boom zie je nog twee nestholtes van zo’n vogel”, wijst Ellens. „Weet je dat een mannetje op een boom gaat roffelen om de aandacht van een vrouwtje te trekken?”

Een havik maakt zijn jachtvlucht hoog boven de bomen en zijn krachtige vleugelslag verraadt dat de roofvogel buit heeft. Dat geldt niet voor drie reeën, die hun zoektocht naar voedsel afbreken en met hoge sprongen wegvluchten. „Vooral bij schemering sta je soms oog in oog met deze dieren”, vertelt de vrijwilligster. „Dat blijft fascinerend.”

De natuurliefhebbers hebben niet alleen belangstelling voor reeën, koniks en vogels. „Op stormgaten, de plaatsen in het bos waar geen bomen meer staan, zie je dat door lichtinval allerlei planten en kruiden tevoorschijn komen”, zegt Puijman. „Heb jij ook al het duizendguldenkruid gezien?” vraagt hij aan de vrijwilligster, terwijl een luid schreeuwende Vlaamse gaai kenbaar maakt dat hij in het Groningse bos overwintert.

„De bodem is hier van keileem, waardoor de wortels van de bomen weinig diepte hebben. Die vallen dan ook snel om”, zegt Ellens. „De wortelgaten zijn als broedplaatsen uitermate populair bij vogels.”

Paddestoelen
Is de broedtijd een mooie periode voor vogelspotters, in de herfst is het landgoed een eldorado voor liefhebbers van paddestoelen. „We organiseren ook ieder jaar een paddestoelendag”, zegt Ellens. „Het lijkt wel alsof er steeds meer paddestoelen in het bos staan. Naast de oesterzwam komen er meer dan honderd paddestoelen voor.”

Aan de rand van het bos doemt een grote natuurplas op. De hardnekkige mist verhindert een goed zicht op de weidse omgeving, maar de aalscholvers op een van de eilandjes in het water zijn met het blote oog zichtbaar. Eenden, meerkoeten en futen bevolken dit visrijke gebied maar al te graag. „Vraag me niet hoe de vissen in het water zijn gekomen. Wij hebben het in elk geval niet gedaan”, zegt voorlichter M. van Roon.

Op een uitkijkpost is het afwisselende landschap goed te overzien. „Het is prachtig om te zien dat niet alleen in het bos, maar ook in dit watergebied de natuur echt tot leven komt. Je ziet kikkers en salamanders en zeldzame planten als de moeraswolfsklauw. Dat ongerepte heeft écht wat”, meent Van Roon.

De Ennemaborg heeft grote betekenis voor de provincie Groningen, zeggen de drie eensgezind. „Je merkt dat mensen veel waarde hechten aan een mooie leefomgeving. Daar dragen wij op deze manier een steentje aan bij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer