Natuur verovert uiterwaard

De kolganzen zijn goed te horen op de Rijnsteeg net buiten Amerongen. Tenminste op momenten dat er geen auto’s over de drukke weg door het natuurgebied rijden. Terreinbeheerster Tjitske Lubach: „We hebben ons twee doelen gesteld: de uiterwaarden teruggeven aan de natuur en de veiligheid van het Rivierengebied vergroten.”

Gisette van Dalen-Heemskerk
24 February 2003 14:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:09
Natuurgebied Rijnsteeg net buiten Amerongen. - Foto RD, Sjaak Verboom
Natuurgebied Rijnsteeg net buiten Amerongen. - Foto RD, Sjaak Verboom

Kasteel Amerongen staat er verlaten bij. De slotgracht is dichtgevroren. Wie iets verderop de Rijnsteeg opdraait, rijdt door een schitterend stukje natuurgebied, de Amerongse Bovenpolder. Grote groepen ganzen zijn neergestreken in de weilanden vlak bij de rivier. „Aan het hoge geroep kun je horen dat het kolganzen zijn”, vertelt Tjitske Lubach. „Verder kun je het zien aan het witte kolletje dat ze rond hun snavel hebben.” Een paar kleurige nijlganzen scharrelen een eindje bij de grote groep vandaan hun kostje op.

Meidoornhagen
De Amerongse Bovenpolder maakt deel uit van het grote project Noordoever Nederrijn. „Begin jaren ’90 is er een plan opgesteld voor dit gebied. Daarin werden twee doelen gesteld. De uiterwaarden zo veel mogelijk teruggeven aan de natuur en de veiligheid van het rivierengebied vergroten. In het verleden werden rivieren steeds meer ingeperkt. Het bleek echter dat daardoor andere problemen, zoals wateroverlast, ontstonden. In natuurgebied de Blauwe Kamer -ook onderdeel van het project- zijn we ruim tien jaar geleden begonnen. Het resultaat is daar heel goed.”

In 1999 is het project Noordoever Nederrijn ook in de Amerongse Bovenpolder gestart. „Het natuurgebied (500 hectare) bestaat eigenlijk uit drie delen. Rond kasteel Amerongen tref je cultuurlandschap aan, overwegend graslanden met meidoornhagen. Het westelijk deel van de uiterwaard is grotendeels eigendom van Staatsbosbeheer. Daar zijn vooral weilanden en oude, bloemrijke hooilanden te vinden. Er loopt een laarzenpad door, maar dat is van 1 oktober tot en met 31 maart gesloten vanwege de rust voor de ganzen. Het oostelijke deel van de Amerongse Bovenpolder is voor het grootste deel van het Utrechts Landschap.”

In dat laatste gedeelte is een kwelmoeras aangelegd. „Er zat veel kwel in de bodem. Dat komt omdat je hier precies op de overgang van de Heuvelrug naar het Rivierengebied zit. Het grondoppervlak was echter bedekt met een dikke laag klei. Gevolg was dat bijzondere planten, zoals de waterviolier en holpijp, helemaal verdwenen zijn. In 2000 zijn de werkzaamheden gestart om een deel van het gebied te ontkleien. Aan het eind van dat jaar viel er zoveel regen dat de machines het gebied niet meer in konden komen. Het grappige was toen dat er het volgend voorjaar al bijzondere vogels zoals de kwartelkoning gingen broeden. Daardoor konden de werkzaamheden pas in augustus 2001 afgerond worden. Het gebied is nu al heel vogelrijk, onder meer de watersnip, zomertaling, slobeend en kluut broeden er. In het najaar komen hier lepelaars op doortrek en in de winter kun je er de grote zilverreiger soms aantreffen.”

Bij het moeras, langs de provinciale weg van Amerongen naar Elst, laat het Utrechts Landschap een uitkijktoren bouwen. „In mei zal de bouw hopelijk afgerond zijn. Het bijzondere is dat ook mensen in een rolstoel van het uitzicht kunnen genieten. Vanaf de parkeerplaats komt er een loopbrug naar de toren. Langs het kwelmoeras zal -net als in het Staatbosbeheer-gedeelte- een laarzenpad komen. Dat zal net als de wandelroute van Staatsbosbeheer alleen toegankelijk zijn van 1 april tot 1 oktober.”

Halfwilde grazers
Sinds vorig jaar juli zijn er ook zogenaamde halfwilde grazers in de Amerongse Bovenpolder te vinden. „Er lopen nu negen koniks -wilde paarden- en tien galloways, Schotse runderen.” De dubbele afrastering van hun leefgebied zou vragen over de wildheid van de beesten kunnen oproepen. Tjitske Lubach: „Dat is gedaan voor de stieren. Als die een tochtige ’gewone’ koe horen roepen, zijn ze niet meer te houden, met een dubbele afzetting lukt dat wel. Vanwege de aanwezigheid van de grazers is het natuurgebied niet toegankelijk voor honden.”

Een grote wens van de terreinbeheerster is dat er hoogwaterterreinen komen. „In januari, toen het water ontzettend hoog stond, hebben ze deze uiterwaard vol laten lopen. Omdat veel boeren nog land in het gebied hebben, gebeurt dat pas als de Rijn bij Lobith een bepaalde stand bereikt. De dieren stonden toen op een klein stukje grond. Ik heb ze wel elke dag kunnen voeren, maar het is het mooiste als ze zichzelf kunnen redden.”

Een prachtige oplossing zou daarom zijn als het Nationale Park Heuvelrug en de uiterwaarden weer net als vroeger met elkaar verbonden zouden zijn, vindt Tjitske. „Vroeger ontstonden overal langs de Heuvelrug dorpen. Mensen hadden het water nodig, maar woonden wel graag iets hoger, zodat het hen niet kon bereiken. Tussen de dorpen was een zandpad, dat af en toe gebruikt werd voor een kar. Inmiddels zijn de zandweggetjes allang veranderd in autowegen. Maar de dieren, zoals dassen, vossen en reeën, hebben nog steeds zowel het bos als de rijke grasvegetatie van de uiterwaarden nodig. Veel dieren worden daardoor doodgereden. Dat zouden wij graag met ecoducten willen voorkomen. Bovendien zouden de wilde grazers zichzelf dan kunnen redden bij hoogwater.”

Daarbij moeten de mensen wel bedenken dat niet alleen het belang van de dieren daarmee gebaat is. „Mensen denken vaak dat de natuur niet zonder hen kan, maar het is eerder andersom. Wij kunnen niet zonder de natuur. De mens heeft veel kapot gemaakt, daarom hebben we de verantwoordelijkheid om de natuur de gelegenheid te geven zich zo veel mogelijk te herstellen. Het is bijzonder om te zien hoe veerkrachtig de natuur dan altijd weer is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer