Blunderende abortusklinieken krijgen 5 ton
De twee Amsterdamse abortusklinieken die door financieel wanbeheer failliet dreigen te gaan, krijgen ruim eenmalig ruim 520.000 euro van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid.
De Oosterparkkliniek krijgt 286.000 euro uit de schatkist en het Amsterdam Centrum voor Seksuele Gezondheid (ACSG) strijkt 235.000 euro op. De bewindsvrouw ziet het als haar verantwoordelijkheid om in de hoofdstad vrouwen de mogelijkheid voor een abortus te bieden, zo zei ze woensdag in de Tweede Kamer tijdens een commissievergadering over het abortusbeleid. De dichtstbijzijnde klinieken in Haarlem, Alkmaar en Leiden kunnen de vele honderden abortussen die nu in Amsterdam plaatshebben, er niet bij hebben.CDA, ChristenUnie en SGP plaatsten kritische kanttekeningen bij het besluit van Bussemaker. Ze vinden het vreemd dat de bewindsvrouw geld steekt in een kliniek die door financieel wanbeheer in de problemen is geraakt. De staatssecretaris zei dat het geld niet naar de directies van de instellingen gaat, maar alleen naar de daadwerkelijke uitvoering van de abortussen. Het bedrag is eenmalig. De leidinggevenden van de klinieken zijn ondertussen vervangen en het is de bedoeling dat de twee abortuspraktijken met ingang van volgend jaar fuseren.
Bussemaker maakte tijdens de commissievergadering bekend dat zich dit jaar voor het eerst een arts heeft gemeld die het leven van een ernstig zieke pasgeboren baby beëindigde. Artsen die deze dodelijke verrichtingen uitvoeren zijn sinds 2007 verplicht om hun handelen te verantwoorden tegenover een speciaal ingestelde commissie met deskundigen. Die beoordeelt of de arts volgens vastgestelde zorgvuldigheidscriteria te werk ging. Is dat het geval, dan vindt geen vervolging door het openbaar ministerie plaats.
Dat de commissie tot nu toe maar een melding heeft ontvangen baart Bussemaker „grote zorgen”. Volgens de bewindsvrouw kan dat niet in overeenstemming zijn met de praktijk. Ze beloofde dat de commissie in overleg gaat met artsen die te maken hebben met pasgeborenen om over de zorgvuldigheidscriteria te spreken. Ook zal de commissie een aantal casussen opstellen om te laten zien hoe de criteria in de praktijk uitwerken.