Het is een nieuwe soort smeer­olie die schipper Romijn gebruikt. „We hebben onlangs een modern roetfiltersysteem in gebruik genomen. Smeerolie geeft het meeste fijnstof, daarom proberen we deze olie.”De haspel van de olieboot rolt de slang weer op. Romijn pakt de nota aan voor een „krabbel.” „Waarom is dat nou een nulnota?” vraagt hij. „Omdat we nog in de testfase zitten? Ik zal toch maar tekenen, want ik vrees dat het niet bij een nulnota blijft.”

Met het roetfiltersysteem is de Alm „het schoonste binnenvaartschip van Nederland”, verzekert schippersvrouw Adri. Door een kinderziekte in het systeem kreeg het gezin Romijn –dat met twee peuters aan boord leeft– nog wel heel wat roet in de kajuit en de stuurhut. Adri stelt vast dat het nog steeds niet schoon is en sjouwt met emmers water.

Als het gaat om een roet­filter op een schip praat je over „serieuze prijzen”, verzekert Romijn. „Het is duurder dan een motor.”

Het officiële bouwjaar van de Alm is 1925, maar de voorste helft dateert van 1958. Twee delen zijn samengevoegd. Schepen worden heel oud; het rendement van het materiaal is hoog. Gaandeweg is er zo veel aan het schip vernieuwd, dat het moeilijk is nog iets uit 1925 terug te vinden, zegt Piet. Adri: „Hier en daar een klinknageltje misschien.”

Geschaard

Romijn heeft totaal geen moeite met investeringen. De binnenvaart houdt toekomst. Daarvan is hij overtuigd. „Het is verreweg de schoonste vorm van transport. Het meeste vervoer in Nederland gaat via de binnenvaart, alleen de mensen weten daar niet van. Dagelijks zien ze vrachtauto’s op de weg of horen ze dat er eentje is geschaard, maar de binnenvaart zet veel meer tonnen om. Het is wel zaak dat we aan onze bekendheid werken.”

Romijn is daarom ook bestuurslid van de CBOB (Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart). „We hebben een behoorlijke lobby in de politiek. Met de acties van de afgelopen dagen in Brussel wilden we de Europese Unie laten weten dat het crisis is bij ons.”

Romijn had geen zin om mee te doen met de protesten. „Acties hebben ons in het verleden alleen maar een slechte naam bezorgd. Net als de Amsterdamse taxichauffeurs. Als er weinig werk is, hebben schippers de neiging om bij elkaar te kruipen en op internetfora allerlei acties te verzinnen.”

Toch heeft Romijn begrip voor de protesten. „Het is crisis in onze sector. Ons schip behoort met ruim 85 meter tot de grootste van de kleintjes. Daarmee zijn we flexibel genoeg om door te varen. We komen tot diep in de haarvaten van het Duitse kanalenstelsel. Voor de grote schepen is het moeilijk.”

Buschauffeur

Romijn steekt zijn sigaret in zijn mond en opent met een speciale lift een paar luiken van het ruim. Beneden heeft iemand een slijptol laten liggen. De Alm vervoert „alles wat droog is”, variërend van veevoeder tot plaatstaal.

In het ruim passen ook zo’n 25 zeecontainers. Maar daar wil Romijn niet aan. „Dan kom je op een vaste lijn. Dan kan ik net zo goed buschauffeur worden. Bovendien komt er dan meer druk om op zondag te varen. Nu liggen we op zondag stil en gaan we naar de kerk. We komen bij alle merken.”

In de kajuit onderhandelt schippersvrouw Adri via de telefoon over een nieuwe vracht. Staalfabriek Corus meldt zich weer om rollen plaat naar Duitsland te vervoeren.

Het vervoer van hoogwaardig staal voor de Duitse auto-industrie lag het afgelopen jaar vrijwel stil. Het liefst laadt Romijn 1500 ton bij Corus. „Dat zit dicht op het maximum van 1525 ton.”

Het schippersechtpaar schat dat het door de economische crisis ongeveer 15 procent vracht is kwijtgeraakt. In omzet scheelt dat zo’n 30 procent. „Je hebt minder reisjes en meer lege tijd”, vat Adri samen.

Schipper Piet is blij dat hij het nog kan „overleven.” „Voor bedrijven met grotere schepen is dat veel moeilijker. Die moeten het personeel doorbetalen. Wij doen het met zijn tweeën.”

Wel vecht Romijn met de schippersbond voor een regeling waardoor schepen stil kunnen liggen en door andere schippers worden betaald. „Dat is beter dan dat bedrijven failliet gaan. Dan wordt het schip onder de prijs verkocht, waarna het onder de prijs gaat varen. Dat maakt de markt kapot.”