Opinie

Bevorder integriteit als deugd

Regels en codes bieden maar beperkte mogelijkheden om de integriteit van het openbaar bestuur te bevorderen, meent dr. M. J. Becker. Veelbelovender is het om integriteit te benaderen als een deugd die ambtenaren kunnen ontwikkelen.

18 November 2009 08:59Gewijzigd op 14 November 2020 09:10
„De overheid moet snel en flexibel inspringen op de wensen van burgers. Maar dat open contact met de samenleving draagt risico’s in zich.” Foto ANP
„De overheid moet snel en flexibel inspringen op de wensen van burgers. Maar dat open contact met de samenleving draagt risico’s in zich.” Foto ANP

Donderdag is de ”Dag van de Integriteit”. Voor een lang van tevoren uitverkochte zaal buigen bestuurskundigen en ethici zich over de vraag hoe het Nederlands bestuur meer integer te maken.Integriteitsproblemen zijn niet meer weg te denken uit de nieuwsvoorziening omtrent het openbaar bestuur. Het afgelopen halfjaar hebben we burgemeesters, commissarissen van de Koningin en zelfs declarerende ministers in netelige posities gezien. Wat is er aan de hand? Glijden we af naar Oost-Europese toestanden of gaat het om incidenten die de media veel te breed uitmeten?

Het openbaar bestuur is de afgelopen twintig jaar grondig veranderd. Dat brengt nieuwe risico’s met zich mee. Dales, minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III, onderkende dat als eerste. In 1992 riep zij op tot een sterker integriteitsbewustzijn onder overheidspersoneel. Het leidde ertoe dat iedere organisatie een integriteitsbeleid ontwikkelde, waarbij de vastlegging van regels en codes het meest in het oog sprong.

Verleidingen

Hedendaags openbaar bestuur vraagt echter om meer, eigenlijk om iets anders. De samenleving is ingewikkelder geworden en stelt andere eisen aan de overheid. Deze moet snel en flexibel inspringen op de wensen van burgers. Maar dat open contact met de samenleving draagt risico’s in zich. Belangen en pressiegroepen bewerken de ambtenaar, die sterk in zijn schoenen moet staan. Hij moet zeker een sterke ruggengraat hebben, omdat we regelmatig van hem vragen om in netwerkverband initiatieven te nemen en zaken voor elkaar te krijgen.

Wanneer macht en invloed louter worden bepaald door het vermogen relaties te leggen, ontstaan verleidingen de relaties oneigenlijk te beïnvloeden, en hiertoe grenzen te overschrijden. Bovendien werken binnen overheidsorganisaties steeds meer teams in wisselende samenstelling. Dat betekent een toenemende dynamiek (een centraal woord in de hedendaagse overheidstaal), en dat brengt integriteitsrisico’s met zich mee. Desoriëntatie, onduidelijkheden in verantwoordelijkheden leiden tot vervaging van het normbesef.

Regels en codes bieden beperkte mogelijkheden om met deze problemen om te gaan. De vraag wat nog wel en wat niet kan is in de steeds wisselende situaties niet zo makkelijk met vaste regels te beantwoorden. En menigmaal stelt een precieze regel (bijvoorbeeld werkmiddelen niet voor privédoeleinden inzetten) een overdreven eis (een privételefoontje onder werktijd moet kunnen). Zo’n regel verliest aan geloofwaardigheid.

Ambtseed

Bovendien omschrijven regels vooral wat niet mag. Maar in de wisselende ingewikkelde omstandigheden hebben mensen vooral behoefte aan een positieve oriëntatie. Wat is het uiteindelijke doel van de organisatie, en wat zijn de centrale waarden en ‘kwaliteiten’ waarop de organisatie is gericht?

De invloed van regels en codes blijkt helemaal relatief als we zien dat dezelfde serie regels tot zeer uiteenlopend gedrag aanleiding geeft. Zo leerde een onderzoek van TV Gelderland deze zomer dat er grote verschillen bestaan in declaratiegedrag van burgemeesters en wethouders van Gelderse gemeenten. Terwijl al die gemeenten de standaardcode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten als maatstaf hebben.

De nadelen van regels worden steeds meer onderkend en ambtelijke organisaties zoeken naarstig naar methoden om integriteit in de hoofden en de harten van de mensen te krijgen. De wetgever heeft de eerste stap genomen door de ambtseed verplicht te stellen. Het is nu aan organisaties integriteitbeleid vorm te geven.

Een veelbelovende mogelijkheid is integriteit als deugd te benaderen, als een houding die mensen zich eigen maken. Een goede houding leidt tot een juiste perceptie van de situatie en tot een adequate handeling. Maar het is ook omgekeerd: de houding ontwikkelt zich in de loop van de tijd vanuit de handelingen. De klassieke deugden moed, matigheid, rechtvaardigheid en verstandigheid zijn ook voor de hedendaagse ambtenaar relevant.

Voorbeeldfunctie

Hoe deze kwaliteiten te ontwikkelen? Een serie interviews met ambtenaren leerde ons dat de werkvloer al twee manieren kent om een integere houding te stimuleren: de voorbeeldfunctie en het aanspreekgedrag. Beide zijn niet zonder problemen.

De voorbeeldfunctie brengt met zich mee dat we aan de leidinggevende hogere eisen stellen. Dat heeft iets oneerlijks, want leidinggevenden zijn ook maar gewone mensen met hun zwakheden. Het aanspreken van collega’s is makkelijker gezegd dan gedaan. De huiver om ‘verklikker’ te zijn en de neiging om binnen de groep solidair te zijn, zijn moeilijk te overwinnen.

Maar juist een benadering van integriteit als deugd zorgt voor een lange adem en voor een groeiproces. En dan gaat het Nederlandse spreekwoord op: oefening baart deugd.

De auteur is werkzaam aan het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkt in opdracht van het Bureau Integriteit Openbare Sector aan een op ambtenaren gerichte dvd over integriteit als deugd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer