Friese CU’er mag niet agent én raadslid zijn
Fractievoorzitter P. van Veen van de ChristenUnie moet vertrekken uit de gemeenteraad van Kollumerland omdat hij bij de politie werkt. „Bijzonder zuur”, zegt hij.
De wet verbiedt dat een raadslid tegelijkertijd politiefunctionaris is in dezelfde gemeente, wegens mogelijke belangenverstrengeling, meldde wethouder R. Koster (CU) vrijdag. Van Veen besloot daarop zijn ontslag in te dienen.
De politieman werd vorig jaar maart in de raad gekozen. Met de politie Friesland werd afgesproken dat Van Veen in de naburige gemeente Achtkarspelen zou worden ingezet. Onlangs is gebleken dat de politie niet kon voorkomen dat hij af en toe toch in Kollumerland werkte. Daardoor was er sprake van belangenverstrengeling.
„Enerzijds zou Van Veen als ondergeschikte taken moeten uitvoeren voor de burgemeester, die handhaver van de openbare orde is. Anderzijds kan het voorkomen dat hij als raadslid de taken van de burgemeester toetst. Een onmogelijke situatie”, lichtte Koster toe. In het jaar dat de politieman raadslid was, heeft zich een dergelijke situatie overigens niet voorgedaan.
Van Veen betreurt het besluit, temeer omdat hij van zijn politiechef eerder te horen had gekregen dat een raadslidmaatschap geen probleem zou zijn. „Dat staat zwart op wit. Maar de politieleiding heeft zich vergist. Op dit punt hadden zij inderdaad onvoldoende kennis van de wet.”
Volgens Van Veen speelt het probleem in de praktijk nauwelijks. „Ik vind het een academische kwestie”, zegt hij. „Destijds heb ik me bewust afgemeld voor de mobiele eenheid. Voor het politieke werk heb ik me niet beschikbaar gesteld voor de portefeuilles Openbare Orde en Veiligheid. Belangenverstrengeling is op die manier dus zo goed als zeker uitgesloten.”
De politiefunctionaris, die donderdag afscheid nam, vindt het bovendien merkwaardig dat andere ambtenaren wel in de gemeenteraad kunnen werken en agenten niet. „Ik ken genoeg docenten die in de politiek actief zijn. Sommigen houden zich daarbij zelfs bezig met Onderwijs. Ik begrijp niet dat zij dat wel mogen en ik niet.”
Toch heeft Van Veen afgezien van juridische stappen. „Dat zou eindigen in een ellenlange procedure. Het staat bovendien klip en klaar in de wet dat ik geen raadslid mag zijn.”