Binnenland

Hoge Raad: Moordzaak Hoogerheide moet overnieuw

De man die levenslang kreeg voor de moord op de 8-jarige Jesse Dingemans in Hoogerheide, komt opnieuw voor de rechter. De Hoge Raad heeft dinsdag beslist dat het gerechtshof in Arnhem de moordzaak uit december 2006 in zijn geheel moet overdoen.

ANP
17 November 2009 12:18Gewijzigd op 14 November 2020 09:10
Mr. Gerard Spong, de raadsman van verdachte Julien C., in 2007 tijdens de behandeling vande moordzaak op de 8-jarige Jesse Dingemans uit Hoogerheide. - Foto ANP
Mr. Gerard Spong, de raadsman van verdachte Julien C., in 2007 tijdens de behandeling vande moordzaak op de 8-jarige Jesse Dingemans uit Hoogerheide. - Foto ANP

Julien C. zou de scholier op 1 december 2006 in zijn klaslokaal op school met een slagersmes hebben doodgestoken. Eerst kreeg C. van de rechtbank een tijdelijke straf en tbs, maar het gerechtshof in Den Bosch vond dat de man niet meer in de maatschappij moest terugkeren.De Hoge Raad vindt dat het hof in Den Bosch onvoldoende heeft onderzocht waarom de verdachte zich in hoger beroep niet heeft laten bijstaan door een advocaat. Volgens de Hoge Raad kon C. de gevolgen van het ontbreken van een advocaat niet overzien. En het gaat wel om een „zeer ernstig levensdelict waarop de zwaarst mogelijke straf staat en waarvan de verdachte altijd heeft ontkend dat hij hem heeft gepleegd", aldus de Hoge Raad.

De uitspraak betekent overigens niet dat C. vrijkomt. Hij blijft in voorarrest. Wel moet de hele rechtszaak opnieuw moet worden gedaan.

De hoogste strafrechter meent verder dat het hof C. meer had moeten wijzen op de risico’s die hij liep door zich niet te laten bijstaan door een raadsman. Tevens hadden de raadsheren in Den Bosch zich meer moeten verdiepen in de motieven van C. daarvoor en zich ervan moeten vergewissen dat de verdachte een goede afweging voor zichzelf had gemaakt.

Het hoogste rechtscollege stelde bij de uitspraak wel voorop dat een verdachte het recht heeft zichzelf te verdedigen en dat een verdachte mag afzien van de bijstand van een advocaat. De betrokken rechter moet er dan echter wel op toezien dat aan het recht van de verdachte op een eerlijk proces niet tekort wordt gedaan. De Hoge Raad: „Dat betekent dat de rechter moet onderzoeken of de verdachte ondubbelzinnig, bewust en vrijwillig afstand van zijn recht op rechtsbijstand heeft gedaan."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer