Woof ’n Worship verwart dier met mens
Het is gemakkelijk om in hoongelach uit te barsten bij de gedachte dat dieren naar de psychiater kunnen. Maar onder de oppervlakte schuilt een schrijnende problematiek.
In de nieuwe gedragskliniek in Utrecht zit het ’m niet. Die is niet zo baanbrekend. In Nederland werken al tal van gedragsdeskundigen die dierenhouders adviseren bij de opvoeding van hun huisdier. Niet zo gek, gezien de ruim 2 miljoen honden en 3,6 miljoen katten die dit land bevolken. Advies van een deskundige om de relatie tussen bazen, beesten en buren goed te houden lijkt geen overbodige luxe. In de nieuwe kliniek gaat die zorg om goed gedrag alleen wat verder – en hij is gekoppeld aan een medische insteek.Dierenartsen bestaan eveneens al een tijdje. Net als medicijnen die gedrag beïnvloeden. Hoeveel huisdieren krijgen niet een pilletje, verstopt in een worstje, rond oud en nieuw? Big business voor de farmaceutische industrie? Best wel. Tegelijk: blije bazen omdat de kat rustig in haar mandje ligt.
De bazen. Aan die kant gaat iets mis. De gedragskliniek is onderdeel van een maatschappij waar de chihuahua een truitje draagt, de dode viervoeter een kruisje krijgt op zijn graf en mensen hopen hun labrador te ontmoeten in de hemel.
In Amerika kunnen gemeenteleden hun hond meenemen naar sommige kerkdiensten. In de voorsteden van Boston bestaat een Woof ’n Worshipdienst. Dieren worden er gezegend. Journalist Gillian Flaccus van de Associated Press beschrijft hoe de beesten in een godshuis in Los Angeles worden ontvangen met hondenbedden, speciale gebeden en traktaties.
Dichter bij huis gebeurt het trouwens ook. Op Dierendag dit jaar had in de protestantse Zonnebrinkkerk in Winterswijk een kerkdienst plaats voor kinderen met hun huisdieren. Te gast waren kippen, honden, konijnen en een jonge geit.
Christenen geloven dat alleen mensen een onsterfelijke ziel hebben. Die wetenschap staat ter discussie in gemeentes waar dieren worden betrokken bij de eredienst, aldus Laura Hobgood-Oster, een theologe uit Texas. „Meer en meer christenen” dichten hun huisdier een ziel toe.
Albert Mohler, president van het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville, Kentucky, zet op zijn blog acht punten op een rij over dit onderwerp. Hij wijst erop dat dieren deel zijn van Gods schepping, maar dat alleen mensen werden geschapen naar Zijn beeld. Hij noemt het „onbeschrijflijke” wonder van de schepping, de gevolgen van de val voor alle levende wezens, en het feit dat dieren God niet aanbidden. Opvallend: de Bijbel beschrijft dieren niet als huisdier, maar als nuttig voor de mens. Mohler ziet verder dat mensen bewust kiezen voor een leven met dieren, in plaats van met kinderen of met andere mensen. Tragisch, vindt hij.
„Ik ben dankbaar dat er honden zijn”, zegt hij. „Mijn eigen familie koestert een vriendelijke, onderzoekende beagle, die iets van Gods heerlijkheid laat zien door gewoon een beagle te zijn. Maar hij gaat niet naar de kerk.” Mohler is ervan overtuigd dat dieren deel zullen uitmaken van de nieuwe schepping. Maar het verschil tussen mens en dier verdoezelen, doet geen recht aan het Evangelie, vindt Mohler.
Dieren zijn genade. Voor die oma die kind noch kraai in de buurt heeft, maar wél haar kat, elke dag weer die kat die haar alsmaar kopjes komt geven. Tegelijk: wie uitgaat van het Bijbelse gegeven dat een beest geen ziel heeft, kan niet anders dan concluderen dat de mensheid op diergebied de weg kwijt is, christenen incluis.