Kerk & religie

Balthasar Bekker droeg bij aan Bijbelkritiek

De Friese dominee Balthasar Bekker heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de Bijbelkritiek. Dat concludeert Annemarie Nooijen in haar proefschrift over de doorwerking van het gedachtegoed van Bekker in het Duitsland van de achttiende eeuw.

Klaas van der Zwaag
17 November 2009 11:01Gewijzigd op 14 November 2020 09:10
NOOIJEN: ...Bekker wilde hervorming... Foto RD
NOOIJEN: ...Bekker wilde hervorming... Foto RD

”De Betoverde Weereld” van de Friese dominee Balthasar Bekker (1634-1698) verscheen in de jaren 1691-1693. Het boek over de macht van de duivel gaf in de Republiek de aanzet tot een pennenstrijd van ongekende omvang. Binnen ruim tien jaar verschenen meer dan 150 publicaties. In 1693 volgde een eerste Duitse vertaling. Het boek kreeg een centrale rol in het debat over geesten en heksen, maar ook in de strijd over de verhouding van menselijke rede en goddelijke openbaring, zo zet Nooijen uiteen in haar proefschrift ”Unserm grossen Bekker ein Denkmal? Balthasar Bekkers Betoverde Weereld in den deutschen Landen zwischen Orthodoxie und Aufklärung” (uitg. Waxmann, Münster). Nooijen (1980) werkt bij het Centre for Science and Values aan de Universiteit van Tilburg. Ze promoveert vandaag in Nijmegen.Als predikant werd Bekker vaak met beschuldigingen van hekserij en met bezetenheid geconfronteerd. In ”De Betoverde Weereld” wilde hij vooral uit pastoraal-theologische motieven een einde maken aan het geloof in de alomtegenwoordigheid van boze geesten. Daarna volgde ook zijn filosofische kritiek, gestoeld op het gedachtegoed van Descartes en Spinoza. Omdat het wezen van geesten alleen uit ”denken” bestaat, kon de duivel als geest niet op de mens als samenstel van lichaam en geest inwerken, zo betoogde Bekker.

Vermeende tovenarij en bezetenheid herleidde de Friese predikant tot natuurlijke oorzaken. Bekker schreef het geloof in een onbeperkte macht van de duivel toe aan onkritische lezing van de Bijbel. Gelovigen moeten zich van dit bijgeloof bevrijden en in plaats daarvan naar een op de rede gebaseerde, godvruchtige levenswandel streven, betoogde hij. Nooijen: „Zijn fanatieke strijd tegen de duivelswaan moet als engagement voor het zuivere christendom worden beschouwd, dat vooral ethisch georiënteerd moest zijn.”

Nooijen onderzocht de talrijke Duitse reacties op Bekker die verschenen in de periode tussen de beide Duitse vertalingen van zijn werk (1693-1782). Het geloof in de macht van duivel en demonen werd in Duitsland gedurende de hele achttiende eeuw volop bediscussieerd. De promovendus constateert dat de nieuwe natuurwetenschappelijke en filosofische inzichten in Duitsland veelal later doordrongen dan in de Nederlandse Republiek. „Duivelswaan en hekserij maakten er veel langer deel uit van het intellectuele debat. In de Nederlandse Republiek vond het laatste heksenproces in 1608 plaats, in de Duitse landen pas in 1775.”

Bekkers denkbeelden riepen bij de Duitse lutherse theologen verzet op vanwege zijn cartesiaanse visie op de geesten en zijn vermeende atheïsme. Maar het oude ‘duivelsgeloof’ wankelde. „Steeds meer werd ervan uitgegaan dat het kwaad niet in een duivel zit, maar in de mens zelf. Er werd gepleit voor een totale verinnerlijking van de duivel.”

Het onderzoek laat zien dat Bekker grote invloed had op de theologische verlichting in Duitsland. Dominant in deze verlichting waren de zogeheten ”neologen”. Volgens Nooijen waren zij niet tegen het christendom gericht maar streefden zij een „nieuwe reformatie” na. „Evenmin als Bekker wilden ze een revolutie. Ze streefden naar een hervorming: als verlichte apologeten maakten ze zich sterk voor een „redelijk” christendom. Zij werden later ook voor het intellectuele klimaat in de Nederlandse Republiek van betekenis. In de tweede helft van de achttiende eeuw strekten ze hun Nederlandse vakgenoten tot voorbeeld, die hun geschriften vertaalden en becommentarieerden. Zo kon Bekker via de Duitse „omweg” meer dan een halve eeuw na zijn dood impliciet opnieuw invloed doen gelden in zijn vaderland dat hem tevoren zozeer had verguisd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer