Het christelijk geloof: uniek en exclusief?!
Er zijn zo veel godsdiensten en meningen, waarom zouden alleen christenen de waarheid hebben?
Dat je in God gelooft, vindt alleen een atheïst dwaasheid. Wanneer je echter beweert dat het christelijk geloof de enige ware godsdienst is, zullen veel meer mensen je dat kwalijk nemen en je bestempelen als eigenwijs, arrogant en onverdraagzaam. Veel mensen geloven wel in ”iets”, maar niet dat hun godsdienst of levensbeschouwing de enige ware is.De gedachte hierachter is die van het zogenaamde religieuze pluralisme. Daarmee wordt bedoeld: er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Soms zelfs nog sterker: alle wegen leiden naar Rome. Dus toegepast op de vijf wereldgodsdiensten: het zijn verschillende wegen, maar ze leiden uiteindelijk allemaal tot ”God”, tot ”heil” (”hemel”).
Ik schrijf de laatste woorden bewust tussen aanhalingstekens. Het is namelijk goed om eerst eens door te spreken over wie of wat ”God” is voor degene met wie je in gesprek bent. Wat bedoelt iemand met woorden als ”heil” of ”redding”? Als je kennis neemt van wat godsdiensten daarover leren, blijken die begrippen heel verschillend ingevuld te worden.
Een van de uitgangspunten van het religieuze pluralisme is dat er alleen subjectieve waarheden bestaan, zodat je per definitie nooit kunt zeggen dat alleen christenen de waarheid hebben. Dus bijvoorbeeld wat betreft het eten van broccoli gaat het niet om de bewering ”broccoli is gezond” tegenover de bewering ”broccoli is ongezond”. Nee, alleen een uitspraak ”ik vind broccoli lekker” staat tegenover ”het is mijn smaak niet”. Logisch gezien bevatten de twee laatste uitspraken geen tegenstelling en ze kunnen dus naast elkaar blijven bestaan, omdat het gaat om een subjectieve (persoonlijke) overtuiging.
Eigen samenstelling
De vraag die hierbij in het geding is, is de vraag of er zoiets als waarheid bestaat, en dan in de zin van waarheid voor iedereen. Nog anders gezegd: is er één waarheid (dé waarheid), of bestaan er alleen maar waarheden? Dan is het vervolgens nog de vraag of het allemaal deelwaarheden van die ene, ultieme waarheid zijn, of dat er allemaal ‘losse’ waarheden zijn. In bakkerstermen: gaat het om één taart ”waarheid” bestaande uit verschillende taartpunten, of gaat het om losse gebakjes ”waarheid” in de etalage? Dan is het een kwestie van smaak welke je kiest.
Laten we een paar dingen vaststellen wanneer men wil volstaan met het idee van een taartpunt die behoort tot dezelfde taart ”waarheid”. Als dat zo zou zijn, is het in ieder geval niet te ontkennen dat het christelijk geloof dan toch wel een taartpunt is van een geheel eigen samenstelling. Enkele ingrediënten tref je zo niet aan in andere (wereld)godsdiensten.
Er is geen ”heilig boek” dat zozeer ontstaan is in de geschiedenis van vele eeuwen als de Bijbel. De Bijbel geen dictaat los van de geschiedenis waarin de Heere gesproken en gehandeld heeft.
In geen enkele andere religie is er sprake van het absolute onderscheid tussen Schepper en schepsel en tegelijk sprake van een heel persoonlijke relatie, die getypeerd kan worden als die van Vader en kind. De God van de Bijbel is zowel verheven als nabij.
Het christelijk geloof heeft een geheel eigen visie op verlossing. Een bekende verdediger van ”ieder zijn waarheid”, de theoloog John Hick, stelt dat het in alle godsdiensten om hetzelfde gaat, namelijk ”salvation” (verlossing). Echter, het unieke van het christelijk geloof is de daad van de verlossing, de aard van de verlossing en de weg tot verlossing. De daad: door God Zelf, in en door Zijn Zoon Jezus Christus; de aard: vergeving van zonden en vrijspraak van schuld; de weg: van boven naar beneden. Dus mocht er al een verdeelde taart zijn, dan is er onmiskenbaar sprake van een taartstuk dat zodanige eigenschappen heeft die nergens anders in de taart waarheid voorkomen.
Logica
Ook wanneer meer gedacht wordt in het beeld van de losse gebakjes die je zelf kiest, is het goed om de discussie te sturen in de richting van redenen om te geloven. Anders wordt een bekende drogreden gebruikt („Je denkt alleen maar dat het christelijk geloof waar is, omdat je anders in de war raakt”) of er wordt volstaan met de aanleiding of oorzaak waarom je gelooft („Als je in Marokko geboren was, zou je ook moslim geweest zijn”). De redenen zouden (voor een deel) dezelfde kunnen zijn als hierboven genoemd. Je kunt desnoods verwijzen naar het verschijnsel liefde: er is een aanleiding, er zijn oorzaken, maar er zijn ook goede redenen om de ander lief te hebben.
Het is goed om te beseffen dat je uitgangspunt zeker verankerd mag liggen in wat de Bijbel zelf zegt. Te denken is dan onder andere aan Handelingen 4:12 („onder de hemel geen andere Naam”) en Johannes 14:6 („Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”). Toch kan het in een debat nuttig en nodig zijn elementaire regels van de logica te gebruiken. Niet zelden wordt gebruikgemaakt van drogredenen. De volgende redenering is bijvoorbeeld logisch te ontkrachten:
Stelling 1: Er is geen objectieve basis dat het redelijk is om te geloven dat slechts één religie de weg tot behoud is en op grond waarvan goed geïnformeerde mensen redelijk overtuigd kunnen worden dat dit exclusieve waar is.
Stelling 2: Als stelling 1 waar is, dan is het zowel arrogant als onredelijk om te geloven dat een bepaalde versie van religieus exclusivisme waar is.
Conclusie: Daarom zijn christelijke exclusivisten zowel arrogant als onredelijk.
Wat klopt er niet aan deze ogenschijnlijke logica? Voor stelling 1 is er evenmin een objectieve basis, dus met evenveel recht geldt: „Er is geen objectieve basis dat het onredelijk is…” Wat stelling 2 betreft valt de religieuze pluralist in zijn eigen zwaard: dan geldt ook dat de tegengestelde bewering arrogant en onredelijk is. Je kunt ook proberen stelling 1 inhoudelijk te ontkrachten, maar dan zul je het unieke van de incarnatie van de Zoon van God moeten onderbouwen.
Niet iedereen hoeft dat op deze manier te doen of kan dat doen. Waar het voor ons allen om gaat is dat we zelf de geheel eigen smaak van de taartpunt hebben geproefd.
Ds. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Sint Jansklooster en docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl.
Verder lezen over dit onderwerp:
· Tim Keller, In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici, Franeker 2008, p. 25-42. (Klik hier voor een samenvatting.)
· Benno van den Toren, Moeilijke vragen over God en Jezus. Een hulp bij gesprekken over geloven vandaag (Uitgave IZB/IFES), p. 46-79.
· J.P. Moreland & William Lane Craig, Philosophical Foundations for a Christian Wordlview, Downers Grove 2003), p. 130-153.
· Ronald H. Nash, Is Jesus the Only Savior?, Grand Rapids 1994.