Opinie

Kerken lijken af en toe op voetbalvelden

Waarom zijn christenen, met name ambtsdragers, vaak zo explosief? Ds. L. W. van der Meij

21 February 2003 14:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:09

zoekt naar een antwoord op die vraag, en reageert daarmee op het artikel van Johannes Stockmayer, 11 februari, op deze pagina. De visie van Johannes Stockmayer geeft te denken. Alleen al die openingszin van zijn artikel: „Tussen christenen wordt een conflict vaak heftiger uitgevochten dan in wereldlijke ondernemingen.” Een ontdekkend woord van onze Duitse gemeenteconsulent, die ambtsdragers begeleidt bij conflicten en veranderingsprocessen.

Waarom hebben christenen, en met name christelijke ambtsdragers, eigenlijk zo’n korte lont? Waarom zijn ze vaak zo explosief? Er zijn toch argumenten genoeg om conflicten te voorkomen of die, als ze er zijn, in liefde op te lossen?

Christenen moeten eens wat meer les nemen bij Christus: Hij is zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen ze rust vinden voor hun zielen. Met andere woorden: de veelgenoemde ”Christuskennis” is niet vrijblijvend.

In Aziatische landen genieten de mensen van haantjes die elkaar doodpikken. De kerk moet niet vergeten dat ook de wereld om ons heen bijzonder veel vermaak heeft in kerkelijke conflicten. De kerken komen bij seculiere kranten pas in beeld als ze vechten. Bij het doorlezen van de koran ontdekte ik dat Mohammed in de zevende eeuw na Christus regelmatig de vinger legde bij de verdeeldheid van de christenen. Zijn conclusie was dat christenen niet geloofwaardig zijn. Ze kunnen bar slecht met elkaar opschieten.

Bovendien las ik recent van dr. J. van der Wal, en die kan het weten, dat conflicten energievreters en vreugdebedervers zijn (RD van 13 februari). Weer een argument om tijdig op je tong te bijten en tot tien te tellen.

Toch zijn er ook nog goede dingen in Juda. Wat een zegen dat er nog interkerkelijke organisaties zijn waarin niet allereerst conflicten worden uitgevochten, maar waar in onderlinge verbondenheid problemen en noodsituaties worden aangepakt. Ik verwijs naar het artikel van Johan Boeijenga van de RMU en Henk Jochemsen van het Lindeboom Instituut op dezelfde opiniepagina. Het betrof een artikel over palliatieve zorg voor stervenden. Dit soort samenwerking in de context van een godloze cultuur verwarmt het hart. Kerkelijke conflicten vreten de energie die we juist hard nodig hebben om samen een weg te vinden in het oerwoud van het moderne heidendom. En niet alleen in het medisch-ethische oerwoud.

Over straat rollen
Conflicten in kerken zijn niet gemakkelijk op te lossen. Voor ons gevoel, maar ook naar onze stellige overtuiging, raken ze ziel en zaligheid. Dat is waarschijnlijk ook een van de belangrijkste oorzaken waarom onder christenen conflicten vaak heftiger worden uitgevochten dan in wereldlijke ondernemingen.

Om oplossingen te vinden hebben we veel Geest en liefde nodig. En juist in het verdragen van elkaar wordt genade zichtbaar. Ik las bij Luther in zijn uitleg van zijn brief aan de Romeinen dat alleen dát geloof waar geloof mag heten dat bestand is tegen weerstand. Het geloof dat de kwaden, niet het kwaad, kan verdragen. Wat zal het een uitkomst zijn als het eigen ”ik” uiteindelijk dood is en begraven. Maar daar gaat meestal nogal wat tijd mee heen. Tijd en pijn. Dat dus de broederlijke liefde blijve of zonodig hersteld worde.

In de krant worden wij dagelijks geconfronteerd met kerkelijke strijd. Als God een zondaar in de ruimte zet, juichen de engelen in de hemel. Maar het is voor de krant geen nieuws. Het is een teken van de eindtijd als de knechten van de Koning met elkaar over straat rollen. Het bederf van het beste is het slechtste.

Bezinning op leer en leven, op kerk (SoW) en samenleving blijft nodig. We kunnen er niet omheen: telkens wanneer veranderingsprocessen zich voordoen moet je wel stelling nemen. Ook al zoek je die veranderingen niet, ze komen onweerstaanbaar op ons af en dwingen tot een antwoord.

Volgens Stockmayer moet het geloof in Jezus Christus altijd uitgangspunt zijn voor onze positiebepaling in een veranderingsproces en tegenover elkaar. Dat is juist. Zonder Hem geen oplossingen. Hij is onze wijsheid.

Bijbels en confessioneel
Dan komt er nog iets bij. Christus is niet los te denken van Zijn Woord. In kerkelijke conflicten moet het Woord beslissen. En van het geloof in God en Zijn Woord doen wij vervolgens belijdenis in onze katholieke en gereformeerde confessies. Ik heb wel eens de indruk dat wij in kerkelijke conflicten de waarde en de zegen van de confessie vergeten.

In de tijd van de Reformatie en al eeuwen daarvoor hebben christenen de gelederen zoveel mogelijk confessioneel gesloten. Ze hebben elkaar gezocht en gevonden in gemeenschappelijke belijdenissen. Ze waren er niet op uit zoveel mogelijk uit te sluiten, maar wilden juist zoveel mogelijk insluiten. Ze dachten niet vanuit het ik, maar vanuit het wij. Waarmee ik maar wil zeggen dat buitenconfessionele specialiteiten in leer en bevinding niet samenbinden maar scheiding maken. En daarmee dienen wij God niet, maar ons vlees. Wie kan dat in onze Godvergetende wereld voor zijn rekening nemen?

Laten wij ontmoetingsruimte blijven zoeken. Reformatorische scholen en organisaties. Ze zijn er nog. Over kerkmuren heen kunnen we elkaar nog vinden in Driestar en Van Lodenstein, in GBS en SGP. In VGS en Woord en Daad, bij Ontmoeting en RMU. Het bestaan van deze instellingen zie ik als een beschamende zegen over een verdeelde kerk in Nederland. Instellingen met een gemeenschappelijk doel, waar we achter kunnen staan. Bijbels en confessioneel.

Voetbalveld
De tijd dringt. Het Woord vereist het. De hectische veranderingen in de samenleving laten onze kinderen niet onberoerd. Dat blijkt ook uit de discussie die de laatste tijd in reformatorische scholengemeenschappen wordt gevoerd. Kerken en scholen staan voor een zware opgave. We kunnen elkaar niet missen. Alle hens aan dek. We ontkomen er niet aan samen koers te bepalen. En waar een beetje liefde is en gezond verstand, kan dat.

Het moet er niet om gaan individueel of kerkelijk te scoren. Soms lijken kerken op voetbalvelden. Maar het gaat in het Koninkrijk Gods niet om uitblinkers en om doelpunten. Voor God zijn de verliezers de winnaars. De minsten in het Koninkrijk zullen groot genaamd worden.

Met dank aan de mij onbekende Johannes Stockmayer uit het Duitse Metzingen. En mogen de winden des hemels onze verdeelde maar nog steeds bestaande hof doorwaaien. Want Hij komt.

De auteur is christelijk gereformeerd predikant in Driebergen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer