Leren van het nieuwtestamentisch getuigenis
Een complete theologie van het Nieuwe Testament is in het Nederlandse taalgebied nog niet voorhanden. In het Engelse taalgebied verschenen echter vorig jaar twee waardevolle bijdragen op dit terrein.
Alle goede theologie is Bijbelse theologie, in die zin dat zij uit de Schrift put en de toetssteen van de Schrift kan doorstaan. Binnen de theologie wordt de aanduiding ”Bijbelse theologie” ook in een meer beperkte zin gebruikt, als aanduiding van de discipline die een theologische beschrijving geeft van de inhoud van de Bijbel en daarin tussen de exegese en de dogmatiek in staat. Als afzonderlijke discipline heeft de Bijbelse theologie vanaf het einde van de achttiende eeuw een plaats gekregen. Al spoedig viel de Bijbelse theologie vervolgens uiteen in theologie van het Oude en theologie van het Nieuwe Testament.Binnen het Nederlandse taalgebied is er slechts één theologie van het Oude Testament als geheel, van de hand van de Utrechtse oudtestamenticus dr. Th. C. Vriezen. Een complete theologie van het Nieuwe Testament laat in het Nederlandse taalgebied echter nog op zich wachten.
In zowel het Duitse als het Engelse taalgebied ligt dat voor beide disciplines anders. De meeste Duitse auteurs verdisconteren echter niet, of slechts in geringe mate, het zelfgetuigenis van de Schrift. Dat ligt in het Engelse taalgebied anders: in het bijzonder Amerikaanse geleerden leveren waardevolle bijdragen op dit terrein. Voorbeelden van twee nieuwtestamentische theologieën zijn die van J. Julius Scott jr., emeritus hoogleraar Bijbelvakken aan Wheaton College, en van Thomas Schreiner, hoogleraar Nieuwe Testament aan Southern Baptist Theological Seminary.
Zoon van God
Scott beperkt zich tot een uitgebreide weergave van de thematische structuur van het Nieuwe Testament. Ook de studie van Schreiner is thematisch van opzet: hij laat aan de hand van belangrijke thema’s het nieuwtestamentisch getuigenis de revue passeren.
Zowel Scott als Schreiner laat zien dat voor alle nieuwtestamentische getuigen waarachtige Godskennis buiten het geloof in Jezus als de beloofde Christus en Zoon van God ondenkbaar is. De laatste uitdrukking komt in bijna alle boeken van het Nieuwe Testament voor en het is onmiskenbaar dat er méér mee wordt bedoeld dan dat Jezus een unieke relatie had tot de Vader. Hij staat aan de zijde van God en niet van het schepsel. Ook in die boeken waar de aanduiding van Zoon van God niet voorkomt, zoals Jakobus, is er sprake van wat wel een ”hoge christologie” wordt genoemd.
Bij Schreiner komt duidelijk uit de verf dat we de bouwstenen voor de leer van de triniteit in het bijzonder bij Paulus en Johannes vinden. In 1 Korinthe 8 geeft Paulus, in aansluiting bij de geloofsbelijdenis van Israël uit Deuteronomium 6:4, een omschrijving van God waarin hij over één God spreekt, en dat is dan God de Vader, en één Heere, en dat is Christus. Christus krijgt als Heere een plaats in de belijdenis van de ene God en de ene Heere van Israël.
Schuld
Zowel Scott als Schreiner houdt eraan vast dat rechtvaardiging staat in het kader van de schuld voor God. De boodschap van de rechtvaardiging heeft zeker als consequentie dat binnen de gemeente als het ene lichaam van Christus er geen onderscheid is tussen joden en niet-joden, maar de diepste spits ervan is vrijspraak in Gods gericht.
Bijzonder verhelderend vond ik de bespreking van de begrippen ”roepen” en ”roeping” in de brieven van Paulus. Het gaat dan altijd om een roeping waarop het geloof volgt. Niet als reactie van de mens op de roeping, maar als deel van de roeping zelf. Geroepen heiligen zijn niet alleen mensen aan wie het Evangelie is verkondigd, maar ook mensen die het Evangelie door het geloof als een gave van God hebben ontvangen. Wanneer Paulus over de verkondiging van het Evangelie als zodanig schrijft –waarop het geloofsantwoord van de mens nog moet volgen–, gebruikt hij niet het woord ”roepen”, maar ”verkondigen”.
Beide theologen laten zien dat de doop met de Heilige Geest en de vervulling met de Heilige Geest het deel is van alle gelovigen. Wel komt tot alle gelovigen de vermaning zich steeds meer met de Heilige Geest te laten vervullen en de Geest niet te bedroeven.
Schreiner wijst erop dat niet alleen bij Johannes maar ook in de synoptische evangeliën de genezingen in het kader van de persoonlijke verlossing van zonde staan, of in ieder geval daartoe bedoelen te leiden. In homiletische werken die een bepaald type heilshistorische prediking voorstaan, is wel geprobeerd dit te ontkennen, maar daarvoor is exegetisch nu juist geen grond.
Koninkrijk
Schreiner wijst erop dat in bijna alle nieuwtestamentische boeken het leven van de volgelingen van Jezus wordt getekend als een leven dat door zowel het ”reeds” als het ”nog niet” wordt getypeerd. Het geldt wel heel duidelijk voor de evangeliën en de brieven van Paulus. Het Koninkrijk van God is met Christus’ komst reeds aangebroken, en toch moet het zich nog in volle heerlijkheid openbaren. Een christen is met Christus gestorven en opgewekt, en moet toch zijn leden die op de aarde zijn doden.
Wie uitsluitend aandacht vraagt voor het ”nog niet” zal in een libertijnse levensstijl vervallen. Het uitsluitend beklemtonen van het ”reeds” leidt tot een triomfalistisch christendom waarin de gebrokenheid en het daarmee verbonden uitzien naar Christus’ wederkomst worden gemist.
Scott noemt in dat verband heel nadrukkelijk de theologie van het overwinningsleven: een theologie die volgens hem alleen stand kan houden bij een ruimer opvatten van de christelijke vrijheid dan in het Nieuwe Testament het geval is en bij een zondebegrip dat niet de diepgang kent van het Bijbelse zondebegrip.
Het Nieuwe Testament laat duidelijk zien dat de ene gelovige meer gelijkvormig is aan Christus dan de andere, maar de verst gevorderde blijft met Paulus belijden dat hij het nog niet gegrepen heeft. Een christen is overwinnaar, niet omdat hij volledig aan Christus gelijkvormig is geworden en zijn toewijding aan Christus geen gebreken vertoont, maar omdat Christus hem heeft liefgehad en Zich voor hem heeft overgegeven.
Centraal voor de geloofservaring van de degenen die staan in de nieuwe bedeling is dat zij door de Geest van Christus in Zijn kruis roemen, hemels wandelen en naar de wederkomst van hun Heere verlangen.
N.a.v. ”New Testament Theology. Magnifying God in Christ”, door Thomas R. Schreiner; uitg. Baker Academic, Grand Rapids, Michigan, 2008; ISBN 978 0 8010 2680 5; 990 blz.; $ 44,99;”New Testament Theology. A new Study of the Thematic Structure of the New Testament”, door J. Julius Scott jr.; uitg. Christian Focus Publications, Fearn, Ross-shire, 2008; ISBN 978 1 84550 256 0; 368 blz.; ₤ 17,99.