Gemeenten: niet verantwoordelijk voor ziek vee
De gemeenten voelen er niets voor om bij voorbaat al aansprakelijk te zijn voor diergezondheidsklachten die veehouders wijten aan vervuilde riooloverstorten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hiermee donderdag gereageerd op het rapport van de commissie Diergezondheid en Riooloverstorten van maandag over de schuldvraag van diergezondheidsklachten.
Hoewel volgens het rapport niet met zekerheid is vast te stellen dat de riooloverstorten de oorzaak zijn van de dierziekten, blijkt er in de praktijk wel degelijk een relatie te zijn. De commissie vindt dat gemeenten moeten aantonen dat het vee niet ziek is geworden van de overstorten. De VNG kan zich echter niet vinden in de aanbeveling om de bewijslast om te draaien.
De VNG stelt dat verantwoordelijkheden niet door elkaar mogen lopen: boeren zijn verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering, terwijl gemeenten alleen aangesproken kunnen worden op het functioneren van de rioleringszorg. Bovendien hebben gemeenten via een vergunning toestemming om overstorten te doen.
De VNG wil ook voorkomen dat in het geval van omkering van de bewijslast elk veeprobleem op het bordje van de gemeente wordt gelegd. De waterkwaliteit wordt immers niet alleen door vervuild rioolwater bepaald.
Voorts riep de commissie op dat de communicatie tussen veehouders, waterschappen en gemeenten over riooloverstorten moet worden verbeterd. Zo moeten boeren direct door de lokale overheden worden geïnformeerd als er een overstort heeft plaatsgevonden. De VNG acht deze maatregel wegens praktische bezwaren niet haalbaar. Bovendien is het vaak niet duidelijk wanneer riooloverstortingen plaatsvinden.