Opinie

Polemiseren en beledigen

Terwijl de stadsbussen voorbijstoven, stond begin deze week in het Amsterdamse Oosterpark een handjevol mensen stil bij de moord op schrijver en filmmaker Theo van Gogh. „Het is zo erg wat hem vijf jaar geleden overkwam”, zo motiveerde een van de belangstellenden haar aanwezigheid.

6 November 2009 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 09:05

Behalve laf was de moord op Van Gogh inderdaad huiveringwekkend wreed en weerzinwekkend. Maar als dat wrede afgelopen maandag al is overdacht, dan niet bij de plek waar de moord plaatsvond. Daar was nagenoeg geen belangstellende te zien.”Waar zijn de AIVD-tapes?”, stond op het spandoek van een eenzame demonstrant. Die vraag duidt op een tweede, overigens niet bijster integer motief om te willen herdenken: het alsnog in de beklaagdenbank zetten van autoriteiten die de moord zouden hebben moeten voorzien.

Een derde motief is dat Van Gogh moet worden herdacht om de betekenis die hij voor Nederland gehad zou hebben. Hierover ontstond al discussie op de dag na zijn dood. Volkskrantcolumnist Campert schreef terecht dat het recht op het vrije woord iets anders is dan het recht om mensen tot in het diepst van hun ziel pijn te doen en liet dat volgen door de begrijpelijke uitroep: „Ik vind dat Van Gogh niet als een held van de vrije meningsuiting de geschiedenis in moet gaan.”

Een bijkomend argument dat dit motief om te herdenken afzwakt, is dat Van Gogh geen toonaangevende autoriteit was, ook niet in artistieke kringen. Het papier waarop hij zijn scheldkanonnades afdrukte, is vergeeld; in een herdruk ervan ziet tot dusver niemand brood.

Verder is het recht op vrije meningsuiting in Nederland zo ruim dat het onduidelijk is wat een aansporing om dat recht te verdedigen nog zou moeten bewerkstelligen. Wie met een poster betoogt dat de islam een gezwel is, gaat in Nederland vrijuit, „omdat deze aantijging moslims niet collectief treft in hun godsdienst die hen van andere groepen onderscheidt”, aldus de Hoge Raad recent.

Met dit alles is echter niet gezegd dat de stijl van optreden die Van Gogh na aan het hart lag maar niet meer moet worden bediscussieerd. Als we die stijl voor het gemak even samenvatten als polemiseren en beledigen, kan worden gesteld dat hij nog altijd springlevend is.

Geschrokken van het succes van Wilders kiezen meer en meer parlementariërs ervoor zijn succesvolle, platvloerse debatstijl te kopiëren. Omroep PowNed, voortgekomen uit het omstreden nieuwslog GeenStijl, mag volgend jaar toetreden tot het publieke bestel, zo werd eergisteren bekend. De Raad van Cultuur ziet de manier waarop de omroep zijn jonge doelgroep wil bereiken als „een aanvulling op de huidige programmaconcepten.” NPO-topman Hagoort noemt PowNed „journalistiek interessant.”

Waar Van Gogh bij leven nog wel zorgde voor gefronste wenkbrauwen, is het polemiseren en beledigen volop ontdekt als stijl waarmee electoraal en commercieel voordeel valt te behalen. Als zodanig lijkt het ook meer geaccepteerd. De bezorgdheid daarover mag best breder gedeeld worden. Dat Van Goghs gewelddadige dood geruisloos een plekje kreeg in het collectieve geheugen, doet daar niet aan af.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer