Mensen van vlees en bloed
Titel:
”Jabez, de man die vroeg en verhoord werd”
Auteur: Thom Lemmons
Uitgeverij: Barnabas, Heerenveen, 2002
ISBN 9058293033
Pagina’s: 133
Prijs: € 10,50. Het genre van de bijbelhistorische roman doet het goed. Thom Lemmons staat in Amerika als een ”bestselling” auteur te boek, maar zijn vertalingen duiken momenteel ook in Nederland in de christelijke boekentoptien op. Ook lezers uit de gereformeerde gezindte grijpen ernaar, hoewel uitgeverij Barnabas, een imprint van Groen in Heerenveen, zich daar niet expliciet op richt. Hoe terecht is het enthousiasme voor Lemmons?
Uitgeverij Barnabas lijkt een emmer vol Lemmonsen op de christelijke markt leeg te storten. Nadat de Amerikaanse schrijver eenmaal was ontdekt, dook de ene na de andere vertaling in de boekwinkel op: de roman over Jeremia in november 2001, vorig jaar maart Daniël en Jabez, in september Lydia. Binnen een paar weken moeten ”De timmerman die het kruis moest maken” en het CLK-actieboekje ”Eindbestemming” er ook zijn. Een stroom die je als lezer nauwelijks kunt bijhouden.
Al met al is het Nederlandse enthousiasme reden voor de Amerikaanse auteur om, op uitnodiging van de uitgever, binnenkort ons land aan te doen. Zijn reis heeft natuurlijk alles te maken met het eervolle feit dat het actieboekje van Christelijk Lektuur Kontakt (CLK) dit jaar op zijn naam staat. Lemmons gaat zijn publiek in de ogen kijken: hem wacht een intensieve signeertournee door het land. Behalve dat de bijna vijftigjarige Lemmons zelf boeken schrijft, is hij ook actief als directeur van ACU Press, de uitgeverij van Abilene Christian University in Texas. Lemmons is getrouwd en vader van drie kinderen.
Lastig genre
De lezer die in bijbelhistorische romans is geïnteresseerd, doet er goed aan vooraf altijd even een onderzoekje doen naar de bijbelvisie van de schrijver. Hoe dicht blijft hij bij de bijbelse feiten, zijn die feiten voor hem ook werkelijk feiten, hoever laat hij zijn fantasie de vrije hand enzovoort. Dat zijn vragen waar de auteur ook telkens weer een antwoord op moet zoeken. De Amerikaan houdt zich met een lastig genre bezig.
Een andere interessante vraag is: Hoeveel onderzoek heeft de auteur voor zijn boek gedaan, hoe historisch betrouwbaar zijn de buitenbijbelse elementen in zijn boek? Weet hij de tijd waarin zijn hoofdpersoon leeft goed te karakteriseren en kun je als lezer dus en passant wat oude geschiedenis leren of zuigt hij maar wat uit zijn duim?
Hoe dat precies bij Lemmons zit, is niet een-twee-drie op te maken. Het tempo waarmee zijn boeken (ook in de VS) verschijnen, doet vermoeden dat hij niet veel tijd aan (semi-)wetenschappelijk onderzoek kan hebben besteed. Sowieso kost het bedenken van een goede plot al genoeg tijd. Niettemin heeft Lemmons zich er niet met een jantje-van-leiden afgemaakt. Wie ”Lydia, de vrouw die de vrede vond” heeft gelezen, stapt zo in de tijd van de eerste christenen, ’ontmoet’ Paulus, leert Lydia kennen als een bijdehante weduwe om wie niemand in de purperwereld van Filippi heen kon. Zo is het ook bij Daniël. Je raakt vertrouwd met het reilen en zeilen aan het Babylonische hof, zult de namen en daden van de vorsten die hij diende niet snel meer vergeten enzovoort.
Beetje drama
Maar een schrijver van een bijbelhistorische roman kan niet volstaan met het overschrijven van de bijbelgegevens, hij moet van het beschikbare materiaal een roman van maken. De figuren in zijn boek vragen om een karaktertekening, het verhaal vraagt om gebeurtenissen en een beetje drama. Ter vergelijking: over Daniël bestaat een compleet bijbelboek van twaalf hoofdstukken, waar Lemmons op zijn beurt een roman van 314 bladzijden maakt. Maar aan Jabez wijdt de Bijbel niet meer dan achttien verzen, voor Lemmons genoeg om een verhaal van 133 bladzijden te schrijven (waarin hij natuurlijk ook Jabez’ tijd typeert). Lydia komt in Handelingen 16 voor; Lemmons’ roman over haar telt 294 pagina’s. Zeker bij de laatste twee boeken is het verschil tussen de bron en het boek groot.
Wie de Bijbel als het heilige Woord van God beschouwt, kan zich afvragen of die ’extra’ elementen die Lemmons toevoegt ook het lezen waard zijn. Leiden ze niet te veel af van de oorspronkelijke tekst, wil je als lezer werkelijk meekijken door de bril van de auteur en wat is precies zijn doel?
Joggen
Wat dat laatste betreft moet worden gezegd dat de Amerikaanse schrijver de Bijbel letterlijk neemt en ook dicht bij de tekst wil blijven. Maar intussen kan hij er als schrijver niet omheen om zijn figuren te typeren, om ménsen van hen te maken. En dus kun je naast allerlei wetenswaardige feiten Daniëls vriend Misaël als een man met een dikke buik tegenkomen, en Azarja als een „dadeletende kritikaster.”
De stervende Lydia komt sympathiek over -de tachtigjarige vrouw is wijs, mild en pittig- maar haar leven ’mag’ ik niet. Het roept allerlei vragen op. Waar haalt de auteur het bijvoorbeeld vandaan dat ze door een orakel wordt gedoodverfd en dat ze haar dochter geen liefde kon geven? Ze komt als een soort geëmancipeerde vrouw over, als een sterke vrouw die tradities negeert, maar moet ik echt geloven dat ze ’s morgens een uurtje ging joggen, met haar ”kleed tussen haar dijen omhooggetrokken”? En wil ik van Paulus echt lezen dat hij „op zijn o-benen naar Lucas hobbelt”?
En dan interpretatiekwesties. Wie bijvoorbeeld altijd meende dat Nebukadnezar zijn droom echt vergeten was, krijgt in ”Daniël, de man die de morgen zag” een andere versie. Nebukadnezar weet zijn droom wel, maar vertelt die niet, hij test zijn mannen. Op zich is dat niet verkeerd; het dwingt je tot onderzoek van het bijbelboek.
Vlees en bloed
Lemmons’ romans laten weinig aan de fantasie en de interpretatie van de bijbellezer over. Hij maakt alles voor je concreet. Dat heeft een voordeel: de bijbelfiguren worden mensen van vlees en bloed. Als heiligen staan ze verder van je af en komen ze minder tot leven. Paulus is in ”Lydia, de vrouw die de vrede vond” bijvoorbeeld iemand die grapjes kan maken. En Daniël is niet alleen de sterke man die in een heidense omgeving staande blijft en zijn God blijft dienen, hij is ook wel eens chagrijnig. Overigens gaat Jeremia in Lemmons boek over deze profeet ook leven, op een minder ongeloofwaardige en geforceerde manier. Eerder brengt de auteur je hier letterlijk weer bij de Bijbel.
Maar eigenlijk is de vrijheid die de schrijver zich veroorlooft storend. Prima als hij zijn boek opluistert met historische feiten, maar als hij zijn personages een karakter geeft dat niet in mijn beeld past -en ook niet in de Bijbel is terug te vinden- wil ik dat eigenlijk niet weten. Ik raak zijn portrettering ook niet gemakkelijk kwijt als ik weer in de Bijbel lees.
Daarom spreekt Lemmons binnenkort te verschijnen boek ”De timmerman die het kruis moest maken” me nog het meeste aan. De auteur kiest hier een fictief personage uit de tijd van de Heere Jezus. De keren dat hij Christus hoort preken, komen waarheidsgetrouw over. Om Saulus van Tarsen zo nodig bij timmerman Linus langs te sturen, dat zou niet mijn keus zijn. Net zo min als Linus’ ontmoeting met de broer van Jezus. Dat dit boek nog het meest ’geloofwaardig’ is, is misschien voor een deel te danken aan het perspectief waarin het staat: het verhaal van Linus wordt afgewisseld met het relaas van de hedendaagse auteur ervan, Janice. Het onderstreept het fictieve karakter.
Jabez
Deze manier is wat mij betreft geslaagder dan een verhaal als dat van Jabez. Liever een volstrekt fictieve figuur dan een historisch persoon ahistorisch geportretteerd. Intussen heeft Lemmons hiermee wel een boekje op de markt gebracht dat afstand neemt van de bizarre Jabez-hype in de Verenigde Staten. De Amerikaan Bruce Wilkinson heeft van het gebed van Jabez (zie 1 Kron. 4:10) een soort toverformule gemaakt, die vermoedelijk in de Verenigde Staten elke dag miljoenen malen gebeden wordt. Die mantra-invulling krijgt het gebed bij Lemmons niet.
Mocht Lemmons nog weer eens achter zijn computer kruipen en een verhaal rond een bijbelfiguur in zijn hoofd hebben, dan hoop ik dat het een fictief verhaal wordt. En dan bij voorkeur op de manier van zijn collega Paul Maier, de auteur van een roman over Pilatus en de eerste Romeinse christenen. Hij verantwoordt zijn keuzes in eindnoten.