Nucleair Iran
”Iran geeft reactie op nucleair voorstel VN”. En een dag later: ”Iran gaf nog geen uitsluitsel aan IAEA”. Ook bij deze krant wisten we het even niet meer. Had Teheran nu wel of niet serieus gereageerd op een voorstel van het Internationaal Atoomagentschap om zo’n driekwart van zijn verrijkt uranium naar het buitenland te verschepen om daar tot materiaal voor medische doeleinden te worden omgewerkt?
We hadden het antwoord wel kúnnen weten. Als een land er al twintig jaar in het geheim een atoomprogramma op na houdt en de internationale gemeenschap al zeven jaar aan het lijntje houdt, moet er wel iets héél bijzonders gebeuren, wil het plotseling van koers veranderen.De machthebbers in Teheran weten wat dat betreft precies hoe het spelletje werkt. Pappen en nathouden, en ondertussen rustig –hoewel, de vaart zit er behoorlijk in– doorgaan waar je mee bezig bent.
De internationale gemeenschap lijkt intussen langzaam maar zeker te gaan accepteren dat Iran niet van zijn nucleaire ambities af te brengen is. Het halfslachtige voorstel om een aanzienlijk deel van Irans verrijkt uranium in het buitenland te verwerken, spreekt wat dat betreft boekdelen. Het omgewerkte materiaal kan volgens deskundigen na terugkomst in de Islamitische Republiek binnen vier maanden weer worden omgezet in uranium dat geschikt is om kernwapens mee te produceren. Los daarvan houdt Iran genoeg uranium over dat niet naar het buitenland wordt getransporteerd.
Het hardnekkige Amerikaanse streven om een raketschild in Europa te realiseren doet eveneens vermoeden dat men langzaamaan begint te aanvaarden dat we met een Iraanse dreiging zullen moeten leren leven.
De Amerikaanse president Barack Obama is te prijzen om zijn voorliefde voor de dialoog. Maar hij mist blijkbaar de ervaring om te beseffen dat in deze wereld niet alles met praten op te lossen is. Het regime in Teheran draait al iets langer mee in het internationale circuit dan de voormalige senator uit Illinois en hoeft de kunst van het traineren alleen maar van Saddam Hussein en het regime in Noord-Korea af te kijken.
Leren leven met de dreiging van een nucleair Iran. Is dat werkelijk een optie? Voor de staat Israël is het in elk geval de meest existentiële bedreiging sinds de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948. En ook Europa mag zich in dat geval danig achter de oren krabben, want ook delen van het Oude Continent liggen binnen bereik van Iraanse projectielen. Bovendien zal het wankele machtsevenwicht in het kruitvat Midden-Oosten radicaal worden verstoord.
Volgens de Amerikaanse generaal b.d. John Abizaid, die van 2003 tot 2007 de Amerikaanse militaire operaties in het Midden-Oosten leidde, zal het allemaal zo’n vaart niet lopen. „Op grond van de geschiedenis denk ik niet dat Iran een zelfmoordstaat zal zijn”, betoogde hij onlangs. Om eraan toe te voegen: „Als militair geloof ik dat Iran kan worden afgeschrikt.”
Als er op deze wereld één regime is dat niet-rationeel te werk gaat, is het wel het Iraanse. De geschiedenis en het geloof van generaal Abizaid ten spijt.