LCJ-appel: uiterste Hoeksteen moet boven
Wat is waarheid? Over die vraag dachten christelijke gereformeerde jongeren na op het jeugdappel van het LCJ, het Landelijk Contact Jeugdwerk binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, zaterdag in Schiphol-Rijk.
„Misschien heb je het ook wel eens meegemaakt: je vader pakte je bij je kin. „En nu de waarheid”, zei hij dan. „De onderste steen moet boven.” Dat moet vandaag ook: de onderste steen, de uiterste Hoeksteen, moet boven komen”, zo opende voorzitter Hendrik Kok het LCJ-appel.Ds. K. Hoefnagel gaf in zijn lezing met de titel ”Geloven…? Zeker weten!” aan dat gelovigen zeker zijn van de waarheid. „In onze tijd is het arrogant om te zeggen dat jouw waarheid absoluut is. Maar niemand heeft zekerheid dan een kind van God. Anderen hebben nooit de schat van het Koninkrijk ontdekt.”
Gelovigen zijn overtuigd van Gods waarheid omdat ze een intieme omgang hebben met God, legde ds. Hoefnagel uit. „Het lijkt op de relatie tussen man en vrouw in het huwelijk. Het geloof in en de liefde tot God zijn daarom een zaak van het hoofd, maar ook en vooral van het hart. Door die intieme omgang krijg je rust en zekerheid. Je weet dan stellig dat de atheïst geen gelijk heeft.”
In een workshop kregen ds. A. A. Egas en ds. A. P. van Langevelde de gelegenheid om antwoord te geven op de vraag: „Christelijk gereformeerd, wat is dat eigenlijk?” Beide predikanten zijn niet opgegroeid in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Toch voelen ze zich hartelijk verbonden met het kerkgenootschap. Ds. Van Langevelde: „Door mijn achtergrond in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt ben ik soepel. Toch moet ik ook zeggen dat ik, voordat ik in Apeldoorn ging studeren, de volle breedte van de Christelijke Gereformeerde Kerken niet kende. Een aantal afgevaardigden stemde tegen mijn kandidaatstelling en gaf mij ook geen hand om me te feliciteren. Dit gebrek aan eenheid heb ik nooit willen accepteren.”
Ook ds. Egas keek tijdens zijn studie op van de verschillen die er waren in de kerk. „Toen ik in Apeldoorn theologie ging studeren dacht ik dat alle Christelijke Gereformeerde Kerken hetzelfde waren als de gemeente in Werkendam. Toen ik een secretaresse in een lange broek zag, viel ik van mijn stoel van schrik”, lachte de predikant.
De beide predikanten vonden elkaar in een gesprek dat ze hadden tijdens de synodevergadering over de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Ds. Van Langevelde: „In dat gesprek heb ik samen met ds. Egas een uiterste poging gedaan om geschillen te voorkomen en te luisteren naar elkaars hart. De hartelijke liefde voor het Woord van God is alleen bron en norm voor ons geloven en ons kerk-zijn. Ik blijf echter moeite hebben met mensen die vastzitten aan traditie of juist alleen met de tijd meebewegen. Of als we afgeven op andere kerken van gereformeerde belijdenis zonder ons af te vragen wat de Heere Jezus, de Koning van de kerk, ervan vindt. Gelukkig is het de kerk van de Heere, die Hij Zich door Zijn kostbaar bloed verworven heeft. Als Hij Zijn kerk zo liefheeft, zou ik dan ook geen liefde voor mijn kerk hebben?”
Ds. H. Polinder riep in zijn afsluitende lezing de jongeren ertoe op om van genade te leven. „Je hoort het woord genade vaak in de kerk, op vereniging en catechisatie. Weet je wat genade is en waar je die voor nodig hebt? Een paar maanden geleden kreeg de man die schuldig was aan de bomaanslag bij Lockerbie gratie omdat hij ziek was en zou gaan sterven. Die man is vrij. Veel mensen waren verontwaardigd. Hij ontving wat hij niet verdiende. Dat is ook de boodschap van het Evangelie. We hebben die genade van God helemaal niet verdiend.”